H1: JEUGDCRIMINOLOGIE VANUIT EVOLUTIONAIR
PERSPECTIEF
1. INLEIDING
- Pleidooi voor een geïntegreerde evolutionair-geïnspireerde benadering
- Ultieme vragen:
o (komen zelden aan bod in criminologie): fylogenie en evolutionaire functie
- Proximale vragen:
o komen zeer vaak aan bod
o ontwikkeling en triggers van gedrag
- Conclusie:
o onevenwicht in verklaringsniveaus, belangrijke verklaring voor onenigheid tussen sociale
wetenschappers (en dus criminologen)
o geen totaalvisie
2. GROTE VRAAGSTUKKEN IN DE JEUGDCRIMINOLOGIE
- De beschrijvende jeugdcriminologie: welke delicten plegen jongeren?
o Voorbeelden van variabiliteit:
Intrapersoonlijke variabiliteit (ontwikkeling-tijd)
Interpersoonlijke variabiliteit
Intergroepsvariabiliteit (verschillen binnen groepen)
Intragroepsvariabiliteit (verandering doorheen tijd)
Jongeren meestal: eigendomscriminaliteit, geweld tegen personen en eigendom,
kleine straatcriminaliteit en statusdelicten (bv. spijbelen, weglopen van thuis,
middelgebruik)
- Etiologische vraagstukken jeugddelinquentie: waarom breken jongeren regels en wanneer stoppen ze
hiermee?
o Etiologie: oorzaken van jeugddelinquentie en het voortbestaan uiteenlopende zaken:
armoede, hebzucht, zwakke zelfcontrole, impulsiviteit, druk van anderen, …
o Zie etiologie 2de baccrim: te veel theorieën, te weinig integratie, …
Bv. integratie diverse verklaringen: levensloopcriminologie: variaties in sociale
controle in diverse levensfasen geven loop van criminele carrieres vorm en inhoud
’60: criminologie was vooral jeugdcriminologie: meeste theorieen getoetst
op jongeren
’80: ontstaan criminele carriereonderzoek
’90: extra vragen onder invloed van levensloopperspectief
- Reactievraagstuk: hoe moet de samenleving constructief op jeugddelinquentie reageren?
o = etiketteervraagstuk
o Wat wordt bestempeld als jeugddelinquentie?
o En wie wordt daardoor het meest gestigmatiseerd?
o Evolutionaire vragen: 4 vragen
Proximale verklaringen voor gedragsstrategieen waaronder jeugdcriminaliteit valt
(vinden we terug in traditionele etiologie)
1. Ontwikkeling van antisociale gedragsstrategieen en diens genetische,
neurologische, psychologische en sociale determinanten doorheen de
levensloop (zoals kindertijd, vroeg- midden- en laatadolescentie)
2. Omgevingstriggers die antisociale gedragsstrategieen triggeren bij
sommige adolescenten maar niet bij alle adolescenten
1
, Prof. Pauwels
Ultieme vragen over gedragsstrategieen waaronder jeugdcriminaliteit valt,
betrekking op fylogenie van een gedragsstrategie of gedragsregulerende systemen
(bv. morele emoties als gedragssysteem)
3. Hoe oud zijn deze systemen en delen we deze met anderen? Bv. niet-
menselijke primaten
4. Had of heeft een gedragssysteem een bepaalde functie, die de drager
ervan een reproductief voordeel oplevert?
- Bestrijdingsvraagstuk; hoe moet jeugddelinquentie bestreden, gecontroleerd of voorkomen worden?
o Rechtshandhavind in BE veel aandacht naar wenselijke en proportionele preventie
3. EEN BIOSOCIALE EN CULTURELE EVOLUTIONAIRE JEUGDCRIMINOLOGIE
Evolutionair perspectief: criminaliteit kan ingedeeld worden in 3 groepen van gedrag:
- Falen van cooperatie, psychologisch altruisme en prosocialiteit (bv. bedriegelijke strategieen, weigeren
te helpen, schuldig verzuim, meeste eigendoms- en geweldsdelicten met als doel het verwerven van
hulpbronnen of reproductie
- Vormen van antisociaal gedrag als gevolg van geevolueerde neigingen (bv. wraak willen nemen als
gevolg van onrecht, regelovertreders willen bestraffen)
- Regelovertreding als gevolg van pathologische toestanden (bv. kernpedofilie, psychopathie)
Homo Sapiens is sociale soort, niet solitaire soort iemand kan zich verdedigigen, maar kan ook geweld
gebruiken om iemand anders te kwetsen
Maatschappelijke reactie op criminaliteit:
- Sociale orde herstellen
- Gebroken banden en schade herstellen
- Afschrikking ten aanzien van regelovertreders: straf (retributie)/vermijden dat slachtoffers of derden
het lot in eigen handen nemen (vigilantisme)
Mens is pre-wired: van nature ongesocialiseerd, maar wel voorzien van een genoom, dat door de omgeving tot
ontwikkeling zal komen of onderdrukt zal worden
Mens heeft altijd geleefd in kleine in-groepen waarbij voortdurende conflicten tussen eigenbelangen en
groepsbelangen bleven bestaan socialiteit zal zich vooral tegenover de in-groep uitdrukken (daarom is het
zo moeilijk om bv. xenofobie uit te roeien) onder selectiedruk kunnen bepaalde vormen van criminaliteit
toenemen of afnemen
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauredevriese. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.27. You're not tied to anything after your purchase.