In dit document zijn alle leerdoelen voor medische kennis van periode 1 uitgewerkt. Het zijn leerdoelen over anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie.
Alle leerdoelen periode 1 over ademhalingsstelsel, hart en nieren vooral
October 25, 2021
69
2021/2022
Summary
Subjects
nieren
uitscheiding
hart
ademhalingsstelsel
hart en vaatziekten
weefsels
cellen
farmacologie
pathologie
fysiologie
anatomie
topografie
medische terminologie
orgaansystemen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Verpleegkunde
Medische Kennis
All documents for this subject (117)
5
reviews
By: michaelmitchell0112 • 11 months ago
By: elinebosch • 11 months ago
Translated by Google
What is the reason why you give 1 star if I may ask?
By: nadiehrens • 1 year ago
By: lottegaal • 1 year ago
By: s1184792 • 2 year ago
By: ihofstra2000 • 2 year ago
Seller
Follow
elinebosch
Reviews received
Content preview
Leerdoelen Medische kennis periode 1
Leerdoelen lesweek 1
Na bestudering van de lesstof…
…weet je de definitie van anatomie.
Anatomie is ook wel ontleedkunde. Afgeleid van de Griekse woorden ‘ana’ (uiteen) en
‘temnein’ (snijden). De anatomie houdt zich bezig met de bouw van het menselijk lichaam.
Deze kennis wordt nog altijd uitgebreid.
…weet je de definitie van fysiologie.
De wetenschap van het functioneren van een levend organisme wordt aangeduid met de
term fysiologie. Afgeleid van de Griekse woorden ‘phusis’ (natuur) en ‘logos’ (leer).
Voorbeelden van fysiologische gegevens zijn: bloeddruk, zuurstofverbruik, samenstelling van
urine, ademfrequentie, spierkracht en hersenactiviteit.
…begrijp je wat functionele anatomie inhoudt.
De basisanatomie is de leer over de verschillende orgaanstelsels, en specifiek over ons skelet-
en het spierstelsel. De functionele anatomie gaat meer in op de anatomie die we nodig
hebben in de dagelijkse praktijk. De anatomie over bewegen. Anatomie + fysiologie =
functionele anatomie.
…ken je een aantal veelgebruikte onderzoeksmethoden die anatomische en fysiologische
kennis van.
Pagina 15 en 16
…heb je inzicht in de reductieniveaus en organisatieniveaus binnen de anatomie en
fysiologie.
Er zijn verschillende reductieniveaus te onderscheiden. Ze
komen overeen met bepaalde organisatieniveaus in het
lichaam.
Van groot naar klein:
- Mens
- Orgaanstelsels
- Organen
- Weefsels
- Cellen
- Organellen
- Moleculen
…begrijp je dat het reductieniveau van orgaanstelsels ook zijn beperkingen heeft.
Zorgvragers of sportmensen dreigen soms gereduceerd te worden tot hun aandoening, hun
handicap of blessure. Je moet erop bedacht zijn dergelijke reducties te vermijden. Elk mens
moet immers gezien worden als de totaliteit, de eenheid die eenieder is.
1
,…weet je wat bedoeld wordt met het inwendige en uitwendige milieu van het menselijk
lichaam
Het uitwendig milieu is de buitenwereld, dat wil zeggen de omgeving buiten het lichaam,
maar ook de holten die met de buitenwereld in contact staan (bijvoorbeeld darmholte). Tot
het inwendige milieu behoren het weefselvocht ofwel de interstitiële vloeistof rondom de
weefselcellen als ook het bloed en de lymfe.
…weet je wat homeostase betekent.
Homeostase is het stabiel/in stand houden van het interne milieu. Hieronder vallen
bijvoorbeeld de lichaamstemperatuur (altijd rond de 37 graden) en de zuurgraad van het
bloed (met een pH tussen de 7,35 en 7,45).
…ken je de basisfuncties van de tien orgaanstelsels in het menselijk lichaam.
Circulatiestelsel (hart- en bloedvatenstelsel)
Transporteert bloed met daarin bloedcellen, plasma-eiwitten, hormonen, zouten,
bloedgassen, voedingsstoffen en afvalstoffen.
Circulatiestelsel (lymfevatenstelsel en lyfoïde weefsels)
- Transporteert lymfe met daarin voedingsstoffen, kleine plasma-eiwitten, witte
bloedcellen, zouten en bloedgassen.
- Ondersteunt de werking van het bloedvatenstelsel.
- Zorgt voor de immuniteit van het bloed.
Spijsverteringsstelsel (spijsverteringskanaal en spijsverteringsklieren)
- Bewerkt het opgegeten voedsel.
- Zorgt voor opname van voedingsstoffen in het bloed.
- Verwerkt de in het bloed opgenomen voedingsstoffen.
Het spijsverteringsstelsel is een holle buis die bij de mond begint en bij de anus eindigt. De
holte van de buis (lumen) behoort tot het uitwendige milieu.
Ademhalingsstelsel (luchtwegen en longen)
Verzorgt de gaswisseling tussen het uitwendige en inwendige milieu. De luchtweten en
longen zijn essentiële delen van het ademhalingsstelsel.
Urinewegstelsel (nieren en urinewegen)
Verwijdert afvalstoffen en overtollige stoffen uit het lichaam.
Voortplantingsstelsel (voortplantingsorganen en geslachtsklieren)
Vormt geslachtshormonen en maakt voortplanting mogelijk.
Hormonale stelsel (hormoonklieren en hormonen)
Reguleert en coördineert via chemische boodschappers de werking van alle organen en
weefsels.
Zenuwstelsel (hersenen, ruggenmerg en zenuwen)
- Reguleert en coördineert via impulsen de werking van alle organen en weefsels.
- Coördineert de contacten met de buitenwereld.
- Coördineert de psychische functies.
2
,Sensorische stelsel (zintuigen: neus, de tong, de ogen, de oren en huid)
Neemt prikkels waar vanuit het uitwendige milieu.
Motorisch stelsel (Skelet: botten en gewrichten)
- Biedt stevigheid aan het lichaam.
- Maakt bewegingen van romp en ledematen mogelijk.
- Beschermt organen en weefsels.
- Is aanmaakplaats van bloed.
- Is opslagplaats voor mineralen.
Motorisch stelsel (skeletspieren)
Maken lichaamsbewegingen mogelijk en bieden stevigheid.
Huid (epidermis, dermis en subcutis)
Beschermt het lichaam tegen gevaren vanuit het uitwendige milieu en reguleert de
lichaamswarmte. Beschermt tegen uitdroging, hitte en kou, mechanische krachten en tegen
de schadelijke inwerking van chemische stoffen.
…begrijp je dat alle orgaanstelsels samenwerken om de homeostase te bewerkstelligen.
In het biljoenencellige menselijk lichaam bevinden zich veel uiterst gespecialiseerde weefsels
en organen die de homeostase bewerkstelligen. De weefsels en organen werken op een
complexe manier met elkaar samen en vormen een aantal orgaanstelsels.
…begrijp je hoe belangrijk topografische kennis is voor de bestudering van anatomie en
fysiologie.
Het is van groot belang dat je weet hoe je het beste bepaalde plaatsen op het lichaam aan
kunt geven. Dit doen we bij voorkeur met de termen van de Terminologia Anatomica.
…weet je wat bedoeld wordt met de anatomische houding.
Er is een afspraak over de hele wereld over een bepaalde dezelfde houding. Zo kan er geen
spraakverwarring optreden. In deze houding:
• Staat de persoon rechtop;
• Houdt de persoon het hoofd rechtop;
• Houdt de persoon de armen gestrekt naast het lichaam;
• Zijn de handpalmen naar voren gekeerd
• Zijn de voeten iets gespreid.
3
, …kun je de belangrijkste lichaamsvlakken benoemen
Er worden 3 type lichaamsvlakken onderscheiden: het frontaal vlak, het transversaal vlak en
het sagittaal vlak.
- Een frontaal vlak loopt evenwijdig aan de lichaamsas (lengteas) en verdeelt het
lichaam of delen daarvan in voor en achter. Frontale vlakken ontstaan door een
frontale doorsnede.
- Een transversaal vlak loopt evenwijdig aan het vloeroppervlak, staat loodrecht op de
lichaamsas en verdeelt het lichaam of delen daarvan in boven en onder. Transversale
vlakken ontstaan door een transversale doorsnede (dwarsdoorsnede) door het
lichaam.
- Een sagittaal vlak staat loodrecht op een frontaal vlak en verdeelt het lichaam of delen
daarvan in links en rechts. Sagittale vlakken ontstaan door een sagittale doorsnede
door het lichaam. De sagittale doorsnede door neus en navel deelt het lichaam precies
in tweeën. Dit medio-sagittale vlak wordt daarom vaak het mediaanvlak genoemd. Het
sagittaal vlak is ook wel een lengtedoorsnede of longitudinale doorsnede.
-
…ken je de meest gebruikte plaatsaanduidingen in de Terminologia Anatomica
Plaatsaanduiding Gebruik Voorbeeld
Ventraal (aan de buikzijde) Bij grotere structuren of over De slokdarm ligt dorsaal van de luchtpijp en
Dorsaal (aan de rugzijde) grotere afstanden ventraal van de wervelkolom.
Anterior (aan de voorkant) Bij kleinere structuren of De a. cerebri anterior (voorste hersenslagader)
Posterior (aan de achterkant) over kleinere afstand voorziet het voorste deel van de grotere hersenen
van bloed, en de a. cerebri posterior (achterste
hersenslagader) het achterste deel.
Centraal (in het midden) Bij uitgestrekte stelsels als Het centrale zenuwstelsel omvat hersenen en
Perifeer (aan de uiteinden) het zenuwstelsel of het ruggenmerg en de zenuwen behoren tot het
circulatiestelsel perifere zenuwstelsel.
Craniaal (aan de kant van de Bij de wervelkolom of het De borstwervels liggen craniaal van de
schedel) centrale zenuwstelsel, lendenwervels en caudaal wordt het ruggenmerg
Caudiaal (aan de kant van de meestal over grotere steeds dunner.
staart) afstanden
Superior (hoger, boven) Bij kleinere structuren of De v. cava superior (bovenste holle ader) voert
Inferior (lager, beneden) over kleinere afstanden het bloed uit hoofd en armen naar het hart; de v.
cava inferior doet dat met bloed uit benen en
buikorganen.
Lateraal (aan de zijkant) Algemeen Bij gesloten benen wordt de mediale zijden van de
Mediaal (naar het midden toe) benen tegen elkaar aangehouden.
Proximaal (aan de kant van de Bij (delen van) ledematen De elleboog ligt proximaal ten opzichte van de
romp) pols en distaal ten opzichte van de schouder.
Distaal (ver van de romp)
Sinister (links) Bij symmetrisch geleden V. subclavia sinistra (linker onder sleutelbeenader)
Dexter (rechts) structuren en v. subclavia dexter (rechter onder
sleutelbeenader)
Internus (inwendig) Bij de ligging in de diepte, De a. carotis interna (inwendige halsslagader)
Externus (uitwendig) vooral bij bloedaten en treedt de schedel binnen en da a. carotis externa
zenuwen. (uitwendige halsslagader) vertakt zich aan de
buitenkant van de schedel.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinebosch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.62. You're not tied to anything after your purchase.