Voor het vak leefstijl van jongeren 2 kwamen de onderwerpen geld, voortplantingsorganen, SOA’s en anticonceptie aan bod. Met behulp van de colleges en het boek ‘anatomie en fysiologie van de mens’ heb ik deze samenvatting gemaakt en een 8,1 gehaald voor het tentamen.
Bachelor Tweedegraads Docent Leraar Gezondheidszorg En Welzijn
Leefstijl van jongeren 2
All documents for this subject (1)
1
review
By: dvaiobelliot • 10 months ago
Seller
Follow
ashleyspost
Reviews received
Content preview
Voortplantingsorganen
Geslachtskenmerken
Er wordt onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken.
De primaire geslachtskenmerken zijn bij de geboorte al aanwezig. Zie de tabel.
Vrouw Man
Ovaria (eierstokken) Testes (zaadballen)
Tubae uterinae (eileiders) Epididymes (bijballen)
Uterus (baarmoeder) Ducti deferentes (zaadleiders)
Vagina (schede) Prostaat (voorstanderklier)
Vulva (uitwendige schaamdelen) Penis (mannelijk lid(
De secundaire geslachtskenmerken zijn typerende sekseverschillen die onder invloed van
geslachtshormonen tijdens de groei van het individu tot ontwikkeling komen. Deze hormonen
worden vanaf het begin van de puberteit geproduceerd. Zie de tabel.
Vrouw Man
Het volgroeid zijn van ovaria, uterus, vagina Het volgroeid zijn van testes en penis
en vulva
De menstruele cyclus Stemverlaging (baard in de keel)
De mammae (borsten) Beharing onder de oksels, in de schaamstreek,
in het gezicht, op de borst en op de ledematen
Beharing onder de oksels en in de Grotere bot- en spierontwikkeling dan bij de
schaamstreek vrouw
Verbreding van het bekken
Toename van onderhuids vet op bepaalde
plaatsen, zoals op de heupen en in de
bovenbenen
Geslachtsorganen bij de vrouw
De geslachtsorganen (genitalia) bij de vrouw liggen zowel inwendig als uitwendig. De genitalia
externa (uitwendige geslachtsorganen) liggen in de schaamstreek en worden mer de term vulva
aangeduid. De delen van de vulva zijn: de grote en kleine schaamlippen, de venusheuvel, de clitoris
en het voorhof. De genitalia interna (inwendige geslachtsorganen) bevinden zich in het kleine
bekken; het zijn de eierstokken, de eileiders, de baarmoeder en de schede.
De labia majora (grote schaamlippen) zijn twee behaarde, vrij dikke huidplooien. Ze bevatten veel
onderhuids vetweefsel en zweet-, geur- en talgklieren. De schaamlippen gaan over in het perineum
(bilnaad), een taaie huidplooi tussen schaamstreek en anus. Waar de labia majora aan de voorkant
samenkomen, bevindt zich de mons veneris (venusheuvel). Deze is dicht behaard (schaamhaar). De
labia minora (kleine schaamlippen) zijn 2 dunne, onbehaarde huidplooien. Ze bevatten geen
onderhuids vetweefsel. De kleine schaamlippen sluiten het ventibulum vaginae (voorhof) af. In het
voorhof minden de vagina en de urethra uit. Dicht bij de vaginale opening monden de klieren van
Bartholin uit, die bij seksuele prikkeling slijm afscheiden. Het voorhof is bij de meeste vrouwen die
nog maagd zijn, geheel of gedeeltelijk van de vagina afgesloten door het hymen (maagdenvlies). Op
de plaats waar de kleine schaamlippen aan de voorkant aansluiten bevindt zich de clitoris. Het
bestaat uit 2 zwellichamen, die met een knik naar het voorhof lopen. Daar eindigen ze in een
verdikking, de glans clitoridis genoemd. De glans wordt bedekt door een stukje huid, dat tegelijk de
voorste verbinding tussen de beide kleine schaamlippen vormt. Dit stukje huid wordt preputium
clitoridis (voorhuis van de clitoris).
Toetsoverzicht Leefstijl van Jongeren 1
Voortplantingsorganen/menstruatiecyclus/anticonceptie/SOA’s
,De beide eierstokken (ovaria)
produceren zowel de vrouwelijke
geslachtshormonen als vrouwelijke
geslachtscellen en worden daarom de
vrouwelijke gonaden
(geslachtsklieren) genoemd. Het begin
van de eileider stulpt als een trechter
over de bovenkant van het ovarium
heen. Een eierstok heeft de vorm van
een grote amandel. Om de eierstok is
het bindweefsel dichter en wordt het
de cortex ovarii (schors van de
eierstok) genoemd. Hierin liggen veel
eifollikels. Een eifollikel (eiblaasje)
bestaat uit een nog onrijpe eicel die
wordt omgeven door 1 of meerdere
lagen cellen, de follikelcellen. Beide
eierstokken bevatten samen
gemiddeld 400.000 eifollikels, die voor de geboorte al zijn gevormd. Het vrijkomen van een eicel
wordt ovulatie (eisprong) genoemd.
De follikelcellen van een rijpende eifollikel produceren
oestrogeen, onder invloed van het follikelstimulerend
hormoon (FSH). Oestrogeen bevordert en handhaaft
de secundaire geslachtskenmerken. Oestrogeen heeft
ook invloed op de menstruele cyclus. De rijpe eifollikel
die op het punt staat een eicel af te geven is een met
vocht gevuld blaasje geworden en heet dan Graafse
follikel. Nadat deze zijn eicel heeft afgegeven
verandert hij onder invloed van het luteïniserend
hormoon uit de hypofyse van uiterlijk en functie. De
follikelcellen nemen in aantal en omvang toe, de
eifollikel verandert in een gele korrelige massa en
wordt corpus luteum (geel lichaam) genoemd. Het
corpus luteum is nu een kleine hormonale geworden,
die niet alleen oestrogeen maar ook progesteron
afgeeft. Progesteron speelt een belangrijke rol bij de
instandhouding van de zwangerschap, in het geval de
net vrijgelaten eicel bevrucht zou worden. Als de eicel
niet bevrucht wordt, vergaat het gele lichaam en
wordt er in de volgende menstruele cyclus een nieuwe
eifollikel rijp.
Tussen ovarium en uterus zit een 10 cm lang buisje die de eileider of tuba uterina wordt genoemd.
De eileiders liggen in het bovenste deel van het ligamentum latum (brede baarmoederband), de
peritoneumplooi tussen de uterus en de zijwand van de bekken. Het trechtervormige uiteinde dat
over het ovarium heen stulpt wordt infundibulum tubae uterinae genoemd. De eileider staat hier
open, waardoor er een open verbinding bestaat tussen de uterus en de buikholte. De rand van het
infudibulum heeft franjeachtige uitstulpingen, die fimbriae heten. Ze vangen de uit de eierstok
vrijgekomen eicel op.
Toetsoverzicht Leefstijl van Jongeren 2
Voortplantingsorganen/menstruatiecyclus/anticonceptie/SOA’s
, Aan de zijkanten van het breedste gedeelte sluiten op de baarmoeder of uterus sluiten de eileiders
aan. Het brede koepelvormige deel boven de uitmondingen van de eileiders wordt de fundus uteri
genoemd. Daaronder zit het corpus uteri (baarmoederlichaam), dat het grootste deel van de uterus
uitmaakt. Het taps toelopend deel naar onderen toe, de cervix (baarmoederhals), steekt uit in de
vagina. Dit uitstekende deel heet de portio. De holte in de baarmoeder, binnen fundus en corpus,
wordt cavum uteri (baarmoederholte) genoemd; de holte in de cervix is het cervixkanaal. Het
cervixkanaal verbindt de baarmoederholte met de vagina. De opening van de cervix naar de vagina
heet ostium uteri (baarmoedermond).
Aan de zijkanten van de uterus ligt het waaiervormige ligamentum latum. Dit ligament wordt aan de
voorkant begrensd door het bandvormige ligamentum teres, dat vanaf de uterus naar de lies loopt.
Aan de achterkant wordt de uterus door het ligamentum recto-uterina gefixeerd.
De baarmoederwand heeft 3 lagen. De binnenste laag, die aan de baarmoederholte grenst, is het
endometrium (baarmoederslijmvlies). Het endometrium ondergaat gedurende de menstruele cyclus
veranderingen in dikte en bouw. De middelste en dikste laag van de baarmoederwand is het
myometrium (spierwand). Het de buitenste laag van de uterus, het perimetrium, is in feite een deel
van peritoneum viscerale (serosa).
De schede of vagina is een kanaal van ongeveer 8 cm en vormt de verbinding tussen de uterus en de
buitenwereld. De vagina is het vrouwelijke paringsorgaan en tijdens de bevalling ook het laatste deel
van het baringskanaal. Normaal raken de voor- en achterwand elkaar, maar tijdens de baring kan de
diameter gemakkelijk tot 15 cm toenemen.
In de vagina leven de zogeheten Döderlein-bacillen, een staafvormige bacteriedodend met de naam
Lactobacillus acidophilus. Deze bacillen zetten voor hun energiestofwisseling glucose om in melkzuur.
Ze scheiden het melkzuur af, waardoor het milieu vagina zuur is. De meeste andere micro-
organismen kunnen niet tegen dit zure milieu en gaan dood. Door de aanwezigheid van de bacillen is
de vrouw tot op zekere hoogte beschermd tegen infecties. Deze bescherming is erg belangrijk,
aangezien de buikholte va de eileiders en ook de uterus zelf in open verbinding staat.
Geslachtsorganen bij de man
De penis is het mannelijke paringsorgaan. Tevens vindt via de penis urinelozing plaats. Het deel van
de penis net onder de symfyse heet de radix penis (wortel). Het vrijhangende deel van de penis
wordt het corpus penis (penisschacht) genoemd.
De penis bevat 3 zwellichamen. Het in doorsnede kleinste zwellichaam is het corpus spongiosum
penis, dat direct onder het bekkenbodem ligt. Bij het begin van het corpus spongiosum zitten 2
erwtgrote klieren, de klieren van Cowper. Tijdens de paring produceren deze klieren een slijm dat via
kleine gangen in de urethra terecht komt.
De 2 andere zwellichamen worden de corpora cavernosa penis genoemd. Direct onder het symfyse
liggen ze naast elkaar, gescheiden dor een bindweefselschot: het septum penis.
De top van de penis wordt gevormd door een verdikking van het corpus spongiosum. Deze verdikking
wordt de glans penis (eikel) genoemd. De huid rond de penis is dun, onbehaard en zit ruim om de
penis heen. De huid eindigt met een aanhechting in een groeve achter de glans en valt met een
omslagplooi ruim over de glans heen.de loshangende omslagplooi wordt het preputium penis
(voorhuid) genoemd. Deze kan over de eikel teruggeschoten worden.
Meestal is de lengte van de penis 5 tot 12 cm en hangt hij slap. Bij seksuele prikkeling wordt de
bloedtoevoer sterk verhoogd en blijft het bloed in de zwellichamen zitten. De stevige
bindweefselmantels worden strak gespannen en de penis wordt langer, dikker en harder. Na enige
tijd neemt de spanning in de zwellichamen zo toe dat de penis in erectie (opgerichte toestand) komt.
Hierbij bewerkstelligen de beide corpora cavernosa de erectie, terwijl het corpus spongiosum weker
blijft, waardoor dichtdrukken van de urethra verbindt wordt. De nu stijve penis heeft een lengte van
15 tot 19 cm en kan worden bewogen door samentrekken van de spieren rond de radix penis.
Toetsoverzicht Leefstijl van Jongeren 3
Voortplantingsorganen/menstruatiecyclus/anticonceptie/SOA’s
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ashleyspost. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.
