Het is een beknopte samenvatting (15 p.) over de onderwerpen die aan bod komen bij materieel strafrecht in de hoofdfase van HBO-Rechten. Aangeraden wordt om de samenvatting ter aanvulling/uitbreiding of herhaling te gebruiken. Voor de meest volledige uitwerking van alle stof verwijs ik naar mijn sa...
College 1: Inleiding bestanddelen en elementen
College 2: Legaliteit en wederrechtelijkheid
Het Legaliteitsbeginsel
1 Sr: een feit is slechts strafbaar ogv een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling:
1. Geschreven strafbepalingen: strafbaarheid ogv ongeschreven recht (zoals
gewoonterecht) is niet mogelijk. Dit noemt men ook wel het lex scripta-beginsel;
2. Verbod van terugwerkende kracht van strafbepalingen;
3. Verbod van analogie;
4. De wetgever mag geen vage of onduidelijke bepalingen maken. Dit noemt men het
lex certa-beginsel of bepaaldheidsgebod.
Interpretatie en interpretatiemethoden
Aan een wettekst moet betekenis worden toegekend.
1. Grammaticale interpretatie: aansluiting gezocht bij betekenis dat een woord heeft in
het normale spraakgebruik.
2. Wetshistorische interpretatie: totstandkoming van een wet of artikel; MvT.
3. Rechtshistorische interpretatie: ontwikkeling die het recht mbt bepaald vraagstuk
heeft doorgemaakt. Gekeken naar eerdere wetgeving op hetzelfde terrein. Ook
kunnen opeenvolgende wijzigingen van een artikel aanknopingspunten geven.
4. Teleologische interpretatie: hierbij wordt gekeken naar de bedoeling van de wet.
5. Systematische interpretatie: bij deze interpretatiemethode wordt een wetsbepaling in
verband met andere wetsbepalingen toegepast en uitgelegd, waarbij ook wordt
gekeken in welk deel van de wet deze bepaling staat.
Wederrechtelijkheid
Inleiding
Ongeschreven voorwaarde voor strafbaarheid: element. Dit wordt, indien aan bestanddelen
van delictsomschrijving voldaan, verondersteld aanwezig te zijn. Als iemand een ander
opzettelijk van het leven heeft beroofd, gaan we ervan uit dat dit gedrag wederrechtelijk is.
Wederrechtelijkheid kan ontbreken indien verdachte beroep doet op RVG; gedrag is niet in
strijd met het recht, maar het recht geeft hem het recht, dan vindt OVAR plaats. In de
meeste gevallen waarin een ander opzettelijk van het leven wordt beroofd, zal dit
wederrechtelijk zijn. Daarom heeft wetgever niet nodig gevonden om wederrechtelijk als
bestanddeel op te nemen. Soms is het meer regel dan uitzondering dat de gedraging niet
wederrechtelijk is, dan is wederrechtelijkheid bestanddeel.
Wederrechtelijkheid als element
Wederrechtelijkheid is in de regel een ongeschreven voorwaarde voor strafbaarheid, Alleen
gedrag dat in strijd met het recht is, dient te worden bestraft. Het gedrag moet dus in strijd
zijn met regels van geschreven en ongeschreven recht. Als het gedrag valt binnen een
wettelijke delictsomschrijving, maar er doet zich een omstandigheid voor die het gedrag
rechtvaardigt, dan ontbreekt de wederrechtelijkheid.
, Wederrechtelijkheid als bestanddeel
Dreigbrief: in strijd met het recht.
Facetwederrechtelijkheid: het begrip ‘wederrechtelijk’ als bestanddeel kan per delict
verschillen. Bij iedere delictsomschrijving waarin het bestanddeel wederrechtelijk voorkomt,
zou volgens deze leer moeten worden bekeken waarom de wetgever de wederrechtelijkheid
hierin als bestanddeel heeft opgenomen. Vervolgens kan het bestanddeel, in het licht van
dat doel van de wetgever, worden uitgelegd.
HR lijkt de leer van de facetwederrechtelijkheid niet te volgen. Dit betekent dat wanneer de
wederrechtelijkheid bestanddeel is, dit bestanddeel altijd dezelfde betekenis heeft.
Desondanks kan de leer in de praktijk wel doorwerken bij de toepassing van bepaalde
strafbepalingen waarin wederrechtelijk als bestanddeel is opgenomen. Dit zien we
bijvoorbeeld bij de vervolgingsbeslissing en de toepassing van het opportuniteitsbeginsel.
Ook bij de bewijsbeslissing zal eerst worden bekeken of een bepaald ‘facet’ van de
wederrechtelijkheid kan worden bewezen. Met het bewijs zal in veel gevallen het bewijs van
het gehele bestanddeel wederrechtelijk rond zijn, maar in uitzonderingssituaties kan de
wederrechtelijkheid ondanks het bewijs van dit facet ontbreken.
College 3: Opzet
Samenhang opzet en schuld
In delictsomschrijvingen bij misdrijven is opzet of culpa als bestanddeel in de
delictsomschrijving opgenomen. Bij overtredingen hoeft geen sprake te zijn van opzet of
culpa. Het bestanddeel opzet of culpa dient voor een veroordeling te worden bewezen.
Wanneer een verdachte ontkent, kan het bewijs van deze subjectieve bestanddelen voor
problemen zorgen. Het is voor de rechter niet mogelijk om in de hersenen van de verdachte
te kijken om zijn geestesgesteldheid te kunnen vaststellen (deed hij het expres of per
ongeluk). Rechter zal voor het bewijs van opzet en culpa gebruik moeten maken van de
feitelijke omstandigheden van het geval en uiterlijke verschijningsvorm van de gedraging. Uit
deze objectieve gegevens kan worden afgeleid wat de verdachte heeft gewild en geweten.
Hierbij wordt hij vergeleken met de gemiddelde mens in vergelijkbare situaties. Dit wordt
normativering van opzet en culpa genoemd. Van de culpa wordt algemeen aanvaard dat
deze een normatieve lading heeft. In welke mate bij het bewijs van opzet gebruik gemaakt
mag worden van een normatieve benadering is onderwerp van discussie binnen de
wetenschap en jurisprudentie.
College 5: Causaliteit
1.1 Inleiding
Vaak vereist delictsomschrijving causaal verband tussen gedraging van de dader en een
bepaald gevolg. De vraag naar de causaliteit heeft betrekking op dit verband. Dit leerstuk is
dus van belang bij materieel omschreven delicten waarbij het veroorzaken van een bepaald
gevolg strafbaar wordt gesteld. Materiële delicten worden ook gevolgsdelicten genoemd. Bij
formeel omschreven delict wordt gedraging zelf strafbaar gesteld, ongeacht de gevolgen.
Causaliteit is een bestanddeel en zal dus moeten worden bewezen. Wanneer vereist
causaal verband ontbreekt, zal verdachte moeten worden vrijgesproken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nadiadehaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.