Samenvatting van alle colleges van Methodologie 1 (m.u.v. de tweede helft van college 1). Uitgewerkt door middel van bulletpoints. Begrippen zijn volledig uitgelegd.
Wat is wetenschap?
● Natuur, sociale en formele wetenschappen
● Formele wetenschappen zijn niet empirisch
Empirisch vs. formeel
● Formeel: als we aannemen dat de eerste twee premissen waar zijn, is de conclusie
correct
● Wetenschappelijke methode heeft een empirisch en een formeel element
- empirisch: het verzamelen van nieuwe data
- formeel: redenatie gebaseerd op data
Bronnen van wetenschappelijke kennis
● wetenschappelijke methode
● wetenschappelijk niet acceptabel: tenacity, intuition, authority
● wetenschappelijk wel acceptabel: empirisme, rationalisme
Wetenschappelijke kennis
● Science is a way of thinking characterized by a continuous interplay between rational
thinking processes and empirical observation.
VANAF MINUUT 22:00 nog kijken
,Hoorcollege 2
Filosofie
● Moeder van alle wetenschappelijke disciplines
● Alle wetenschappen zijn voortgekomen vanuit de filosofie
● Meta-science (wetenschap achter de wetenschap)
● Vakken raken steeds verder weg van de filosofie en scheiden zich af
● Filosofie geeft de grondbeginselen van wetenschap (bv.: ethiek)
Aannames van wetenschap
● Aanname: statement die wordt geaccepteerd zonder bewijs
● Fundamentele aannames:
- het bestaan van de werkelijkheid
- de werkelijkheid is geordend
- de orde van de werkelijkheid kan ontdekt worden
- de ontdekte ordening is nooit definitief
Realiteit en construct
Observeerbaar (realiteit) Niet observeerbaar (construct)
- data (feiten, fenomenen) - niet zichtbaar (bv. intelligentie)
- resultatensectie van een artikel - Introductie / discussie
Theoretisch construct
● Gebaseerd op data, we maken gevolgtrekkingen op basis van een onzichtbare
wereld → constructen
Verklaren
Observeerbaar Niet observeerbaar
- Data - Hypothese
- Deductie - Inductie
- Theorie
Hypothese
● Toetsbare verklaring van een fenomeen (mini-theorie)
● Om een hypothese te testen, moet er een voorspelling afgeleid kunnen worden
● Als een hypothese niet toetsbaar is, is het geen wetenschap
● Hypothese is niet observeerbaar, het is gebaseerd op een vermoeden. Een predictie
wordt afgeleid uit de hypothese en is waar te nemen.
Theorie
● Systeem van logisch geordende constructen over een specifiek gebied of
werkelijkheid
- geen tegenspraken
, - vanuit de theorie moeten deelhypotheses opgesteld kunnen worden, zodat
die onderzocht kunnen worden
- moet toetsbaar zijn
- moet falsifieerbaar en parsimonious
● De simpelste theorie wordt eerder aangenomen, zuinig zijn, zo simpel
mogelijk
Verificatie vs. falsificatie
● Falsificeren: de predictie komt niet uit, de theorie is niet juist
- Theorie verwerpen of aanpassen
● Verificatie: de predictie komt uit
- De theorie is niet per se juist
● Logical asymmetry
Logisch argument
● Proposities kunnen waar of niet waar zijn
● Boven de streep: premissen
- Aannemen dat ze juist zijn
● Afgeleide proposities volgen uit de premissen
● De conclusies volgen uit de premissen, onderste regel
Conditionele argumenten
● Als Q, dan R | Q geldt | → dus R geldt (valide)
- confirmatie van het antecedent
- Modus Ponens (MP)
- antecedent (Q) en consequent (R)
● Als Q, dan R | R geldt | → dus Q (niet valide)
- confirmatie van de consequent
- als een gevolg uitkomt, hoeft de antecedent niet per se waar te zijn
● Als Q, dan R | Niet Q | → dus Niet R (niet valide)
- ontkenning van het antecedent
● Als Q, dan R | Niet R | → dus niet Q (valide)
- ontkenning van de consequent
- Modus Tollens (MT)
Het wetenschappelijke argument
● Doel: valide argument die de hypothese bevestigt of ontkent
● Als H, dan P | Niet P | → dus niet H
● Wel falsifiëren maar niet verifiëren
Pseudowetenschap
● Geen wetenschappelijke basis
● Kenmerken:
- niet falsifieerbaar
- claims gebaseerd op incidentele of biased observatie
- weerstand tegen wetenschappelijk onderzoek
- negeren/ontkennen van tegenbewijs
, Samenvatting
● Een hypothese/theorie moet falsifieerbaar zijn
● Een hypothese is met name waardevol wanneer de voorspellingen onverwacht/bold
zijn + conflicteren met voorspellingen van andere hypothesen
● Een hypothese wordt gefalsifieerd wanneer de voorspelling niet uitkomt
● Een hypothese kan niet geverifieerd worden wanneer de voorspelling uitkomt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.58. You're not tied to anything after your purchase.