TRANSPORT
1. Water- ionen - membranen – kanalen - transporters
Vloeistofcompartimenten en hun samenstelling
Transportprocessen tussen
verschillende compartimenten.
Transcellulaire vloeistoffen:
vloeistoffen die in een andere
compartimenten zitten (vb
hersenen).
Water kan relatief vrij bewegen
tussen compartimenten,
alle compartimenten hebben een
specifieke balans aan ionen.
Osmolaliteit (Osm): parameter die
bepaald in welke richting water
gaat bewegen.
Hoeveelheid ionen verschillen naargelang ze zich extracellulair of intracellulair bevindt, dit
zorgt voor een ionen gradiënt.
-Na is meer aanwezig extracellulair dan intracellulair.
-K is minder aanwezig extracellulair dan intracellulair.
-Ca is meer aanwezig extracellulair dan intracellulair.
Transmembranaire flux van ionen
ZIE CELBIO
2 aspecten die de ionenflux gaan beïnvloeden:
-Concentratie van de stoffen binnen en buiten
de cel, deze gaan een concentratie gradiënt
veroorzaken.
-Membraanpotentiaal: alleen belangrijk als stof
X geladen is, bij een ongeladen X gaat het
membraanpotentiaal geen invloed hebben op
het transport.
*Positieve deeltje: gaat in de cel stromen
wanneer de intracellulaire medium een
negatieve potentiaal heeft, deeltje aangetrokken
door de negatieve pool.
*Negatieve deeltje: gaat uit de cel stromen
wanneer de intracellulaire medium een
negatieve potentiaal heeft, deeltje aangetrokken
door de positieve pool. (netto flux = ROOD)
,Energetische beschouwingen bij de beweging van moleculen doorheen membranen
Nernst-vergelijking
→
Nernst-vergelijking praktisch (en zonder rekenmachine)
Formule voor G
→
G praktisch (en zonder rekenmachine)
Drijvende kracht
De drijvende kracht voor een ion wordt bepaald door de concentratie-gradiënt (vervat in EX)
en door de spanning over de membraan (Vm). Vm gaat de stroomrichting van een ion bepalen.
Drijvende kracht voor ion X = Vm - EX
Transport van water en opgeloste stoffen
Veel ionen kunnen niet door het membraan
-> transporters nodig
,Opbouw van gradienten – ATP-gedreven pompen (ATPases)
-Porie (geen schakelmechanisme)
-Kanalen (schakelmechanisme): in
membraan een buisstructuur die
open en dicht kan zijn
-->Kanalen en porie: ionenstromen gaan
met hun gradiënt mee.
-Uniporters (conformatieverandering): is
niet continu open, het porter gaat een
conformatieverandering ondergaan door
stoffen die binden.
-->ionenstromen kunnen tegen hun
gradiënt stromen.
Gefaciliteerde diffusie – vergelijking
Poriën
Poriën zijn niet vaak aanwezig in de cel, ze hebben een specifieke rol.
-Perforine: het membraan gaat worden geperforeerd -> cel gaat dood: alle ionen
kunnen wegstromen.
-Aqueporine: zijn poriën die permeabel zijn voor water.
, Ionenkanalen
Er zijn 300 genen in het genoom die voor kanalen coderen.
Ionenkanalen hebben altijd transmembranaire helices en er
bestaan verschillende soorten naargelang de hoeveelheid helices
*Connexines: aanwezig in gapjunction (= een kanaal dat ontstaat
door het tegenover elkaar liggen van twee cellen)
Stromen zijn het
spiegelbeeld van elkaar
*“Voltage-gated cation” superfamily
-> 2 transmembranaire domeinen met daartussen een porieloop (ROOD),
aanwezig in K+ kanalen.
-> 4 transmembranaire domeinen met het vierde die positieve ladingen
bevat, aanwezig in protonen kanalen.
→Evolutie heeft ervoor
gezorgd dat beide kanalen aan
elkaar gaan binden, dit zorgt voor veel verschillende
soorten.
*ENaC
Niet dezelfde
structuur, zorgt voor
zoutreabsorptie in
het epitheel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarineSt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.59. You're not tied to anything after your purchase.