Samenvatting geschiedenis Rechtsstaat en democratie hoofdstuk 1
Rechtsstaat Democratie
Iedereen is gebonden aan geschreven wetten Volk is soeverein, heeft via parlement de macht
Burgers worden door wetten beschermd tegen Parlement heeft hoogste wetgevende macht, niet
macht van de staat de regering
In heel de staat gelden dezelfde wetten Regering kan alleen met toestemming v.
parlement regeren
Iedere burger heeft het recht zich op deze wetten
te beroepen
1568-1795: 1795-1813: 1813-1848: 1848:
Opstand en Franse tijd Begin v/h De nieuwe
De Republiek koninkrijk grondwet
Middeleeuwen: feodalisme staatsvorming
Vroege middeleeuwen: feodalisme leidt tot versnippering/afname macht v/d koning (Leenmannen gaven
leengebied als erfdeel aan hun zonen (maar dat is van koning) leengebied wordt steeds kleiner. Door erving
heeft de koning heel weinig over de gebieden te zeggen)
Late middeleeuwen: herstel macht koning
-centralisatie
-staatsvorming
Ontstaan van parlementen (koning heeft geld nodig voor centralisatie en laat belastingen betaald worden):
standenvertegenwoordiging
Er ontstaan rechten:
-Privileges steden/gewesten in ruil voor belasting
-Parlementen meer rechten in ruil voor belasting
1568: de Opstand breekt uit
Karel V en Filips ll willen meer macht: centralisatie
-centraal bestuur vanuit Brussel (drie raden: Raad van State, Geheime Raad, Raad van Financiën)
- burgers (burgerij) als ambtenaren
-overal dezelfde wetten en belastingen
Reactie gewesten en adel: Centralisatie tast privileges aan (als alles overal hetzelfde moet, is er een grote kans
dat je je voorrechten kwijtraakt)
Bovendien: godsdienstpolitiek (kettervervolgingen) roept verzet op:
1. Veel mensen vóór tolerantie, vervolging gaat te ver.
2. Gewesten willen zelf godsdienst bepalen.
Belangrijke gebeurtenissen
1568: 1579: 1581: 1588: 1648:
Begin v. Unie van Utrecht: Plakkaat v. Ontstaan v. Vrede v. Münster
Opstand Noordelijke gewesten: Verlatinghe: Republiek Republiek
-We vechten samen Filips afgezworen Geen koning meer! internationaal
tegen Spaanse bezetter als vorst Revolutionair! erkend als
-Gewetensvrijheid, zelfstandig
tolerantie
, Bestuur v. Republiek
Stadhouder is oorspronkelijk dienaar van de koning. Koning verdwijnt:
Stadhouder Staten-Generaal
-opperbevelhebber leger -vertegenw. uit adel, geestelijkheid en burgers
-mag bepaalde functionarissen benoemen -gemeenschappelijk buitenlands beleid en defensie van alle
uit alle gewesten gewesten
Raadspensionaris
-Soort minister-president
Gewesten zelfstandig!
Republiek (1684-1795) en rechtsstaat/democratie
Republiek is uniek in Europa. Andere landen hebben absolute vorsten
Burgers aan de macht (en dus geen adel!) is modern
Geen centraal bestuur: gewesten zelfstandig (in opstand tegen centralisatie)
Particularisme in elk gewest andere regels = juist weer ouderwets
Macht in handen van regenten: verdeelden onderling de belangrijkste functies
Stadhouder ook macht (Willem ll-V)
Overlegcultuur: leerschool democratie: onze democratie=overlegdemocratie
Gewetensvrijheid: calvinisme belangrijkste godsdienst, andere godsdiensten getolereerd
Vrouwen zelfstandige positie: grote vrijheid
Conclusie: democratisch? Nee, wel beginselen. Rechtsstaat? Nee, particularisme. Wel: tolerantie.
1781-1787: 1795: 1795-1806: 1806-1810: 1810-1813 1813:
Opstand patriotten Inval Fransen Bataafse Republiek Koninkrijk NL= onderdeel NL bevrijd
geïnspireerd door Holland v. Frankrijk
idealen Verlichting
+ Franse Revolutie
Tot 1795:
Republiek
Ancien régime
18e eeuw: absolutisme en ancien régime
Absolutisme:
-koning regeert alleen
-geen wet boven de koning
-volk moet volstrekt gehoorzamen
Dus: geen rechtsstaat of democratie
Verlichting is tegen absolutisme
Verlichters
John Locke
Contract tussen volk en regering. Volk geeft deel van macht aan regering op voorwaarde dat de overheid
volksrechten respecteert. Zo niet? Volk mag in opstand komen.
Montesquieu
Trias politica
-Wetgevende macht: koning/ministers
-Uitvoerende macht: parlement
-Rechterlijke macht: rechters, onafhankelijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marjavdwind. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.