HC.2 Embryologie: ontwikkeling
bewegingsapparaat
Paraxiaal mesoderm
Uit paraxiale mesoderm ontstaan somieten
Uit somieten ontstaan de botten, skeletspieren, onderhuidsweefsel
Vorming en differentiatie somieten
Mesoderm wordt gevormd in de primitiefstreek (gastrulatie)
In verschillende delen van de primitiefstreek ontstaan verschillende soorten mesoderm
Craniaal: somieten (paraxiaal mesoderm)
Caudaal: intermediaire en lateraal mesoderm
Somieten worden van craniaal naar caudaal aangelegd in de 4 e week: s1,s2 etc
Paraxiaal mesoderm ondergaat eerst een ongesegmenteerd (presomitisch) stadium
Week 3/4: vanaf dag 21 vormen zich somieten uit het paraxiale mesoderm
Week 4 steeds meer somieten en verdere specialisatie somieten
Somieten splitsen op in sclerotoom, dermatoom, myotoom, (syndetoom en meningotome)
Differentiatie van de somieten wordt gestuurd door signaalmoleculen uit omliggende structuren
(notochord, neurale buis, ectoderm, lateraal mesoderm)
Uit de sclerotomen ontstaat de wervelkolom (en een klein deel van de schedelbasis)
Een wervel ontstaat uit sclerotomen van 2 somietparen waarbij de zenuwen naar de
dermamyotomen tussen de wervels komen te liggen
Dorsale en ventrale myotomen ontwikkelen zich tot verschillende spiergroepen
Spieren ontvangen tijdens de ontwikkeling al sensibele en motorische innervatie uit het
ruggenmerg en dorsale ganglia
Alle skeletspieren ontstaan uit het paraxiale mesoderm
Segmentatie van de somieten
Hoe ontstaat segmentatie: clock en wavefront model met 2 ingrediënten:
Gradiënten van vitamine A zuur en FGF
Oscillerende genen
Hoe verloopt de transformatie van ongesegmenteerd pre-somoitisch
mesoderm (PSM) tot gesegmenteerde somieten
Gradiënten van signaalmoleculen: determination front
Hoe meer naar craniaal hoe meer wel signaal en hoe minder niet
Bij het determination front omslag van niet naar wel
Dit systeem is alleen niet genoeg, want het kan de somietvorming alleen maar laten
beginnen en niet uitzetten
Er is nog en signaal nodig dat aan en uit gaat: segmentatie clock genen
Oscillerende expressie van genen door eiwitten die hun eigen expressie remmen. Snelheid van
oscillatie hangt o.a. af van afbraaksnelheid van klok eiwitten
Clock and determination model: 2 factoren zijn nodig voor somitogenese:
1. Determination front gevormd door voldoende retinoic acid en afwezigheid van remmers
(FGF en Wnt van caudaal)
2. Klok genen (= paars); als aan bij front begin somiet, als uit bij front einde somiet
, Week 5
Er zijn ook eiwitten die de oscilerende expressie van genen tussen cellen coördineren: Delta-
Notch cel-cel interactie eiwitten
Tijdens segmentatie ontstaat ook een verschil tussen het craniale en caudale deel van
somieten
Snelheid van segmentatie kan aantal van somieten beïnvloeden: bij slangen snelle klok,
waardoor veel (maar kleine) somieten
Mutaties in segmentatie eiwitten (DII3, Mesp2 and Lfng) veroorzaken aangeboren afwijkingen
aan de wervelkolom (spondylocostal dystosis = een vorm van congenitale scoliose)
De werking van menselijke segmentatieklok eiwitten kan nu onderzocht worden in humane
presomitsche mesoderm (PSM) cellen in kweek
Cranio-caudale identiteit van de wervelkolom
Segmenten verschillen onderling: hoe wordt dat geregeld?
Verschillen in de bouw van wervels: alleen thoracale wervels hebben ribben
Subtiele afwijkingen in de identiteit van wervels komen veel voor
Somieten weten al in een presomitisch stadium wat ze gaan worden
Hox genen zijn transcriptiefactoren die bij alle dieren een belangrijke rol spelen in het bepalen
van cranio-caudale positionele identiteit van cellen
De cranio-caudale expressie van individuele Hox-genen is colineair met de positie van het
betreffende gen op het chromosoom: de genen die aan de meest 3’kant liggen komen meest
craniaal tot expressie
Tetrapoden (=alle vertebraten behalve vissen) hebben 4 Hox-gen clusters
Hox genen zijn ontdekt bij de fruitvlieg: HOM-C genen.
Hox genen met zelfde getal zijn homoloog en kunnen elkaars functie overnemen
De cranio-caudale identiteit van somieten is o.a. vastgelegd in Hox-gen expressie (Hox-code):
naar caudaal Hox genen met hogere getallen
Lage Hox genen blijven voor een deel aan staan
Lage Hox genen komen eerder tot expressie dan hoge Hox genen
De activatie van Hox-genen hangt samen met veranderingen in de verpakking van het DNA door
de nucleosomen: van een compacte (ontoegankelijke) organisatie naar een lossere (toegankelijke
en afleesbare) organisatie.
De Hox-gen clusters worden gedurende de vroege embryogenese van de 3’ naar 5’ zijde
uitgepakt
Somieten krijgen hun hox-code bij hun geboorte
Hox gene vertalen tijdstip van geboorte in segmentele identiteit
Mutaties in Hox genen leiden tot veranderingen in de wervelkolom
Samenvatting
Romp en hals zijn opgebouwd uit segmenten. Ieder segment bestaat uit een wervel, (delen van)
spieren, motorische en sensibele zenuwen
Spier- en skeletweefsel van romp en hals ontstaan uit de somieten
De somieten weerspiegelen het segmentele bouwplan van het lichaam
Somieten worden van craniaal naar caudaal aangelegd in week 4 na conceptie
Somieten splitsen zich grofweg op in sclerotoom (wordt wervel), dermatoom (wordt
onderhuidsweefsel) en myotoom (wordt spierweefsel)
Segmentatie van paraxiaal mesoderm in somieten wordt gestuurd door oscillerende expressie
van specifieke eiwitten en cranio-caudale gradiënten van signaalmoleculen: clock and wavefront
model
Verstoring in segmentatie genen leiden tot vormen van scoliose (scheve wervelkolom)
, Week 5
De cranio-caudale identiteit van somieten hangt af van het tijdstip van ontstaan en is vastgelegd
door differentiële expressie van onder andere Hox-genen
Er zijn 4 Hox clusters in vertebraten (A-D). Hox-genen met een laag getal = craniaal, hoog getal =
caudaal
Hoe zit een skeletspier in elkaar
Spierbundels (fasciculi)
Spiervezels
Myofibrillen
Myofilamenten
Dunne filamenten: actine
Dikke filamenten: myosine
Crossbridge cycle = ATP cyclus
Verkorting spieren
Ca-ionen zijn nodig voor contractie
Troponine complex
Troponine T,I,C
Synaptische transmissie in de neuromusculaire overgang
T-tubuli zorgen voor voortgeleiding actiepotentiaal gevuld met extracellulaire vloeistof
Excitatie-contractie koppeling
Lengte-kracht relatie
De kracht die een spier kan leveren hangt af van hoe ver hij is uitgerekt
Ver uitgerekt: weinig overlap, weinig kracht
Rustlengte: optimale kracht
Nog korter: teveel overlap, weinig kracht
Een lange spier kan relatief snel verkorten
Spier en skelet
Skelet beperkt bewegingsruimte van spier: blijft rond optimale lengte
Hefboom: kleine veranderingen in spierlengte worden omgezet in grote bewegingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yasminterschegget. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.