Onderwijs In Relatie Tot Samenleving En Cultuur (P0S69A)
Summary
Samenvatting READER Onderwijs In Relatie Tot Samenleving En Cultuur (P0S69A)
37 views 3 purchases
Course
Onderwijs In Relatie Tot Samenleving En Cultuur (P0S69A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Dit is een samenvatting van de teksten uit de READER van het vak onderwijs in relatie tot samenleving en cultuur. Het gaat om teksten van Latour, Durkheim, Apple, Bourdieu, Masschelein, Simons, Latour, Illich...
De teksten uit de reader zijn moeilijk begrijpbaar, maar ik zelf heb deze vragen en ...
Onderwijs In Relatie Tot Samenleving En Cultuur (P0S69A)
All documents for this subject (12)
Seller
Follow
elinebunnik
Reviews received
Content preview
Verwerkingsopdrachten Bourdieu
1. In zijn analyses overstijgt Bourdieu het klassieke onderscheid tussen structuren en
actoren. Leg dit uit aan de hand van zijn analyse van het examen/onderwijs?
o Structure – agency gebruikt men om een onderscheid te maken tussen de
verschillende theorieën dus de structuur, de afspraken en regels in de
samenleving en anderen zeggen nee het heeft te maken met agency dus hoe
een persoon zich in de maatschappij plaatst en dus welke acts die doet
Oftewel kies je dus structuur, of actor
o Bourdieu overstijgt dit DUS hij zal zowel iets zeggen over structuur als actor ->
heeft te maken met die subjectieve verwachting en objectieve
waarschijnlijkheid en dit kan dan ook gelinkt worden aan de habitus
2. “Door het examen meer objectief, anoniem en betrouwbaar te maken (door
bijvoorbeeld multiple choice examens in te voeren) kan men het
ongelijkheidsreproducerend karakter van het onderwijs teniet doen.” Zou Bourdieu
wel of niet akkoord gaan met deze stelling? Motiveer je antwoord.
o Nee, want bv een mondeling examen zou klasse enz wel een invloed hebben
(p128 onderaan) dit gaat ongelijkheid produceren
o ‘Het klasse effect is nergens zo opvallend als bij de examens’
o P129 ‘maar men moet zich ervoor hoeden..’ maar het examen zal altijd
gelinkt zijn aan het sociale je gaat dat nooit krijgen
o P129 onderaan ‘jakobijnse vertrouwen dat zoveel academici hechten aan het
landelijke en anonieme concours..’ ‘terwijl men vergeet dat..’
3. Wat is het onderscheid tussen onmiddellijke en uitgestelde zelfuitsluiting?
o Onmiddelijke is dat je zelf al denkt dat je iets niet kan omdat je tot een lagere
klasse behoort en uitgestelde is dat je het wel gaat proberen, maar
uiteindelijk toch nog altijd in lagere jobs gaat terechtkomen door je sociale
klasse dus dat je eigenlijk naar de tweederangsscholen gaat
(watervalloopbaan) p120 - 121
4. Bourdieu verwijt sociologen dat ze zich onvoldoende bewust zijn van hun eigen
positie in relatie tot hun onderzoek (reflexiviteit). Hoe komt dit in de tekst naar
voren?
o Er wordt op pagina 128 wordt er gezegd ‘Wanneer men weet wat er in de
oordelen van de examinatoren allemaal ontleend is aan de impliciete normen
die de waarden van de heersende klassen vertalen en specifieren in de logica
van het onderwijs in eigenlijke zien, dan ziet men dat de kandidaten een des
te zwaardere handicap te verdragen hebben naarmate die waarden verder
afliggen van de waarden van hun klasse van herkomst. niet juist want dit
gaat niet over de onderzoekers
, o P120-121: ‘tal van onderzoeken naar het onderwijssysteem, opgevat als
instantie’ ‘het is voldoende om ten aanzien van het gehele selectieproces’
Cyclus voltooien zijn de geslaagden dus hij kijkt nog steeds enkel
naar de geslaagden en gezakten (dus vergeet de niet-geslaagden)
Dus de niet geslaagden worden niet meegenomen en daarom zitten
de onderzoekers vast in hun eigen visie van de middenklasse
5. Uit een interview met O. Agirdag
“ U zegt dat er ‘vormen van symbolisch geweld’ plaatsvinden op school. Dat
klinkt heftig.” “Ik zeg niet dat leerkrachten met een stok op je hoofd slaan,
wel met een betekenis. Neem nu de opvatting dat je een achterstand zal
ontwikkelen als je thuis Turks praat. Terwijl we weten dat als een anderstalige
leerling thuis meer zijn moedertaal spreekt, dat niet in diens nadeel hoeft te
spelen op school, integendeel. De waarheid wordt dus geweld aangedaan.
Zulk symbolisch geweld leidt tot een zekere zelfeliminatie. Leerlingen die gaan
denken: ‘Met mijn achterstand kan ik niet studeren’ of ‘Mijn religie is niet
neutraal’. Dat leidt er op het einde van de rit toe dat zij zichzelf niet als
volwaardig zien. Dan zie je inderdaad dat gekleurde leerlingen voortdurend
moeten leren leven met een aantal betekenissen over zichzelf, wat er
uiteindelijk toe leidt dat ze zichzelf gaan elimineren.”
Steunt Agirdag op het theoretisch kader van Bourdieu? Ja/Nee? Leg uit…
Ja, hij steunt op dit kader want symbolische legitimatie van ongelijke
verdeling vb het examen schept de illusie dat er sociale gelijkheid is,
maar het is eigenlijk niet zo
Het gaat over de zelfeliminatie obv een lagere achtergrond en dus de
leerlingen gaan zichzelf uitsluiten omdat ze zelf al denken dat ze het
niet kunnen
Symbolisch geweld: onderwijs reproduceert de ongelijkheid maar het
legitimeert het ook dus omdat ze zeggen dat het examen een neutraal
gegeven is gaan ze het legitimeren en dan zo tegelijkertijd ook de
ongelijke behandeling van verschillende klassen
6. Maak de oefening rond het bifocaal stratificatiemodel uit de video/powerpoint.
(optioneel)
, Verticale as = globale kapitaal dus combinatie van alle kapitalen
Horizontale as = cultuur en economisch dus verhouding tussen deze 2
Links = laag economisch, hoog cultureel
Rechts = hoog economisch, laag cultureel
VTM: economisch en minder cultureel dus rechts en naar globaal toe ; canvas gaat dan links
zijn en ze zitten ongeveer op de horizontale as
Man aan de pc: hoog kapitaal omdat die vrij zelfstandig werkt en ook omdat het een
bediende is tov arbeider (het kan bij employes, of cadres du prive of cadres du publique,
laatste is ambtenaar)
Concert gelijkaardig met opera
Dokter gelijkaardig met profession liberale (want vrij beroep)
Professor gelijkaardig met professeur d’université
Kristof de zanger gelijkaardig met johnny halliday
Publiek bij een voetbalwedstrijd vergelijkbaar met spectacles sportifs
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinebunnik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.