Bedrijfseconomie blok 3 – Kosten en opslagmethoden
Kostenstructuren
Leerdoel 1 – Kosten en kostensoorten
Kosten in de resultatenrekening
De resultatenrekening is een overzicht van de opbrengsten en kosten van een
onderneming over een bepaalde periode. In het vak management accounting staat het
woord kosten centraal. Met name het begrip kostprijs is erg belangrijk. In deze les zal op
deze begrippen verder worden ingegaan. Als je dit onderwerp succesvol hebt gevolgd ben je
in staat om:
1. Het verschil te benoemen tussen constante (vaste) en variabele kosten;
2. Het verschil te benoemen tussen directe en indirecte kosten;
3. Op basis van diverse gegevens een berekening te maken van vaste, variabele kosten en
totale kosten.
Kosten
Kosten zijn de geldwaarde van opgeofferde productiemiddelen om een product of dienst
voort te brengen. Kosten hebben betrekking op de periode waarover gerapporteerd wordt.
Kosten verminderen de waarde van een onderneming, omdat zij een negatieve impact
hebben op het resultaat (de winst) van de onderneming.
Bij de bepaling van de kosten is het niet relevant of deze kosten al dan niet betaald zijn. Stel
je voor dat jouw onderneming op 1 september de huur voor de komende drie maanden
vooruit betaald; bijvoorbeeld voor september, oktober en november. Op 1 september is de
huur voor September een kostenpost, want deze heeft betrekking op September. De
vooruitbetaling voor oktober en november zijn dus nog geen kosten in September.
Hoofdindeling van de kosten
Er worden in het algemeen twee hoofdindelingen gehanteerd voor de indeling van kosten.
Deze indeling is gemaakt op basis van de flexibiliteit van de kosten, oftewel: in welke mate
zijn deze kosten te besturen of te voorkomen:
De eerste indeling: de constante - en variabele kosten. De variabele kosten worden
beïnvloed door de vraag naar de producten, maar kunnen ook beïnvloed worden door
het productievolume. Hoe meer er wordt verkocht, hoe hoger de (variabele)
transportkosten. Hoe meer er wordt geproduceerd, hoe hoger de (variabele)
grondstofkosten. De constante kosten, zoals huurkosten en afschrijvingskosten,
worden niet beïnvloed door de vraag naar de producten of het productievolume. Deze
kosten worden ook vaste kosten genoemd.
De tweede indeling is de indeling naar de directe - en indirecte kosten. Directe
kosten zijn rechtstreeks toe te wijzen aan één (type) product. Indirecte kosten zijn niet
rechtstreeks toe te wijzen aan één (type) product.
De verdeling in vaste - en variabele kosten zegt iets over de mate waarin de kosten worden
beïnvloed door een toe- of afname van de productie. De verdeling in directe - en indirecte
kosten zegt iets over de toewijsbaarheid van de kosten aan het eindproduct. Het is zeker
,mogelijk dat de kosten direct toewijsbaar zijn aan een eindproduct maar totaal niet worden
beïnvloed worden wanneer er
meer wordt geproduceerd. Dit
noemen we dan directe vaste
kosten. Een voorbeeld hiervan zijn
marketingkosten voor een bepaald
product. Hieronder is een matrix
weergegeven met een aantal
voorbeelden van vaste en
variabele kosten verdeeld over
directe- en indirecte kosten. Deze
matrix kent hiermee dus vier
categorieën:
De kostprijs is een opsomming van de kosten die nodig zijn om één product te
vervaardigen. Hierin kunnen zowel de constante- en variabele kosten als de directe- en
indirecte kosten worden opgenomen. In latere leerdoelen zal hier op in worden gegaan. Voor
het bepalen van een verkoopprijs moet eerst de kostprijs van een product worden
vastgesteld. De verkoopprijs moet minimaal gelijk zijn aan de kostprijs. Een kostprijs wordt
vooraf berekend; dit heet de voorcalculatie. In deze fase worden volgens normen,
standaarden, alleen de doelmatige kosten opgenomen en geen verspilling van arbeid of
grondstoffen. Daarom heet de kostprijs ook wel de normatieve kostprijs. Na een periode
wordt via een nacalculatie bepaald of de normatieve kostprijs is behaald en er zich wellicht
substantiële verschillen hebben voorgedaan.
Het kiezen van een productietechniek
Aangezien een onderneming economisch handelt, kiest de onderneming voor de
productietechniek met de laagste kosten. Deze productietechniek leidt tot de laagste
kostprijs en de gewenste kwaliteit van het product. De onderneming zal periodiek controleren
of aan beide voorwaarden wordt voldaan.
Verschillende kostensoorten
Een onderneming heeft te maken met uiteenlopende kosten. Daarom worden de kosten
verdeeld in kostensoorten om meer inzicht te krijgen in de aard van de kosten. De meest
voorkomende kostensoorten zijn:
1. Inkoopwaarde verkopen de waarde van de verkochte goederen tegen de inkoopprijs.
2. Grondstofkosten de kosten van grond- en hulpstoffen die gebruikt worden voor de
productie.
3. Voorraadkosten kosten voor het opslaan en verzekeren van grond- en hulpstoffen,
halffabricaten en eindproducten.
4. Arbeidskosten vergoeding voor de geleverde arbeid door de werknemers.
5. Afschrijvingskosten de waardevermindering van vaste activa door slijtage en
ouderdom.
, 6. Kosten voor een voorziening het opbouwen van voorzieningen voor toekomstige
uitgaven wordt in de resultatenrekening als kostenpost aangemerkt.
7. Kosten diensten derden kosten voor geleverde diensten door bijvoorbeeld
accountants, transport, en verzekeringen.
8. Belastingen een onderneming kan met diverse belastingen te maken krijgen. Een
voorbeeld van belasting die als kosten moeten worden genomen is de winstbelasting
9. Vermogenskosten kosten die betrekking hebben op de financiering van
bedrijfsactiviteiten. Denk bijvoorbeeld aan rentekosten.
Leerdoel 2 – Vaste en variabele kosten
Kosten kunnen op bepaalde manieren worden ingedeeld. Een van de belangrijkste
indelingen is die naar variabele en vaste kosten. Het indelen van kosten naar directe en
indirecte kosten komt in een andere les naar voren. Als je dit onderwerp succesvol hebt
afgerond ben je in staat om:
1. op basis van gegevens uit de opgave een onderbouwd onderscheid te maken tussen
variabele en vaste kosten;
2. op basis van gegevens uit de opgave rekenkundig de variabele en de vaste kosten vast
te stellen.
Kostenindeling
Kosten kunnen op bepaalde manieren worden ingedeeld. Een van de belangrijkste
indelingen is die naar variabele en vaste kosten.
De variabele kosten worden beïnvloed door de vraag naar de producten, maar
kunnen ook beïnvloed worden door het productievolume. Hoe meer er wordt
verkocht, hoe hoger de (variabele) transportkosten. Hoe meer er wordt
geproduceerd, hoe hoger de (variabele) grondstofkosten.
De vaste kosten worden niet beïnvloed door de vraag naar de producten of het
productievolume.
Variabele kosten
Zoals bovenstaand beschreven zijn de hoogte van de variabele kosten afhankelijk van de
vraag naar producten en/of het productievolume. Voorbeelden van variabele kosten zijn:
Grondstofkosten
Kosten van de verpakking
Bezorgkosten van de producten naar de klant
Variabele kosten kunnen worden ingedeeld in een drietal categorieën:
1. Proportionele variabele kosten: De variabele kosten stijgen in een lineaire lijn met de
toename van de productie/afzet. Een voorbeeld hiervan is een vaste vergoeding per stuk
voor een productiemedewerker.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stephanievandekasteele. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.