100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychogerontologie $3.44   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychogerontologie

 868 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van Ontwikkelingsgerontologie voor het vak psychogerontologie. Let op, het boek is samengevat tot en met hoofdstuk 6! Hoofdstuk 7 zul je dus zelf moeten lezen.

Preview 3 out of 42  pages

  • Yes
  • January 30, 2015
  • 42
  • 2013/2014
  • Summary
avatar-seller
Psychogerontologie
Samenvatting
 Hoofdstuk 1: Gerontologie versus ontwikkeling.
Hoe men tegen ouderdom aankijkt: hangt af van de tijd en cultuur waarin ze
leven. Wanneer noem je iemand oud, wanneer niet?

- Iets wat jong is, heeft toekomst en veel mogelijkheden.
- Iets wat oud is heeft een verleden.
- Ouderen hebben ook waardering.

 Wat is gerontologie?

 Gerontologie: de wetenschap die als object van onderzoek de
veroudering van mens, dier en plant heeft.

Je kunt niet zeggen dat alle zeventigjaren aan het stereotiepe beeld van een
grijze bejaarde voldoen. Er zijn ook goed geconserveerde oude mensen.

Burnside: verdeelt mensen in verschillende fasen:

- 60 – 69 jaar: jongere ouderen.
- 70 – 79 jaar: middelbare ouderen.
- 80 – 89 jaar: oude ouderen.
- 90 – 100 jaar: zeer oude ouderen.

 Primaire of universele veroudering: lichamelijke veranderingen
(rimpels).
 Secundaire of probabilistische veroudering: verandering die vaker bij
ouderen voorkomen dan bij jongeren (artrose etc.)
 Distale: in het verleden ver weg veroudering.
 Proximale: dichtbij (gebroken enkel).

- Intra – individueel: verloop van de intellectuele mogelijkheden.
- Inter – gen rationeel: beeld van jongeren t.o.v. van ouderen.

Biologische gerontologie: onderzoek naar normale verschijnselen die zich in een
organisme voordoen op het gebied van de cellen met verstrijken van de jaren.

- Flourishing: optimale geestelijke gezondheid, richtinggevend voor de wijze
waarop mensen zich optimaal kunnen ontwikkelen.
- Languishing: stagnatie en blijven steken in de psychosociale ontwikkeling.

Veel onderzoek naar optimaal functioneren van ouderen is gebaseerd op
kwantitatief materiaal waarbij groepsmiddelen en standaarddeviaties tot norm
worden verheven.

,  Narratieve of verhalende insteek: meer interpretatieve kwalitatieve insteek



In de psychogerontologie: staat de pluriformiteit centraal: mensen hebben
verschillende levensstijlen ontwikkeld.

 Ontwikkelingsrelatie: bijstellen van doelen om zichzelf en het leven te
beoordelen en daarbij het in stand houden van je zelfwaardering.



Assimilatie  betekenis geven aan de werkelijkheid door haar in te passen in de
eigen denkschema’s of cognitieve structuren.

Accommodatie  denkschema’s aangepast aan veranderende werkelijkheid.

 Visies op veroudering.

- Cicero: inzicht en ervaring groeien tot op zeer hoge leeftijd mee. Elke
levensfase heeft een kwaliteit.
- Seneca: er is nog veel werk te doen voor oudere mensen.
- Montaigne: vitaal van je oude dag genieten, zelfaanvaarding en
relativering.
- Kant: vanuit een redelijke en goede wil handelen.
- Goethe: je bent vrij van allerlei verplichtingen op je oude dag.

Aleman: haalt diverse onderzoeken aan waaruit blijkt dat mensen van 70 en
ouder hun emoties beter kunnen reguleren door meer ervaring met het omgaan
met emoties.

Bejaarden worden weggezet als groep en er wordt minder gekeken naar
individuele verschillen. Bejaard roept negatieve associaties op.

Beter: als we over veroudering praten. De informele zorg wordt voor een groot
deel verzorgd door ouderen. Een belangrijk onderling verschil tussen ouderen:
het hebben van een positief zelfbeeld.

 Neugarten: typen tussen ouderen.

1. Gedesorganiseerd: wanhopig en ziet geen toekomstkansen.
2. Passief – afhankelijk: bang voor de toekomst en ziektes. Neemt weinig
risico’s.
3. Afwerende type: fanatiek, sporten en past bij healthy ageing: sport is goed,
het type ontkent dat het ouder wordt.
4. Geïntegreerde type: accepteert dat het ouder wordt en behoudt het gevoel
van eigenwaarde.



Er bestaan denkmodellen voor het ouder worden.

,  Defictietmodel: ouder worden betekent dat men de gezondheid verliest.
Alles verliezen en ook het eigen leven.
 Rust – roest model: actief blijven en je mag niet stilzitten. Niet toegeven
aan verlieservaringen.
 Competentiemodel: ouder worden gaat gepaard met verlies die
verwerkt moeten worden. Men kan op allerlei domeinen actief blijven.



Ouderen worden vaak niet als individu behandeld. Interessanter dan
overeenkomsten, zijn verschillen.

In de Westerse samenleving bestaat te weinig uitdaging of flow. De flow is een
subjectieve toestand waarbij iemand alles om zich heen vergeet (tijd,
vermoeidheid en stress).

Cultureel gezien bestaat er verschil hoe men tegen leeftijd aankijkt. In West –
Europa is jong de norm.

 Cultuur – en tijd specifieke elementen.



Beeldvorming over ouderen is tijd afhankelijk. In Aziatische landen: heeft men
vaker ontzag voor ouderen. Ze staan daar open voor levenswijsheid, ouderen zijn
hier niet nutteloos.

Het heeft geen positief effect op ouderen als ze niet meer als actief worden
gezien. Ze voelen zich nutteloos.

 Telomeer therapie: een enzym regulerende stof moet leiden tot nieuwe
celdeling.
 Levensverlengende operaties.

Sandel onderzocht drie benaderingen van het begrip rechtvaardigheid.

- De maximalisatie van utiliteit of welzijn: grootste gedeelte van de mensen
geeft aan dat er een berekening plaatsvindt. Men neemt rechten niet
serieus, kleine groep hulpbehoevende ouderen hebben minder rechten.
- Respect hebben voor de keuzevrijheid van het individu: feitelijke keuzes of
keuzes die mensen zouden kunnen maken.
- Cultiveren van deugdzaamheid en redeneren van algemeen belang:
beantwoorden van vragen in huidige politiek en economie.

Mensen moeten opkomen voor autonomie en wat zij belangrijk vinden.

 Product – en procesmodellen: DSM versus ICF.

Ontwikkelingsperspectief = het uitgangspunt van de gerontologie.

 DSM: veelgebruikt vertrekpunt voor discontinue psychologie. Het geldt
als de standaard om psychische aandoeningen te benoemen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lleaannee. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44  2x  sold
  • (0)
  Add to cart