Boek: praktisch fiscaalrecht 2018-2019
Kijk ook op belastingdienst.nl
Bij een bv ben je privé niet aansprakelijk, laat je bewust een bv knappen dan ben je wel bestuurlijk
aansprakelijk. Bij een bv moet je anderhalve ton p.p. aan winst hebben.
Goeie winsten over het bedrijf kan het aantrekkelijk zijn om het in de bv te doen. Reserves die in de
bv komen, uiteindelijk moet je daar belasting over betalen in box 2: dividend belasting.
Omzetbelasting = BTW.
Beginselen belastingrecht
Draagkrachtbeginsel: de mensen die het meeste verdienen, moeten het meeste betalen.
Profijtbeginsel: waar je profijt van hebt, daar betaal je voor motorrijtuigen belasting (heb je een
auto, dan betalen).
Beginsel van de minste pijn: voorheffing (dat belasting vooraf geheven wordt), belasting wordt van te
voren geheven (loonbelasting). Dit komt in de inkomstenbelasting weer terug (eindheffing).
Beginsel van de bevoorrechte verkrijging: over vermogens die met betrekkelijk weinig inspanning
verkregen worden (zoals een erfenis).
Progressief belastingstelsel: verdien je veel, betaal je meer belasting dan wanneer je minder verdient
(betalen minder belasting).
Sociale premies: volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.
In de eerste schijf heft de belasting, belasting en sociale premies (bv. WW die later voor AOW wordt
gebruikt).
Privaatrecht: burgers onderling (of overheid als burger), gelijkwaardigheid van partijen, zowel
aanvullend/ regelend als ook dwingend recht.
Publiekrecht: staatsrecht, bestuurs-/administratief recht, strafrecht.
Soorten belastingen:
Directe en indirecte belastingen: draagkrachtbeginsel. Indirect is prijs artikel + BTW afdracht BTW
staat. Direct is afdracht inkomstenbelasting staat.
Veel belastingen voor overheidsvoorzieningen.
Tot 50% van de woz waarde afschrijven bij een gewone stal. Bij mdv stal is afschrijven aantrekkelijker
gemaakt omdat je stal verduurzaamt is.
Gebroken boekjaar komt van seizoensgebonden werk.
Les 2.
Welke belastingen en wat leveren ze op?
Indirecte belastingen bv. omzetbelasting (BTW), motorrijtuigenbelasting.
Directe belasting bv. loon- en inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting.
Premies werknemersverzekeringen.
Premies volksverzekeringen.
Inkomstenbelasting (de drie boxen).
, Box 1: winst uit onderneming, loon, resultaat uit overige werkzaamheid, eigen woning, periodieke
uitkeringen, lijfrente premies, persoonsgebonden aftrek.
Tarief: zie hierna. Verlies verrekenbaar: 3 jaar terug, 9 jaar vooruit.
Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang.
Tarief: 25%. Verlies verrekenbaar: 1 jaar terug, 9 jaar vooruit.
Box 3: inkomen uit sparen en beleggen (aandeelkapitaal).
Tarief: zie hierna. Geen verliesrekening.
In eerste schijven zitten ook premies volksverzekeringen waaronder AOW daarom is percentage van
box 1 van iemand in de AOW veel lager als van iemand die nog niet met de AOW te maken heeft.
Persoonsgebonden aftrek is onderhoudsverplichtingen, specifieke zorgkosten, scholingsuitgaven,
monumentenuitgaven, giften.
Giften: bevoordelingen uit vrijgevigheid en verplichte bijdragen waar geen directe tegenprestatie
tegenover staat. (kan tentamenvraag zijn). Als je gift periodiek doet dan is de aftrek weer wat hoger.
Heffingskorting: algemene heffingskorting, arbeidskorting, werkbonus, ouderenkorting,
alleenstaande- ouderenkorting.
Partner: gehuwden (tenzij niet op zelfde adres ingeschreven en echtscheiding verzoek ingediend). En
geregistreerde partners.
Ongehuwd samenwonenden die op hetzelfde adres staan ingeschreven en:
Notarieel samenlevingscontract.
Samen een kind.
Op adres woont ook minderjarig kind van een van hen.
In de pensioenregeling van de ander als partner aangemerkt.
Samen een eigen woning.
Voorafgaand jaar fiscaal partner en nog steeds op zelfde adres ingeschreven.
Les. 19/9/2019
Begrippen kennen wat is inkomen in box 1,2,3.
Open vragen hoofdstuk 3 huiswerk:
1 a) Box 1: €20.000 - €4000 = €16.000 €16.000 x 36,55% = €5848
Box 2: €5000 x 25% = €1250
Box 3: €12.000 x 30% = €3600
Totaal: €5684 + €1250 + €3600 = €10.698
Heffingskortingen: -€5000
Ingehouden loonheffing: -€3000
Dus: €10.698 - €8000 = €2698 euro betalen aan inkomstenbelasting en premieheffing.
b) Ja, dan is hij al met pensioen en zal hij een heel ander inkomen + persoonsgebonden aftrek
hebben. En tarieven in box 1 zijn voor 66 plussers anders.
2. Box 1: -12.000 + 15.000 - €4000 = -€1000 dus €0 belasting box 1
Box 2: 10.000 – 4000 = 6000 €6000 x 25% = €1500
Box 3: 1500 - 3000 = -1500
1500 euro + 2000 euro loonheffing terug = €3500 terug krijgen
3.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavanderschriek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.50. You're not tied to anything after your purchase.