100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Internationale Betrekkingen (16/20) $7.55   Add to cart

Summary

Samenvatting - Internationale Betrekkingen (16/20)

1 review
 177 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Lesnotities, Powerpoint, Teksten, YouTube video's Prof: David Criekemans - Universiteit Antwerpen

Preview 4 out of 91  pages

  • September 28, 2021
  • 91
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: bave • 1 year ago

avatar-seller
INTERNATIONALE BETREKKINGEN

HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1.1. Lijst met concepten

Anarchie: de afwezigheid van politiek gezag, overkoepelende macht of autoriteit. Er is geen
wereldregering, enkel staten.

Anarchistisch systeem: het 'ordening'-principe van de internationale politiek, en datgene wat de
structuur ervan bepaalt.

Balance of power: een evenwicht tussen de staten, ideaalbeeld waar je naar tendeert.
Historisch-realisten beschouwen het als het product van de diplomatie, terwijl structureel-realisten
het systeem zien als een tendens naar een natuurlijk evenwicht.
- Er zijn meerdere machten in de wereld, het beste systeem is wanneer deze machten elkaar
in balans houden. Dan zijn landen vrij.
- In meer uiterste situaties leidt het tot hyperpower die alle andere machten probeert te
domineren.

Capabilities/capaciteiten: bevolking en omvang van het grondgebied, hulpbronnen, economische
kracht, militair vermogen en competentie.

Internationaal systeem: een set van onderling samenhangende onderdelen die met elkaar
verbonden zijn om een geheel te vormen. Systemen hebben definiërende principes zoals hiërarchie
(in de binnenlandse politiek) en anarchie (in de internationale politiek).

National interest/belang: ingeroepen door realisten en staatsleiders om aan te geven wat het
belangrijkste is voor de staat. Overleven staat bovenaan de lijst.

Macht: het vermogen om andere actoren te beïnvloeden. Men gelooft dat het hebben van 'materiële
middelen' zich vertaalt in 'invloed' (zie: capaciteiten). Macht kan politiek, militair, economisch, maar
ook moreel zijn.
- Soft power: een zwakkere vorm van macht. Cultuur, morele macht, het aantrekken via
economische opportuniteiten…
- Hard power: militaire macht
- Smart power: combinatie hard en soft power en dat in een strategie gieten.

Staat: een juridische territoriale entiteit bestaande uit een stabiele populatie en een regering, die
een monopolie heeft op het legitieme gebruik van geweld (intern & extern), haar soevereiniteit
wordt erkend door andere staten in het internationale systeem.

5 Criteria voor een staat:
- Grondgebied
- Werkende regering
- Interne machtsmonopolie (politie, justitie, binnenlandse zaken)
- Externe machtsmonopolie (defensie en erkenning)
- Volk, een groep van mensen die we kunnen onderscheiden op basis van geschiedenis, taal,
cultuur en godsdienst.




1

,Interdependentie: een voorwaarde waarbij staten (of volkeren) worden beïnvloed door beslissingen
van anderen. Ze kan symmetrisch zijn (beide groepen actoren worden in gelijke mate beïnvloed), of
kan asymmetrisch zijn (waarbij de impact varieert tussen de actoren).

Entiteiten die afhankelijk zijn van elkaar. Wordt gezien als iets goed. Als landen afhankelijk zijn van
elkaar op het vlak van handel is de kans kleiner dat ze in een oorlog zouden komen.
Onderlinge afhankelijkheid van elkaar op economisch vlak.
Gevaar = chantage (bv: grondstoffen China, Chinezen eerst dan andere landen pas)
Voordelen = Onderling afhankelijke economieën, kans op oorlog ligt lager.
Is het een garantie dat er geen conflict zal zijn? Nee

Veiligheidsdilemma: Omdat staten in onzekerheid verkeren over elkaars motieven weten ze niet of
hun veiligheid al dan niet in gevaar is. Ze willen in staat zijn zichzelf te verdedigen indien nodig en er
ontstaat een wapenwedloop.
Investeren in veiligheid, onrechtstreeks brengen we andere landen in gevaar. (Landmacht,
zeemacht… anderen hebben dat ook, dan wil je meer doen  veiligheidsdilemma).

Soevereiniteit: Het hoogste, absolute staatsgezag. De soevereiniteit van een staat houdt in dat deze
juridisch onafhankelijk is van andere staten, waaronder valt dat een staat eigen beslissingen kan
nemen over hoe de staat zich opstelt tegen andere staten en de eigen burgers.

Globalisering:
Een toenemend proces van economische, culturele en politieke integratie op mondiaal niveau. Door
de openstelling van grenzen tussen landen en technologische vooruitgang kunnen goederen en
diensten zich makkelijker verplaatsen.

Het ontstaan van een complex web van onderlinge verbondenheid dat betekent dat ons leven steeds
meer wordt gevormd door gebeurtenissen die zich voordoen, en beslissingen die worden genomen,
op grote afstand van ons.

Een andere definitie door Jan Aart Scholte (2000): "Globalisering is een proces van
deterritorialisatie." Territorium wordt minder belangrijk.

Maar de keerzijde van deterritorialisering zijn processen van reterritorialisering: microregio's, steden,
macro regionale entiteiten die naast de staat uitgroeien. (Vb: Europese Unie)

5 dimensies:
- Technologische dimensie: nieuwe technologieën hebben ervoor gezorgd dat tijd en ruimte
bij elkaar worden gedrukt en de afstand tussen landen veel kleiner geworden is.
- Economische dimensie: evolueren naar een wereldeconomie waarin de nationale
economieën worden opgeslorpt.
- Culturele dimensie: verwijst het feit dat informatie, koopwaar en beelden afkomstig uit een
werelddeel wereldwijd verspreid worden waardoor de culturele verschillen tussen landen
verminderen.
- Politieke dimensie: verwijst naar het proces dat steeds meer beslissingen op een
internationaal geaggregeerd niveau worden besloten (zowel door internationale instanties
als organisaties).
- Milieu dimensie

Space Time Compression  in ruimte en tijd zijn we beperkt. De wereld is 1 Global Village geworden.



2

,MCDonaldisation  het feit dat we allemaal onderhevig zijn aan een proces van culturele nivellering
waarbij de grootmacht in staat is de eigen cultuur te verspreiden over de hele wereld. Machtige
actor.
Globalisering is geen nieuw fenomeen, vroeger had je de oost Indische company
die invloed
had op globaal vlak, nu heb je bedrijven zoals apple en amazon die de politiek
beïnvloeden.
De bedrijven zijn machten op zichzelf geworden.
Globalisering is geen nieuw fenomeen, vroeger had je de oost Indische company
die invloed
had op globaal vlak, nu heb je bedrijven zoals apple en amazon die de politiek
beïnvloeden.
De bedrijven zijn machten op zichzelf geworden.
Globalisering is geen nieuw fenomeen, vroeger had je de oost Indische company
die invloed
had op globaal vlak, nu heb je bedrijven zoals apple en amazon die de politiek
beïnvloeden.
De bedrijven zijn machten op zichzelf geworden.
Globalisering is geen nieuw fenomeen, vroeger had je de Oost-Indische company (handel Nederland,
scheepsvaart) die invloed had op globaal vlak. Nu heb je bedrijven zoals Apple, Amazon die de
politiek beïnvloeden. Bedrijven zijn machten op zichzelf geworden.

Encirclement/ Omcirkelingspolitiek: Bepaald gebied omgeven door bv militaire macht. Eerder
passief.
Heeft vooral psychologische gevolgen. Poetin voelt zich omcirkelt door westen en probeert daarom
Ruslands invloedssfeer uit te breiden. Actueel beleid: investeren in militair.
Een voorbeeld van omcirkelingspolitiek is Duitsland voor de 2e Wereldoorlog waar het door de
overwinnaars van Wereldoorlog I werd omcirkeld. Het was in die tijd omringd door vijandige
krachten.

Containment/ Indammingspolitiek: Hetzelfde als omcirkelingspolitiek, maar dan actief. Je gaat de
actor indammen.
Het idee dat isolatie zal leiden tot stagnatie. Men wil de invloedssfeer van een rivaliserend land
beperken.
Vb. de VS heeft de invloedssfeer van China proberen te beperken door via de VN exclusief
economische zones in te voeren waardoor China niet verder kon uitbreiden in de exploitatie van
grondstoffen in verder gelegen gebieden. Zo wilde de VS de invloedsfeer en de economische groei
van China beperken. Het creeeren van een relatieve isolatie is de kern van de indammingspolitiek.

Deterrence / Ontradingspolitiek: De andere actor te ontraden ‘domme dingen’ te doen.
Men kan dat doen door het gebruik van militaire macht. Andere actor eraan herinneren dat je wel
degelijk militaire macht hebt en ze ook kan/zal gebruiken.

Men voert een afschrikkingsbeleid voert. Men probeert de tegenstanders af te schrikken. Dit is de
politiek die zowel Rusland als Amerika voerden ten tijde van de Koude oorlog door te dreigen met
het gebruik van kernwapens. Het is een strategie bedoeld om een tegenstander ervan te
weerhouden om actie te ondernemen of om een actie die een ander land wenst te doen te
voorkomen. De nucleaire afschrikking zorgt ervoor dat de tegenstander geen beslissingen gat nemen
die mogelijk als gevolg heeft dat men de kernwapens effectief inzet.

Mutual Assured Destruction (MAD): doordat twee landen beiden in het bezit zijn van
massavernietigingswapens en evenveel investeren in bewapening is er een balans aan gevaar.

3

, Doordat door beide partijen de dreiging reëel wordt gehouden voor de andere, gaat deze 2x
nadenken vooraleer men een beslissing neemt omdat deze als gevolg kan hebben dat er een oorlog
uitbreekt.

Vb. Rusland en VS in de Koude Oorlog. Mutual assured destruction is de militaire strategie die ervan
uitgaat dat een gebruik van nucleaire wapens op grote schaal door een van twee zijden in een oorlog
zou resulteren in de vernietiging van zowel de aanvaller als de verdediger. Het is gebaseerd op het
idee dat het dreigen met zware wapens nodig is om te voorkomen dat de ander diezelfde wapens
gebruikt.

 Paradox dat als de 2 (VS en Rusland) zijden in staat zijn de andere zijde te vernietigen met
nucleaire bommen ontstaat er een paradox. Beide partijen willen elkaar vernietigen  paradox 
gaan samenwerken. Paradox leidt tot stabiliteit.


Failed state: Een staat heeft volgende zaken nodig: Bevolking, regering, territorium, bescherming van
de bevolking en het monopolie op geweld. Als een van deze zaken niet aanwezig is spreekt men van
een failed state. Een staat die niet in staat is het machtsmonopolie te garanderen. Niet in staat de
eigen soevereiniteit uit te voeren.


Symmetrische oorlogsvoering: Napoleontische tijden, 2 legers die ongeveer dezelfde slagkracht en
technologie hebben en ontmoeten elkaar on the battle field.

Asymmetrische oorlogsvoering: een oorlog waarbij duidelijk een van de twee partijen het overwicht
heeft. Zowel de militaire, economische als technologische middelen zijn ongelijk. Dit verandert de
spelregels van de oorlogsvoering want de beduidend zwakkere partij gaat eerder kleine gerichte
aanvallen hanteren. Vb. de oorlog in Vietnam waar de VS duidelijk meer middelen had.
Zwakkere legers zullen altijd kiezen voor een Asymmetrische oorlogsvoering. Zijn realiseerbaar
(Amerikanen zijn moeten vertrekken in Vietnam).

Hybride oorlogsvoering: komt voort vanuit het idee van het asymmetrisch oorlogsvoeren. Grote
landen gaan hierbij acties voeren tegenover andere concurrerende landen alsof het als een kleine
staat opereert. Het zijn plotse aanvallen om te verassen. Poetin past deze tactiek toe door het
geregeld onverwacht aanvallen of binnenvallen.

Het integreren van andere componenten (cyber, drones…). Integreren van het buitenlands beleid.
Men zal verschillende signalen uitzenden met verschillende tools. Het is een geperfectioneerde vorm
van asymmetrische oorlogsvoering waar het westen tot nu toe geen antwoord op heeft.

Terrorisme: Politiek wapen om de Westerse samenlevingen te destabiliseren. Een manier om
politieke doelen te bereiken door angst te zaaien en geweld te gebruiken.

Diplomatie: een proces van onderhandelen en communicatie tussen staten die een conflict willen
oplossen zonder oorlogsvoering. Het is een instrument van het buitenlands beleid van een land
waarbij empathie van belang is. De centrale doelstelling is het tot een akkoord komen door het
begrijpen van elkaar en door te blijven praten.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottebruy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.55  9x  sold
  • (1)
  Add to cart