100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting van alle literatuur uit Child Family School Community $8.08   Add to cart

Summary

samenvatting van alle literatuur uit Child Family School Community

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van de literatuur uit Child Family School Community

Preview 4 out of 42  pages

  • No
  • Unknown
  • October 28, 2021
  • 42
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Child, family, school, community
Chapter 1 ecology of the child
Ecology = de wetenschap van de onderlinge relaties tussen organisme en hun omgeving
Human ecology = de biologische, psychologische, sociale en culturele context in welke een
ontwikkelende persoon leeft en de continue processen die plaats vinden in de loop van de tijd
Adaptation = de aanpassing van een organisme of zijn gedrag om het beter in het in de maatschappij
te laten passen

Societal forces impacting human adaptation:
- Demographics = statistische kenmerken van mensen (leeftijd, inkomen, ras)
- Economics (productie, distributie, consumptie)
- Politics
- Technology

Socialization = het proces waarbij individuen zich kennis, vaardigheden, en karaktereigenschappen
toe-eigenen dat ervoor zorgt dat ze kunnen deelnemen als effectieve leden van
een groep en samenleving. Socialisatie vindt plaats:
- Na verloop van tijd
- Door interactie met belangrijke anderen
- Door middel van communicatie
- In emotioneel significante contexten

Internalization = het proces waarbij extern gecontroleerd gedrag verschuift naar
intern of zelf gereguleerd gedrag

Reciprocal process = wederzijds = reactie van de een zorgt voor een reactie bij de ander
Dynamic process = interacties veranderen in de loop van de tijd

Genotype = de totale samenstelling van erfelijke instructies gecodeerd in de genen op het moment
van conceptie
 Passive genotype-environment interaction:
Child’s genotype  geerfd van  parent’s genotype + environment (provided by parents) 
developmental outcomes
 Evocative genotype-environment interaction:
Child’s genotype  ontlokt  environment responses  development outcomes
 Active genotype-environment interaction:
Child’s genotype  zoekt  compatible environment  development outcomes




Temperament
= de
aangeboren
kenmerken die
de

,gevoeligheid van een individu voor verschillende ervaringen en het reactievermogen op patronen
van sociale interactie bepalen

maturation = ontwikkelende veranderingen die verband houden met het biologische proces van
ouder worden

intentional socialization = bewust, met consequenties als het niet gebeurt
unintentional socialization = onbewust

developmentally appropriate = een curriculum dat het begrijpen van de normale groeipatronen van
kinderen en individuele verschillen inhoudt

theory = een georganiseerde reeks uitspraken die observaties uitlegt, verschillende feiten en
gebeurtenissen integreert en toekomstige resultaten voorspelt
- Een kader bieden voor het interpreteren van onderzoeksresultaten en richting geven voor
toekomstig onderzoek
- Een bepaald aspect van ontwikkeling uitleggen, zoals genetica
- Omgevingen beschrijven die veel aspecten van de ontwikkeling van het kind beïnvloeden
zoals cultuur
- De interactie testen tussen het kind en zijn of haar omgeving zoals ecologie
Bioecological = verwijst naar de rol die organisme spelen in het vormen van hun omgeving in de loop
van de tijd

Piaget’s theory:
- Infants and toddlers (ages 0-2) begrijpen dingen in termen van hun zintuigen en motoriek. Ze
herkennen een rammelaar aan zijn gevoel, zijn smaak en zijn geluid.
- Preschoolers (ages 3-5) beginnen relaties tussen mensen, objecten en gebeurtenissen te
begrijpen, maar op een intuitieve of fantasierijke in plaats van op een logische manier.
- School-agers (ages 6-11) kunnen logica gebruiken om relaties te begrijpen, maar alleen bij
concrete of echte mensen, objecten of gebeurtenissen
- Adolescents (age 12 and beyond) kunnen abstracte en hypothetische relaties begrijpen en
kunnen daarom problemen oplossen met betrekking tot dingen die ze niet rechtstreeks
hebben meegemaakt

Bronfenbrenner model
1. Microsystem (=small)
Family (zorgt voor koestering, genegenheid en een verscheidenheid aan mogelijkheden,
school (kinderen ontwikkelen vaardigheden leren over hun samenleving),
peer group (een setting waarin kinderen zonder volwassenen zijn en leren zelfstandig te zijn),
community (samenleving/buurt heeft invloed op de ervaringen met de wereld van een kind),
media (Kinderen kunnen de hele wereld via de media zien)
2. Mesosystem (=tussenliggend)
Toen de stijl van gezinsinteractie vergelijkbaar was met die van de school, doordat beide
instellingen de participatie van kinderen aanmoedigden, werden de academische prestaties
verbeterd. Dus hoe talrijker de kwalitatieve verbanden of onderlinge relaties tussen de
microsystemen van het kind, hoe meer impact ze hebben op de socialisatie.
3. Exosystem (=outside) settings waarin kinderen niet actief zijn, maar die wel gevolgen hebben
op hun microsysteem
4. Macrosystem (=large) de samenleving en subcultuur waar die persoon toe behoort, specifiek
gericht op zijn overtuigingen, levensstijl, patronen van sociale interactie en
levensveranderingen

,Society = een gemeenschap, natie of brede groep mensen met gemeenschappelijke tradities,
instellingen en collectieve activiteiten en interesses
Ethnicity = een toegeschreven groep waarin leden zich identificeren door nationaliteit,
cultuur, ras of religie
Culture = het geleerde of verworven gedrag, inclusief kennis, overtuiging, kunst, moraal, wet,
gebruiken en tradities, dat kenmerkend is voor de sociale omgeving waarin een individu
opgroeit
Low-context macrosystems = cultuur doorgaans gekenmerkt door rationaliteit,
bruikbaarheid, concurrentie, individualiteit en vooruitgang
High-context macrosystems = cultuur doorgaans gekenmerkt door intuïtiviteit, emoties,
samenleving, groepsidentiteit en traditie
Onderzoek van socioloog Glen Elder wees uit dat veranderingen in het macrosysteem
kunnen resulteren in veranderingen in de exosystemen, mesosystemen en microsystemen.
Ecologische veranderingen in de loop van de tijd kunnen verschillende impacts hebben op de
socialisatie van een kind afhankelijk van andere variabele, zoals leeftijd, geslacht, relatie met
familie en socio-economische status van de familie voor de verandering

, Chapter 2: Ecology of socialization
Het socialisatie proces wordt beïnvloed door:
- Biologische factoren (genen, evolutie, hormonen)
Experience-expectant = de neurale verbinding die zich ontwikkeld onder genetische invloed,
onafhankelijk van ervaring, activiteit of stimulatie
- Socioculturele factoren
Experience-dependent = de neurale verbinding die zich ontwikkeld onder invloed van
ervaring
- Interactive factors (individuele levensgeschiedenis)

Het doel van socialisatie is:
- to develop a self-concept / zelfbeeld ontwikkelen
self-concept = iemands individuele beleving van zijn/haar karakter in vergelijking met andere
self-esteem = de waarde die iemand hecht aan identiteit
psychosociale invloeden (Erik Erikson):
 trust vs mistrust (birth to age 1)
vertrouwen in zichzelf en zijn omgeving
 autonomy vs shame and doubt (ages 2 to 3)
zelf kunnen lopen en eten zorgt voor een gevoel van onafhankelijkheid
 initiative vs guilt (ages 3 to 5)
in hoeverre kinderen eigen dingen mogen creëren en uitproberen
 industry vs inferiority (ages 6 to puberty)
erkenning krijgen voor de inspanning die iemand levert
 identity vs identity diffusion (puberty to age 18+)
men moet uitvinden welke rol bij hem past
moratorium = exploratie tijd
1. achievement = choices explored and commitment made
2. foreclosure = commitment made without exploring choices
3. moratorium = exploring choices in order to make commitments
4. searching moratorium = re-evaluating choices and commitments and
reexploring choices
5. diffusion = little choice explorations and no commitments made
 intimacy vs isolation (ages 18 to middle adulthood)
intimiteit in vriendschap en relatie, maar men is bang om identiteit te verliezen
 generativity vs self-absorption (middle adulthood to late adulthood)
generativity = interesse in het neerzetten en leiden van de volgende generatie, zoals
vader/moeder worden
 integrity vs despair (late adulthood to death)
het accepteren van verantwoordelijkheid voor het eigen leven
- enable self-regulation / zelfregulatie bevorderen
self-regulation = de vaardigheid om je impulsen, gedrag en/of emoties te onderdrukken en
uit te stellen tot een geschikte tijd, plek of object om ze te uiten
- empower achievement / motivatie ondersteunen
socialisatie zorgt ervoor dat kinderen weten wat hun doen in het leven is, waardoor ze zich
kunnen motiveren
- teach appropriate social roles / gepaste sociale rollen aanleren
Door de verschillende functies die wij hebben in het leven krijgen we ook verschillende rollen
Bv partner, moeder, dochter, leraar, vriendin
- implement developmental skills / vaardigheden laten ontwikkelen
social skills = informatie verkrijgen van andere mensen, telefoon gebruiken, onderhandelen
emotional skills = impulsen controleren, met frustratie leren dealen, fouten compenseren
cognitieve skills = lezen, wiskunde, schrijven, problemen oplossen, geschiedenis, scheikunde

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celinel30. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.08. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$8.08
  • (0)
  Add to cart