Ik heb het tentamen zelf met een 8.2 gehaald met deze samenvatting!
Deze samenvatting bestaat uit alle hoofdstukken van het boek 'Sociologie':
H1. Wat is sociologie
H2. Cultuur
H3. Socialisatie
H4. Sociale interactie
H5. Groepen en organisaties
H6. Sociale stratificatie
H7. Seksualiteit...
Heeehi! Thanks for your positive review <3 Glad to hear the summary helped you:)
Seller
Follow
xoNoaa
Reviews received
Content preview
Boek: Sociologie. H1: 'Wat is sociologie?'
- Sociologie= het systematisch onderzoek van de menselijke samenleving of wel: de kennis van
het samenleven.
- Sociologisch visie/perspectief= de manier van kijken naar de maatschappij en het sociale gedrag
of wel, hoeveel invloed heeft de samenleving op het leven van individuen?
- Sociale integratie= mate van harmonie of disharmonie (conflict) tussen personen of
groeperingen.
- Buitenstaander zijn= het geen deel uitmaken van de dominante groep.
- Etniciteit= een sociaal-culturele identiteit met gezamelijke kenmerken, normen en waarden die
een groep mensen of bevolkingsgroepen verbindt.
- Marginaal= klein/onbelangrijk.
- Mondiaal/globaal perspectief= het bestuderen van de wereld in zijn geheel en de plaats die
onze samenleving daarin inneemt.
- Hoge-inkomenslanden= landen met de hoogste algemene levensstandaard.
- Middeninkomenslanden= landen met een gemiddelde levensstandaard.
- Lage-inkomenslanden= landen met een lage levensstandaard, waarvan de meeste inwoners arm
zijn.
- Positivisme= inzicht verwerven op basis van wetenschappelijk onderzoek.
- Moderniteit= sociale patronen die het resultaat zijn van industrialisering.
- Modernisering= sociaal veranderingsproces door de industrialisering, industriële revolutie.
- Arbeidsverdeling= een gespecialiseerde economische activiteit.
- Anomie= een situatie waarin een samenleving het individu weinig morele richtlijden te bieden
heeft.
- Rationalisering= Moderniseren; uit zijn vertrouwde leefomgeving stappen en anders kijken naar
de wereld. Tradities worden losgelaten en individualisatie staat centraal.
-
Durkheim doet sociologisch onderzoek naar zelfdoding. Hij concludeert dat je gevoeliger of ongevoeliger
bent voor zelfdoding, afhankelijk van de groep waarin je leeft. Zo hebben rijken, ongehuwde en
alleenstaande een hogere kans op suicïde.
Het sociologisch perspectief kijkt naar hoe datgene wat in de samenleving speelt ons gedrag beïnvloedt.
De samenleving beïnvloedt ons denken, voelen en handelen. Functies / positieve aspecten van het
sociologisch perspectief / de sociologie:
1. We kunnen nagaan wat er wel en niet klopt aan het 'alledaags denken'.
2. Geeft inzicht in de mogelijkheden en hindernissen die wij dagelijks tegenkomen.
3. Levert een actieve bijdrage aan maatschappelijke ontwikkelingen.
4. Helpt ons leven in een wereld die zich kenmerkt door diversiteit.
,Er zijn 3 sociologische perspectieven:
1. Structureel functionalisme: de samenleving is een complex systeem dat bestaat uit verschillende
subsystemen die bijdragen aan het functioneren van de samenleving, zoals een school, politiek,
vriendengroep en gezin etc.
2. Conflictsociologie: de samenleving bestaat uit ongelijkheid, waardoor er conflicten ontstaan.
Deze conflicten veroorzaken uiteindelijk verandering.
3. Symbolisch interactionisme: richt zich op sociale interacties tussen mensen in de samenleving en
vooral welke betekenissen zij geven.
(Mills) Sociologische verbeeldingskracht= de manier waarop maatschappelijke ontwikkelingen invloed
hebben op individuele ervaringen.
- Private troubles en public issues: een individueel probleem is terug te leiden uit een
maatschappelijk probleem. Bv. Werkloosheid is een individueel probleem, maar het kan ook
liggen aan de economie.
- Externaliseren: een probleem ontstaatt door de sociale omgeving; maatschappelijke kwesties.
- Depolitiseren: een probleem ontstaat door je eigen schuld.
4 kenmerken van modernisering (door industriële revolutie)
- Verdwijnen van kleine traditionele gemeenschappen, door de explosieve groei van steden.
- Individuele keuzemogelijkheden door politieke veranderingen: vrijheid en rechten van het
individu.
- Grote sociale diversiteit.
- Oriëntatie op tijd en toekomstbewustzijn.
Tönnies onderscheidde traditioneel (gemeinschaft) en modern (gesellschaft)
Gemeinschaft – traditioneel
Het groepsbelang staat voor op: saamhorigheid, tradities, schaamte, eer.
Gesellschaft – modern
De individuele belangen staan voor op: individuele vrijheid, persoonlijke meningen, ontplooiing
en verantwoordelijkheid en zelf je problemen oplossen. Ook is de solidariteit (iets doen voor de
ander zonder dat je er zelf beter van wordt) afgenomen.
Gevaren voor de moderne samenleving:
- (Tönnies): verminderen/verdwijnen solidariteit door industrialisatie, urbanisatie en commercie.
- (Durkheim): anomie: samenleving biedt het individu weinig collectieve normen en waarden en
iedereen maakt zelf individuele keuzes vanuit eigenbelang. Ook is er een toenemende
, arbeidsverdeling, waarbij organische solidariteit centraal staat: mensen verrichten verschillende
beroepen. De moderne samenleving kenmerkt zich door verschillen.
- (Marx): klassensamenleving & kapitalistische revolutie: macht, geld en uitbuiting staan centraal.
Sociale conflicten zouden leiden tot revolutionaire veranderingen en maatschappelijke
gelijkheid (socialisme).
Max weber: rationalisering: hij vreesde hierdoor veel regels en voorschriften die creativiteit beperkte.
H2 'Cultuur'
- Cultuur= de vorming van de levenswijze van een vorm door de wijzen van denken, handelen,
symbolen en de materiële objecten.
- Immateriële cultuur= ideeën die zijn ontwikkeld door de leden van een samenleving.
- Materiële cultuur= materiële objecten die zijn gecreëerd door de leden van een samenleving.
- Cultuurschok= een gevoel van desoriëntatie als we met een onbekende levenswijze worden
geconfronteerd.
- Natiestaat= een politieke eenheid met een eigen afgebakend/begrenst grondgebied.
- Samenleving= mensen die een bepaald gebied leven en een bepaalde cultuur
gemeenschappelijk hebben.
- Symbool=een verschijnsel dat een bepaalde betekenis heeft die door mensen met dezelfde
culturele achtergrond herkend wordt.
- Taal= een systeem van symbolen dat mensen in staat stelt met elkaar te communiceren.
- Cultuuroverdracht= het proces waarmee een generatie een cultuur doorgeeft aan de volgende
generatie of aan mensen elders.
- Sapir-Whorfthese= mensen zien en begrijpen de wereld door het cultuerele perspectief van de
taal.
- Waarden= cultureel gedefinieerde standaarden die dienen als algemene richtlijnen voor het
maatschappelijk leven. Mensen bepalen hiermee wat wenselijk, goed en mooi is.
- Overtuigingen= specifieke uitspraken die mensen als waar aannemen.
- Belangenconflict= een conflict waarbij 2 strijdende partijen er allebei belang bij hebben om eruit
te komen, omdat ze elkaar bijvoorbeeld later weer nodig hebben.
- Waardenconflict= een conflict bij handelen tussen twee of meerdere waarden die lastig/niet zijn
op te lossen, bijvoorbeeld: abortus en euthanasie. Er botsen verschillende waarden.
- Normen= regels en verwachtingen waarmee een samenleving het gedrag van haar leden
reguleert.
- Mores= normen die we in veel situaties kunnen waarnemen en een grote morele betekenis
hebben.
- Traditionele gebruiken= normen voor routinematige of vluchtige interacties.
- Sociale controle= pogingen van de samenleving om gedrag en gedachten van anderen te
beïnvloeden.
- Anomie= een systeem zonder regels, ofwel: normloosheid.
- Technologie= de kennis die mensen gebruiken om hun bestaan in de buitenwereld vorm te
geven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xoNoaa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.71. You're not tied to anything after your purchase.