Business Processes Hoorcollege 2 (Lecture 2) - VU Amsterdam
1 view 0 purchase
Course
Business Processes
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
In dit document vind je een duidelijke en alomvattende uitwerking van hoorcollege 2 van business processes dat wordt gegeven in jaar 1 van de opleiding bedrijfskunde op de VU Amsterdam.
Bevalt dit document jou? Check dan ook de andere documenten/bundels van BP of naar de andere vakken :)
L2.a
Welke prestatiemaatstaven iemand belangrijk vindt, hangt voor een belangrijk deel samen
met het type organisatie waar we mee te maken hebben.
Elke betrokkene bij een proces ook wel stakeholder genoemd probeert invloed uit te
oefenen op prestatiemaatstaven van een bedrijfsproces.
De overheid vindt het bijvoorbeeld belangrijk dat het bedrijfsproces zo goed mogelijk
volgens de regels verloopt.
Terwijl een aandeelhouder een zo hoog mogelijk rendement op zijn investering nastreeft.
Er zijn grofweg twee type stakeholders:
● Interne stakeholders: Zijn direct betrokken in het bedrijfsproces dat we
bestuderen.
● Externe stakeholders: Zijn in verschillende maten zijdelings betrokken bij het
bedrijfsproces en proberen waar mogelijk invloed uit te
oefenen.
Deze verschillende stakeholders kunnen soms erg uiteenlopende en zelfs tegenstrijdige
prestatiemaatstaven nastreven.
Welke het meest belangrijke worden gevonden door een bedrijfsproces hangt samen met
o.a. het type product of dienst die wordt geleverd en de invloeden en belangen van de
stakeholders.
De prestatiemaatstaven worden in vijf verschillende doelstellingen onderverdeeld. De
prestatiedoelstellingen zijn:
● Quality (Kwaliteit): Gaat er met name om dat de product of dienst die
geleverd wordt ook voldoet aan de verwachtingen van
de klant. Je moet dingen dus goed doen, weinig ruimte
voor fouten. Foutloze operaties realiseren niet alleen
je kosten maar verhogen ook de betrouwbaarheid van
je bedrijfsproces.
● Dependability (Leverbetrouwbaarheid): Draait er om dat je kunt vertrouwen op
de beloftes van de leverancier.
Betrouwbaarheid zorgt voor Stabiliteit.
Door een grotere stabiliteit verlopen
processen voorspelbaarder → iedereen
concentreert zich beter op zijn taken.
, ● Speed (Snelheid): Hoe snel kun jij inspelen op de wensen van de klant?
Snelheid reduceert risico’s. Als een bedrijf sneller kan
produceren hoeven ze toekomstige vraag minder lang vooruit
te voorspellen. Ze verlagen hun risico dus door een product of
dienst snel te leveren. Snelheid bespaart ook kosten.
● Cost (Kosten): Hoe lager de kosten om een dienst of een goed te
produceren, hoe lager de prijs voor de klant. En hoe hoger de
winst voor jezelf.
● Flexibility (Flexibiliteit): Het aanpassingsvermogen van een operatie.
Er is discussie of Sustainability (duurzaamheid) moet worden toegevoegd aan dit rijtje.
Tegenstanders zeggen dat sustainability, het vermogen om duurzaam te kunnen
produceren, wel is belangrijk is. Maar voor de meeste bedrijven nog altijd ondergeschikt is
aan één van de andere maatstaven, of slechts een middel is om één van de andere
doelstellingen na te streven.
Voorstanders zeggen dat sustainability voor veel bedrijven tegenwoordig zó belangrijk is,
dat de prestatie van het bedrijf er direct aan wordt afgemeten. En omdat sustainability
een steeds belangrijkere rol speelt in onze samenleving en dat vrijwel elk bedrijf aan
bepaalde klimaatdoelstellingen moet voldoen, voegen wij bij BP sustainability aan het
rijtje toe.
Trade-offs in operations (Afwegingen in operaties) is dus de wijze waarop we bereid zijn
om opofferingen te maken in de ene prestatiedoelstelling om te kunnen excelleren in een
andere prestatiedoelstelling.
Efficient frontier. Hiervan maken we gebruik om te kijken hoeveel er moet worden ingezet
op welke prestatiedoelstelling. De efficient frontier toont de balans tussen een
doelstelling op de horizontale as en bijvoorbeeld één van de vier V-factoren op de
verticale as.
Hier links zie je bijvoorbeeld dat vier verschillende
operaties (A - D) ieder zijn eigen balans hebben
gekozen tussen de prestatiedoelstelling: kosten
efficiëntie en de 4V-factor: Variatie.
Zoals je ziet gaat (bij A) een hogere variatie gepaard
met hogere kosten → dus een lagere kosten
efficiëntie.
Terwijl een operatie die weinig variatie biedt, zoals D,
veel kosten efficiënter verloopt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DaniTreep. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.