100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Belastingheffing van Concerns: stof, colleges, jurisprudentie en werkgroepen (incl. kort overzicht bachelorvak) $9.77   Add to cart

Summary

Samenvatting Belastingheffing van Concerns: stof, colleges, jurisprudentie en werkgroepen (incl. kort overzicht bachelorvak)

1 review
 142 views  19 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak Belastingheffing van Concerns. Stapsgewijze samenvatting. Inhoud: stof, colleges, werkgroepen, jurisprudentie en kort overzicht eerdere bachelorvak

Preview 4 out of 77  pages

  • November 28, 2021
  • 77
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: toonvandorst • 1 year ago

Translated by Google

there are no answers from the working groups among them

reply-writer-avatar

By: vladimirglutin • 1 year ago

Translated by Google

It is a “summary of the material, lectures and working groups”. That is why there are indeed no literal answers from the working groups. The answers and explanations, on the other hand, are included in the summary.

avatar-seller
BELASTINGHEFFING VAN CONCERNS WEEKOVERZICHT
HERHALING VORIG JAAR: INLEIDING BELASTINGRECHT RECHTSPERSONEN

Totaalwinst: stortingen en onttrekkingen
 Totaalwinst = eindvermogen -/- beginvermogen + stortingen -/- onttrekkingen
o Onttrekkingen en stortingen vloeien niet voort uit de onderneming en dienen
daarom gecorrigeerd te worden
o Vinden alleen plaats bij de vennootschap die aandeelhouders heeft
o Altijd per vennootschap bepalen!
 Vermogensstijging: eindvermogen -/- beginvermogen = positief
o Is de vermogensstijging bij de vennootschap het gevolg van een bevoordeling door
de aandeelhouder?  corrigeren
 Storting (kapitaal, terugbetaling van dividend)
 Waarde van de storting = de waarde van de werkelijke storting
 Informele kapitaal storting
 Aandeelhouder verkoopt middel aan vennootschap voor prijs lager
dan zakelijke prijs
 Belastingplichtige bespaart kosten in rechtsverhouding met
aandeelhouder
 Waarde van de storting = zakelijke prijs/rente -/- betaalde prijs/rente
 Onttrekking: eindvermogen -/- beginvermogen = negatief
o Heeft de vermogensdaling bij de vennootschap plaatsgevonden ten gunste van de
aandeelhouder? (zijn uitgaven gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoefte
van de aandeelhouder) correctie
 Onttrekking (dividend, terugbetaling van kapitaal)
 Waarde van de onttrekking = de waarde van de werkelijke
onttrekking
 Andere vermogensdalingen ten gunste van de aandeelhouder
 Belastingplichtige verkoopt middel aan aandeelhouder voor lagere
prijs dan zakelijke prijs
o Een onttrekking bij de vennootschap leidt tot een dividend of verkapt dividend (bij
lagere prijs dan zakelijk) bij de aandeelhouder
 Deze dividend/verkapt dividend is in beginsel vrijgesteld onder de
deelnemingsvrijstelling
 Let op dat je onttrekkingen en stortingen alleen van boven naar beneden en andersom kan
hebben. Indien een vennootschap zijn zusje bevoordeelt zal dat altijd via de moeder gaan!!!

Eigen vermogen / vreemd vermogen
 Een onderneming kan zichzelf zowel door eigen vermogen (aandelenkapitaal) als vreemd
vermogen (geldleningen) financieren
 Voor de fiscale winstbepaling is het onderscheid essentieel
o Hoe de onderneming is gefinancierd maakt verschil voor de heffing van
vennootschapsbelasting
 Totaalwinst is in beginsel gelijk aan de winst die toekomst aan de aandeelhouders
o De totaalwinst wordt daarom bepaald op basis van het eigen vermogen van de
vennootschap, omdat dat het vermogen is dat uiteindelijk toekomt aan de
aandeelhouders
o Rente die aan schuldeisers wordt betaald, verlaagt het eigen vermogen en is daarom
in beginsel aftrekbaar van de winst

Bepalen van het onderscheid

,  In de kern heeft het onderscheid tussen eigen vermogen en vreemd vermogen te maken met
de vraag wie het risico loopt met betrekking tot het verstrekte geld
o Bij verstrekking van vreemd vermogen gaat het geld naar de risicosfeer van de
vennootschap
 Immers er is een terugbetalingsverplichting, onafhankelijk van de winst die
behaald wordt
o Bij verstrekking van eigen vermogen blijft het geld in de risicosfeer van de
aandeelhouder
 Er is namelijk geen terugbetalingsverplichting, en de terugbetaling en het
mogelijke dividend is afhankelijk van de winst
 Voor de fiscale kwalificatie van vermogen is in beginsel de civiele kwalificatie beslissend:

Civiele kwalificatie
 Op basis van het civiele recht zijn er vier kenmerkende verschillen tussen vreemd vermogen
en eigen vermogen:
1. Winstafhankelijkheid
a. De vergoeding op EV is winstafhankelijk
b. De vergoeding op VV is niet afhankelijk van de winst
2. Terugbetalingsverplichting
a. EV heeft een onbeperkte looptijd
b. VV heeft een terugbetalingsverplichting
3. Zeggenschap
a. Aandeelhouders hebben d.m.v. hun aandeel een stemrecht
b. Schuldeisers hebben geen zeggenschap
4. Vordering bij vereffening
a. Aandeelhouders zijn achtergesteld
b. Schuldeisers hebben voorrang boven de aandeelhouders. Tussen de
aandeelhouders is het afhankelijk van mogelijke zekerheden
 Let op dat het bovenstaande verschillen niet absoluut zijn. Het recht biedt vennootschappen
en schuldeisers mogelijkheden om het anders in te delen
1. Het enige dat niet kan worden aangepast is de voorrangspositie van schuldeisers
t.o.v. aandeelhouders
a. Kenmerkende van eigen vermogen: het verstrekte kapitaal ligt in de
risicosfeer van de aandeelhouders

Fiscale kwalificatie (zie paragraaf 5.4)
 Voor de fiscale kwalificatie is in beginsel de civiele kwalificatie beslissend
 Civielrechtelijk: aandelenkapitaal
o Als een geldverstrekking civielrechtelijk als aandelenkapitaal wordt aangemerkt,
wordt dit fiscaal ook als EV aangemerkt
o Door te sleutelen aan de kenmerken van het aandelenkapitaal kan een
aandeelhouder nooit schuldeiser worden
 Civielrechtelijk: vreemd vermogen
o Als een geldverstrekking civielrechtelijk als lening wordt aangemerkt, wordt dit in
beginsel fiscaal ook als VV aangemerkt. Complicaties doen zich in concernverband
voor:
 Een geldlening binnen concern doet in principe niet af aan het onderscheid.
Een probleem ontstaat echter indien de moeder door het verstrekken van de
lening de dochter vanuit haar hoedanigheid van aandeelhouder bevoordeelt

Uitzonderingen waarbij een civielrechtelijke lening fiscaal anders kwalificeert:

,Schijnlening:
 De terugbetalingsverplichting is niet reëel (de moeder hoeft het geld niet terug)
 Uit de civielrechtelijke kwalificatie volgt reeds dat er bij een schijnlening geen sprake is van
een geldlening, maar van een bevoordeling door de aandeelhouder. Deze geldverstrekking
wordt daarom als EV aangemerkt. Het vormt een kapitaalstorting
 Schijnlening kwalificeert civielrechtelijk al niet als geldlening, en daarom per definitie fiscaal
ook niet

Bodemlozeputlening
 Op voorhand (op het moment van verstrekken) is duidelijk dat de dochter/moeder het
geleende geld niet kan terugbetalen vanwege financiële problemen
o Er is civielrechtelijk wel sprake van een lening, maar fiscaal dient er een correctie
plaats te vinden op basis van de totaalwinst.
 Voorwaarden:
o De lening is verstrekt aan een gelieerde partij
o De vordering van de schuldeiser heeft geheel of gedeeltelijk geen waarde omdat het
bedrag niet kan worden terugbetaald (niet volledig)
o Dit moet direct duidelijk zijn geweest
 Als er op het moment van verstrekken een kans was dat het wel zou worden
terugbetaald is er van een bodemloze put geen sprake  wellicht onzakelijk
 Als slechts voor een deel vaststaat dat het niet kan worden terugbetaald, is
slechts dat deel bodemloze put, het overige is gewoon vreemd vermogen
 Gevolg
o Bij de verstrekking van deze lening van moeder aan dochter vormt de lening een
kapitaalstorting in de dochter
 Storting verhoogt boekwaarde deelneming bij moeder. Het verlies dat dat de
moeder lijdt is een verlies uit deelneming en dus niet aftrekbaar.
 Bij de dochter leidt deze storting niet tot winst
o Bij de verstrekking van deze lening van dochter aan moeder vormt de lening een
onttrekking (bevoordeling van de aandeelhouder)
 Omdat de lening kwalificeert als EV is een verlies bij de dochter niet
aftrekbaar
 De moeder ontvangt een verkapt dividend, dat onder de dnv is vrijgesteld

Onzakelijke lening
 De moeder verstrekt een lening die geen zakelijk handelende derde zou hebben verstrekt,
omdat er een groot risico wordt gelopen dat de schuldenaar het verstrekte bedrag
uiteindelijk niet of niet geheel kan terugbetalen (het is onzeker of terugbetaald gaat worden)
 Lening zelf wordt als vreemd vermogen aangemerkt, maar het onzakelijke debiteurenrisico
wordt als EV gezien
o Gevolg: rente gewoon aftrekbaar, onzakelijke lening heeft alleen gevolgen voor
winstbepaling indien het debiteurenrisico zich voordoet
 Lening gewoon terugbetaald? Gevolgen zijn hetzelfde als bij normale lening
 Moeder onzakelijke lening aan dochter verstrekt?
 Verlies dat moeder maakt op de lening niet aftrekbaar, omdat het
debiteurenrisico EV is. Daardoor valt het verlies onder de DNV.
 Als komt vast te staan dat lening niet hoeft te worden terugbetaald:
informele kapitaalstorting in dochter ter grootte van het oninbare
gedrag
 Bij de dochter zien we een storting
 Dochter onzakelijke lening aan moeder verstrekt?

,  Verlies dat dochter maakt op de lening niet aftrekbaar, omdat het
debiteurenrisico EV is. Daardoor is sprake van een onttrekking. De
aandeelhouder wordt begunstigd.
 Als komt vast te staan dat de lening niet hoeft te worden
terugbetaald: verkapt dividend aan moeder ter grootte van het
oninbare bedrag
 Verkapt dividend bij moeder valt in beginsel onder de DNV
o Let op als een derde de lening niet aan zou zijn gegaan, is het onrechtvaardig om de
rente zoals afgesproken in aftrek te brengen. Daarom wordt de rente gesteld op de
rente die de schuldenaar verschuldigd zou zijn als zij van een derde zou lenen,
waarbij het onzakelijke debiteurenrisico zou zijn weggenomen door een borgstelling
van de schuldeiser
 Let op: onzakelijke rente is iets anders: correctie naar zakelijke rente op basis van totaalwinst
o Als een derde de lening wel degelijk verstrekt zou hebben, maar voor een ander
rentepercentage, is hiervan sprake
 Een lening is wel onzakelijk als de rente in feite winstafhankelijk is
o Dat is het geval indien het rentepercentage afhangt van de winst of zo hoog is dat
iemand wel eerst winst zal moeten maken

Deelnemerschapslening (art. 10, lid 1, sub d)
 10, 1, d: vergoedingen op een geldlening komen niet in aftrek van de winst, indien sprake is
van een lening onder zodanige voorwaarden dat deze feitelijk functioneert als eigen
vermogen van de belastingplichtige
 Anders dan bij een schijnlening, bodemlozeputlening en een onzakelijke lening is er geen
sprake van een bevoordeling die toe te rekenen is aan de hoedanigheid van de
aandeelhouder. De verstrekker hoeft zelfs niet verbonden te zijn. (gaat om leningen die
eigenlijk meer lijken op aandelen)
 Uit de jurisprudentie blijkt dat de verstrekker van een geldlening in zekere mate deelneemt
aan de onderneming van de schuldenaar als de lening de volgende kenmerken heeft:
o De vergoeding voor de geldverstrekking is afhankelijk van de winst
 De rente wordt alleen uitgekeerd als er winst wordt gemaakt en de hoogte
van de rente hangt af van de hoogte van de winst
 Dat de rente feitelijk afhankelijk is van het behalen van winst is
onvoldoende
o De schuld is achtergesteld bij alle concurrente schuldeisers
o De schuld heeft geen vaste looptijd, maar is slechts opeisbaar bij faillissement,
surseance van betaling of liquidatie
 Vaste looptijd > 50 jaar
 Gevolg:
o Het verstrekte geld is in zoverre risicodragend dat de fiscale gevolgen hetzelfde zijn
als wanneer de schuldeiser het geld had verstrekt in de vorm van aandelenkapitaal

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vladimirglutin. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.77  19x  sold
  • (1)
  Add to cart