Stem: diagnostiek
Fenomenologie
3 componenten zijn noodzakelijk voor de werking van de stem:
- aandrijfkracht = lucht
- trillingsbron —> door de lucht gaan de stemplooien trillen
- resonantieruimte —> het geluid van de trillende stemplooien wordt
versterkt door de resonantieruimte (mondholte, keelholte en neusholte)
Lucht komt van beneden naar boven (subglottis druk). Hierdoor gaan de
stemplooien open en ontstaat er een versnelling. Door deze versnelling wordt
de druk kleiner en worden de stemplooien naar elkaar toe getrokken waardoor
ze weer zullen sluiten en erna terug opengaan door de subglottis druk
(bernouille effect).
Als de stemplooien langer worden: toonhoogte stijgt
Als de stemplooien korter worden: toonhoogte daalt
Fenomenologie =
- Wat is een stemprobleem, stemstoornis,..?
- Welke symptomen wijzen op een stemprobleem?
- Hoe vaak komen stemproblemen voor?
- Hoe ontstaat een stemstoornis?
- Hoe worden stemstoornissen geclassificeerd?
- Hoe kunnen stemproblemen voorkomen worden?
Wat is een stemstoornis?
Definitie 1: wanneer de stemkwaliteit, toonhoogte, en/of luidheid afwijken van wat beschouwd
wordt als een normale stem —> slechte definitie want wat wordt beschouwt als een normale
stem? = subjectief. Dit kan overal anders zijn.
Definitie 2: when voice quality, pitch, and loudness differ or are inappropriate for an individual's
age, gender, cultural background, or geographic location —> betere definitie
= dus wanneer de kwaliteit, toonhoogte en luidheid verschillen van of niet gepast zijn voor iemand
zijn leeftijd, geslacht, culturele achtergrond of geografische locatie.
!!! Maar deze definities houden geen rekening met de client zelf. Er staat niets over de last die de
persoon ondervindt. Je moet rekening houden met het ICF model.
Definitie 3 (beste): Any time the voice does not work, perform or sound as it normally should, so
that it interferes with communication or anytime you experience foreign sensations in your
throat, such as effort or soreness, during or immediately after speakin—> = cliëntgericht.
= een stemstoornis is elke keer dat de stem niet werkt zoals het zou moeten, op zo’n manier dat
het de communicatie hindert, maar ook elke keer dat je ervaart dat er een gevoel is in je keel dat er
niet zou moeten zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, pijn…
Wij gebruiken de term ‘stemprobleem’ in plaats van stemstoornis omdat we vertrekken vanuit wat
de client zelf ervaart (maar stemstoornis is niet fout).
,Welke symptomen wijzen op een stemprobleem?
Auditief waarneembare symptomen
Deze symptomen kunnen waargenomen worden door de luisteraar. Een term die onlosmakelijk
verbonden is met stemstoornissen is dysfonie. Dit betekend ‘een slechte stemgeluid’. Dysfonie is
geen stoornis op zich, maar een symptoom van een stemstoornis.
Stemklank en kwaliteit = dysfonie
Ruwheid/roughness = schorheid, onregelmatigheid in geluid, stem kraakt
Wilde lucht/ruizigheid/breathiness = hoorbare luchtontsnapping/ruis (stempl sluit ni volledig)
Gespannen/strained = verhoogde inspanning
Krachteloosheid/asthenia = zwakke stem met weinig draagkracht
Stembreuken = het plots wegvallen van de stem
Instabiliteit = variabele stemkwaliteit
Pulsatiestem = stem klink krakerig, laagste stemregister
Afonie = stemklank is volledig afwezig
Toonhoogte en luidheid = dysfonie
Abnormale toonhoogte/pitch = hogere of lagere stem dan verwacht voor die leeftijd
Abnormale luidheid/loudness = luidere of zachtere stem dan verwacht
Beperkt toonhoogtebereik = afstand tussen hoogst en laagste toon is kleiner dan gem.
Beperkt intensiteitsbereik = verschil tussen minimale en max luidheid is kleiner dan gem
Tremor = ritmische toonhoogte-en/of luidheidsvariaties in de stem
Resonantie, articulatie, prosodie = dysfonie
Hypernasaliteit = nasale resonantie bij orale klanken
Hyponasaliteit = onvoldoende nasale resonantie bij nasale klanken
Kelige resonantie = stemgeluid resoneert onvoldoende in de mond-en
neusholte en klinkt dus dof.
Cul de sac resonantie = dikke stemklank door een massa die de mondholte vult
Monotone spraak = geen toonhoogtevariaties
Adem: hoorbaar inademen en inadequate adempauzes
Hoorbaar inademen = ademhaling is duidelijk waarneembaar
Ongepaste adempauzes = persoon ademt op vreemde plaatsen
Spreken op expiratoire reservelucht = blijven doorspreken
Andere, bvb keelschrapen, hoesten, vocaletics,…
Keelschrappen = men doet dit om het gevoel dat er iets in de keel zit bv slijm
Hoesten en kuchen = vorm van stemmisbruik zoals keelschrappen
Vocale tics = onwikkeleurige, plotselinge, terugkerende beweging/geluid
, Sensorisch waarneembare symptomen
Storende ‘keelsensaties’:
- Pijn, irritatie, droog, branderig
- Globusgevoel
- Spanning
- Prikkelgevoeligheid
- Gevoel van slijmen in de keel
.
Verminderde vocale belastbaarheid:
—> mensen voelen dat ze na een tijd moe zijn
- Spreken/zingen = vermoeiend
- Beperkte vocale uithouding
- Snel buiten adem zijn
Visueel waarneembare symptomen
Aspecten van stemgedrag (logopedist):
- Ademtype:
- Costo-abdominale ademhaling: optimaal ademtype voor spreken en zingen
- Thoracale ademhaling: volstaat in gewone spreeksituaties
- Claviculaire ademhaling: hoge ademhaling, geeft onvoldoende ademsteun voor donatie en
kan overmatige spanning veroorzaken rond de larynx
- Spreekhouding
- Zichtbare spanning
- Articulatie
Laryngoscopisch beeld (NKO-arts):
‣ Stemplooisluiting:
Stemplooinoduli = knobbeltjes die vaak voorkomen bij kinderen. Bilateraal en
meestal symmetrisch. Hierdoor kunnen de stemplooien niet
volledig sluiten.
Laryngitis = ontsteking van de larynx. Stemplooien zijn rood en verdikt.
Er treedt slijmvorming op. Wanneer dit langer dan 6 weken
duurt spreken we van een chronische laryngitis.
Stemplooipoliep = Komt meestal unilateraal voor. Het is een lokale
massatoename van de stemplooi ten gevolge van een
acuut stemtrauma
Reinkes oedeem = Een sterke bilaterale doorzichtige of bleke zwelling.
‣ Stemplooitrilling:
- verminderde of afwezige bewegelijkheid van de stemplooien. Er is dus een afwezigheid van
trilling bv stemplooiverlamming
- een verstoring van de regelmatigheid van de golfbeweging.
- een verstoring van de symmetrie van de golfbeweging.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller YeldaCaliskann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.