Uitgebreide aantekeningen in lopende tekst bij alle hoorcolleges voor het vak Psychodiagnostiek. Met deze aantekeningen hoef je de colleges in principe niet eens meer te volgen. Alleen de aantekeningen voor het tweede college zijn niet heel informatief, dit was namelijk een vrij chaotisch college w...
Artikel over de valkuilen met betrekking tot psychodiagnostiek. Goede diagnostiek vereist in ieder geval
consistentie (psycholoog stelt bij mensen met dezelfde kenmerken dezelfde stoornis vast) en consensus
(andere psycholoog stelt dezelfde stoornis vast). Valkuilen die goede diagnostiek in gevaar brengen:
Context
De psycholoog kan beïnvloed worden door de verwijzing, deze opdracht om iets te onderzoeken is al sturend.
De context van opdrachtgevers en begeleidende documenten kan de diagnostische oordeelsvorming zwaar
vertekenen. Diagnostisch momentum: de verwijzer meldt aan de psycholoog welke diagnose hij zelf in
gedachten heeft en de psycholoog neemt dat als startpunt en gaat op zoek naar verdere onderbouwing. Risico
op tunnelvisie. Daarnaast willen deskundigen hun opdrachtgever te vriend houden: affiliatie bias.
Oplossing voor deze valkuilen is protocollair werken: in deze situatie houdt dit in dat de psycholoog bewust ook
alternatieve hypotheses opstelten dat de psycholoog pas na het onderzoek het dossier van iemand inziet
(blindering voor dossierinformatie).
Observatie
Een probleem bij observatie is de overwaardering van saillante details: wie lang genoeg kijkt, zal onherroepelijk
iets afwijkends gaan zien en hier conclusies aan verbinden. De waarde van observatie is dus gering, tenzij de
psycholoog van tevoren duidelijke hypotheses heeft geformuleerd en van tevoren bedacht heeft welke
observatiegegevens welke hypotheses ondersteunen of tegenspreken. Je moet dus geen ongerichte observatie
doen, maar observatie ten behoeve van hypothese-toetsing.
Gestructureerde interviews
Gestructureerde interviews bevorderen de consensus en consistentie, maar er is nog veel variabiliteit in de
diagnoses van sommige stoornissen. Dit lijkt deels verklaard te kunnen worden doordat psychologen er
stereotype ideeën op nahouden over de causale samenhang tussen symptomen. Dit zorgt ervoor dat ze aan
sommige symptomen meer gewicht toekennen of soms symptomen denken te hebben gezien die er niet
waren. Deze subjectieve weging van symptomen kan de interpretatie van gestructureerde interviews sturen,
wat vooral een probleem vormt als collega’s verschillende stereotypen in hun hoofd hebben (brengt de
consensus in gevaar). De oplossing hiervoor is te zorgen voor rijke beschrijvingen van prototypische diagnoses
en de instructie te geven om de overeenkomst tussen de cliënt en het prototype op een glijdende schaal te
scoren.
Het vertrouwen op discutabele stereotypen kan ook bijdragen aan de mate van base rate neglect: het negeren
van de waarschijnlijkheid van een stoornis op basis van hoe vaak een dergelijke stoornis voorkomt in de
populatie. Dit kan worden tegengegaan door te zorgen voor voldoende kennis van de prevalentie en
epidemiologie van symptomen en stoornissen.
Tests
Het gevaar bij testgebruik is dat er te veel waarde wordt toegekend aan uitschieters die ook nietszeggende
momentopnamen kunnen zijn. Om dit tegen te gaan wordt aangeraden om scores op verschillende tests in
onderlinge samenhang te bekijken, het gaat niet om de incidentele uitschieters maar om het volledige profiel.
Er is hiervoor een nieuw programma ontwikkeld: ANDI. Je moet dan verschillende combinaties van testscores
invoeren en het programma kijkt of het scoreprofiel in zijn geheel afwijkt van de norm.
, Een ander probleem bij tests is hun gevoeligheid voor response bias. Heeft de onderzochte wel zijn best gedaan
om eerlijk te zijn? Iemand kan er geen zin in hebben en zomaar wat invullen (careless responding), klachten
aandikken (faking bad), of negatieve eigenschappen ontkennen (faking good). Je kunt symptoomvaliditeitstests
inzetten om dit te controleren, als iemand op deze tests niet afwijken scoort kan je pas de andere
testresultaten interpreteren.
Nog een ander probleem is dat sommige cliënten niet voldoende zelfinzicht hebben om tests nauwkeurig te
kunnen beantwoorden. Om dit te ondervangen kan gebruik worden gemaakt van gegevens die goed
geïnformeerde derden kunnen verstrekken over bijvoorbeeld middelengebruik of achterdochtigheid van de
cliënt. Zelfs eventuele discrepanties tussen deze twee visies op de klachten van cliënt kunnen interessant zijn
voor de diagnostiek.
De consequentiële validiteit van psychodiagnostiek (wat het teweeg kan brengen)
Therapeuthische diagnostiek is hierbij interessant. Dit is een vorm van diagnnostiek waarbij de psycholoog
samen met de cliënt de onderzoeksvragen formuleert, onderzoek uitvoert en de resultaten vervolgens
uitvoerig bespreekt met de cliënt. Dit wordt gedaan om cliënt inzicht te geven in aanknopingspunten voor
veranderingen. Dit lijkt effectief voor symptoomafname en middelengebruik. Maar er moet ook gekeken
worden naar nadelen zoals het risico van diagnostische misinformatie. Wat als de diagnosticus dubieuze tests
gebruikt en de onderzochte voorziet van misleidende feedback? Mensen accepteren en internaliseren dat erg
gemakkelijk, wat gevaarlijk is. Dit is een belangrijk punt omdat mensen tegenwoordig veel misleidende
feedback krijgen in de vorm van zelftests op websites en bijvoorbeeld sleeptrackers.
Het gaat vooral om de methode. Het gaat om het oplossen van vragen bij diagnostiek. Dat kan je doen
door op een verstandige manier het proces in gang te zetten bij een cliënt.
Belangrijke aspecten van diagnostiek:
Proces: verwijsvraag indicatiestelling voor behandeling
Methode (erg belangrijk!): multimethodisch (patient spreken, dossier bekijken, goede observaties,
soms een test, soms een vragenlijst) meer methodes gebruiken!. En multi-source: meerdere bronnen
gebruiken! Patient, partner, doornemen dossier, maar ook belangrijk is dat je bronnen gebruikt uit de
wetenschappelijke kennis. Dus uit klinisch psychologische theorieën maar ook dat je wat over het
brein afweet.
Vaardigheden: heteroanamnese, observatie (goed kijken en luisteren), rapporteren (rapport schrijven
is goed nadenken)
o Competenties van het NIP omschrijven dit ook:
Communicatie
Samenwerking
Kennis en wetenschap
Maatschappelijk handelen
Organisatie
Professionaliteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evaholtland. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.79. You're not tied to anything after your purchase.