100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Diagnostiek Voor De Klinische Praktijk, Kinderen En Adolescenten (FGB_P_BDKPKO_2018_P1) $6.96   Add to cart

Class notes

College aantekeningen Diagnostiek Voor De Klinische Praktijk, Kinderen En Adolescenten (FGB_P_BDKPKO_2018_P1)

1 review
 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hierbij de volledige college aantekeningen van het vak Diagnostiek voor de Klinische Praktijk, ontwikkelingspsychologie

Preview 3 out of 25  pages

  • October 26, 2021
  • 25
  • 2018/2019
  • Class notes
  • Jolien zevalkink
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: izzydj2000 • 1 year ago

avatar-seller
Hoorcollege 1 Diagnostisch proces klinische praktijk
Diagnostiek gaat over het door en door leren kennen van een situatie met als doel een beslissing te
kunnen nemen. Grondige diagnostiek van de problemen en klachten van de cliënt is voorwaarde
voor adequate hulpverlening.

Neuropsychologisch onderzoek heeft als doel om cognitieve, emotioneel en gedragsconsequenties
van het disfunctioneren van de hersenen te onderzoeken. Zulk onderzoek bestaat niet slecht uit het
afnemen van neuropsychologische tests … een dergelijk proces van hypothesevorming en – toetsing
vereist een constante bijstelling, afhankelijk van antwoorden die tijdens een onderzoek gevonden
worden.

Doel: beslissing nemen! Diagnostiek over neuropsychologische problematiek en GGZ problemen bij
kinderen, adolescenten en volwassenen.

Belangrijke vraag? Wie verzamelt de diagnostische gegevens en wie neemt de besluiten?

Diagnostisch proces: 3 rollen
- Psychiater: DSM
- Diagnosticus: testen
- Therapeut: behandeling
 Tegenwoordig lopen deze 3 rollen door elkaar. Ook belangrijk: Hoe goed is de kwaliteit van
de diagnostiek? Voldoende kennis om een beslissing te nemen? Samenwerking?

Diagnostiek als professionele activiteit
- Theorievorming over gedragingen, cognities en emoties/motivaties > gefundeerde hypothese
vormen
- Operationalisatie en meting van problemen/klachten > keuze maken voor gebruik van bepaalde
instrumenten
- Toepassing van relevante diagnostische methoden > vaardigheden aanleren om afname
betrouwbaar te kunnen doen

Idealiter is diagnostiek een: wetenschappelijk gereglementeerd denk- en onderzoeksproces
Dit betekent niet ongelimiteerde diagnostiek voordat tot handelen over gegaan kan worden, wel
voldoende tot een (eerste) beslissing genomen kan worden, daarna vervolgdiagnostiek waar nodig.
 zo kort als mogelijk, zo uitgebreid als nodig

Hypothesevorming
- Welke theoretisch uitgangspunt heeft elke speler?
- Welke hypothesen leiden tot diagnostiek?
- Analyse van de aanvraag: wie verwijst en wat is de inhoud van de aanvraag? > o.a. dossieranalyse
- Analyse van de hulpvraag: wat beweegt de cliënt? > diagnosticus

Theorievorming
- Kennis over normale en afwijkende ontwikkeling: screenen van sterke en zwakke punten
- Rekening houden met cultuur
- Theoretisch model: sociale leertheorie, gehechtheid, biologisch etc.

Operationalisatie: diagnostisch scenario
Ordening van vragen van aanvrager en cliënt uit aanmeldingsfase, vragen die bij hulpverlener
opkomen en kennis over het probleem > eerste voorlopige theorie
- Je kan wel vragen hoe voel je je daarbij? Ipv alles operationeliseren

,Verklaringsfactoren (vaak over theoretisch model)
- Verklarend: oorzaak, reden, gevolg etc.
- Instrumenten, zoals problemen met executieve functies, intelligentie, persoonlijkheid,
traumatische ervaringen, onveilige gehechtheid, context factoren

Basisvragen en voorbeelden
1. Onderkenning: wat zijn de problemen? Is er sprake van een gedragsstoornis bij X?
2. Verklaring: waarom, wat houdt de problemen in stand? Voelt X zich onbegrepen met als gevolg
dat hij negatieve aandacht vraagt?
3. Predictie/voorspellend: hoe ontwikkelen de problemen? Wat is de kans dat het probleemgedrag
bij X vanzelf verdwijnt?
4. Indicatie: hoe kunnen de problemen verholpen worden? Welke aanpak is gewenst bij X?
5. Evaluatie: zijn de problemen voldoende verholpen? ROM en einddiagnostiek > HC3

Onderkenning en verklaring
Onderkenningsvragen meetbaar maken (je kan meerdere dingen tegelijk doen):
- Criteriumgericht: i.v.m. een vooraf bepaalde standaard
- Normgericht: i.v.m. een representatieve vergelijkingsgroep
- Ipsatief: i.v.m. individu zelf, bijvoorbeeld eerder moment (vergelijken met persoon zelf)

Verklaringsvragen (waarom is er een probleem/wat is de bron?)
- Persoonsgericht/situatiegericht (locus)
- Aard van de controle / oorzaak
- Synchrone (in tijd samenvallend) en diachrone (voorafgaande) condities
- Inducerende (ontstaan) en continuerende (in stand houdende) condities

Diagnostisch verslag opbouwen volgens stappen
Kenmerken voor goed verslag:
- Opbouw van het verslag volgt stappen van het diagnostisch proces
- Onderscheid tussen feiten, interpretatie en conclusie is helder

Functies van het verslag
1. Conclusie van het onderzoek beargumenteren
2. Effectieve communicatie over de cliënt (evt. 2 rapporten)

Diagnostische basismethoden
1. Gesprek
2. Observatie
3. Gestandaardiseerde meetinstrumenten

Het gesprek als diagnostische methode
Doel:
1. Informatieverzameling
2. Opbouwen van goede professionele werkrelatie
3. Eerste inschatting vervolg traject
Eventueel: vijfgesprekkenmodel bij adolescenten ‘’kort als het kan, lang als het moet’’

Diagnostische gespreksvormen
1. Intakegesprek: klinisch interview gericht op globale inventarisatie van problemen (e.g.
klachten, hulpvraag)
2. (semi-) gestructureerd interview: bijv. SCID, MINI, ADI-R

, Professionele houding tijdens gesprek
1. Afstand en nabijheid: voldoende afstand om weloverwogen te reageren, voldoende
nabijheid om echtheid en empathie te tonen
2. Omgang met culturele diversiteit: sensitiviteit voor culturele verschillen, wederzijdse
misverstanden, oog voor variatie binnen iedere cultuur
3. Explicitering en kwaliteit: uitleggen wat je doet en waarom, overleggen en samenwerken
4. Verantwoordelijkheden: duidelijkheid over rechten en plichten, hulpverleningskader
tegenover juridisch kader
5. Morele dilemma’s: eis van geheimhouding, plicht informatie te delen

Afstand en nabijheid
Een dilemma: maximale nabijheid met behoud van distantie
Distantie: een onderzoekende houding en uitstellen van een oordeel
Nabijheid: persoonlijke presentie en veiligheid
Voorbereiden op mogelijke obstakels tijdens gesprek bij gespreksleider, cliënt en in de interactie

Obstakels tijdens gesprek
- Gespreksleider: eigen gedachten, gevoelens, vooroordelen, normen en waarden, huidige
stressoren
- Interactie: geen ‘’gelijkwaardige’’ communicatie, moeite met autoriteit > motiverende
gespreksvoering, positief etiketteren

Bij cliënten obstakels
- Depressief: moeizaam, laag tempo, meer steun, meer tijd, ingaan sterke kanten, uitvragen
suicidegedachten
- Angstig: op gemak stellen, veel minimale aanmoedigingen, korte open vragen, vaker
samenvatten, suggestieve vragen, alert voor schaamte
- Verslaving: vage of onduidelijke antwoorden, aandacht aan probleemdefinitie en motivering,
concreet doorvragen
- Somatiserend en hypochonder: willen dokter, verwachtingen bespreken
- Psychotisch: contact met realiteit kwijt, psychotische uitingen negeren, ingaan op niet‐
psychotische uitingen, navragen complot

Omgang met culturele diversiteit
- Attitude: sensitiviteit voor culturele verschillen: wat zijn je eigen percepties en vooroordelen?
- Kennis: oog voor wederzijdse misverstanden: verschillen wij in interpretaties van gedrag en
belevingswereld?
- Vaardigheden/culturele competentie: oog voor variatie binnen iedere cultuur: op welke manier
kan ik die ander leren begrijpen vanuit zijn context en geschiedenis
 DSM‐5: Cultural Formulation Interview (CFI) 16 vragen over betekenis van het probleem,
potentiële hulpbronnen, en verwachtingen qua hulpverlening vanuit het gezichtspunt van de
betrokkene en leden van zijn of haar sociale netwerk.

CFI-cultural formulation interview
Toevoeging aan DSM‐5 met als doel: om tijdens een intake in de ggz informatie te krijgen over de
manier waarop cultuur doorwerkt op essentiële aspecten van het klinische beeld dat een betrokkene
presenteert en op de hulpverlening aan hem of haar.
 Onderzoek: training van 1 uur over CFI vergrootte culturele competentie van psychiaters in
opleiding (Mills e.a., 2016).

Relativiteit

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EliseR. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$6.96
  • (1)
  Add to cart