100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting immuniteit $11.35   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting immuniteit

 52 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van het handboek waarmee ik eerste zit geslaagd was.

Preview 4 out of 48  pages

  • January 9, 2022
  • 48
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
ZSO 1: Aangeboren Immuniteit

Inleiding
 = eerste geëvalueerde verdediging tegen microben en dode cellen (= natuurlijke immuniteit)
 2 immuunsystemen
o Aangeboren
o Aangepast
 Cellen en moleculen verantwoordelijk voor aangeboren immuniteit maken aangeboren
immuunsysteem
 Is eerste stap tegen infecties:
o Blokkeert micro invasies door epitheelbarrières
o Vernietigd microben
o Controleert en roeit infecties uit
 Aangeboren immuunreactie is onmiddellijk, aangepaste immuunreactie
werkt via antigenen  niet onmiddellijk
 Aangeboren immuunreactie commandeert aangepaste immuunreactie
 Ruimt dode cellen op en start reparatie van beschadigd weefsel

Algemene eigenschappen en specificiteit van aangeboren immuunreactie
 2 grote types van reacties:
o Ontsteking:
 Accumulatie en activatie van leukocyten en plasma proteïnen op plaats van
infectie of schade
 Vernietigen van EC microben en dode cellen
o Antivirale verdediging:
 Door ‘Natural Killer’ (NK) cellen
 doden viralgeïnfecteerde cellen
 Type I interferonen (cytokines)
 blokkeren virale replicatie in cellen
 Aangeboren reactie reageert altijd hetzelfde, aangepaste reageert steeds sterker en harder
 vergeet elke reactie en reset, aangepaste past zich aan na elke reactie
 Herkend bepaalde structuren gedeelde door microben en niet aanwezig in host cellen
 elke component herkend andere bacteriën, virussen of fungi
 Voorbeelden:
o Fagocyten hebben receptoren voor bacteriële endotoxines (LPS en PG) aanwezig in
bacterie cellen maar niet in host
o dsRNA afkomstig van virussen
o ongemyeliniseerde CG in microbacteriaal DNA
 Pathogen-associated molecular pattern (PAMPs) = microbacteriale moleculen die
aangeboren immuunreactie uitlokken
 Pattern recognition receptores = receptoren van aangeboren immuuncellen dat gedeelde
structuren herkennen
 Aangeboren immuunreactie herkent structuren op microbacterïen nodig voor overleven en
infecteren
 kunnen niet muteren en aanpassen voor aangeboren te ontwijken
 moeten deze structeren expressen anders geen effect
 Kunnen wel muteren voor ontwijken aangepaste immuunreactie (ander antigen produceren)
 Damaged-associated moleculair patterns (DAMPs) = moleuclen vrijgelaten door beschadigde
hostcellen
 aangeboren immuunsysteem herkenen deze moleculen ook
 Herkenen van deze stoffen zorgt voor verwijderen dode cellen en activatie van reparatie
 Receptoren op immuuncellen gecodeerd door geërfde genen, identiek in alle cellen
 elke type cel (bv. Macrofagen) heeft identieke receptoren, door identieke genen
 ↔ antigen receptoren van aangepast immuunsysteem -> allemaal uniek
 somatische herschikking van genen tijdens lymfocyte ontwikkeling -> unieke receptoren in
elke kloon T en B lymfocyten
 100 typen aangeboren receptoren  herkennen 1000 PAMPs en DAMPs

,  2 soorten receptoren in aangepaste:
o Immunoglobuline (Ig)
o T cell receptoren (TCR)
 door grote diversiteit in beide, herkennen van miljoenen antigenen
 Aangeboren reageert niet op host:
o Receptoren geëvalueerd voor enkel microbacteriële structuren te herkennen
o Sommige receptoren stoffen herkennen (zoals nucleïnezuren) dat aanwezig zijn in
normale cellen -> receptoren zitten in compartiment waar deze stoffen niet komen
o Normale cellen expressen regulatory moleculen die aangeboren immuunreactie
weerhoud
 Aangepast immuunsysteem ook onderscheiden tussen zelf en niet zelf
 Aangeboren immuunsysteem serie van reacties in fases:
o Op plaats van binnenkomen van microben (Eerste verdediging)
 Epitheelcellen die barrière vormen
 Antimicrobacteriële moleculen en lymfocyten activeren
o In weefsel:
 Dode cellen en microben door epitheel gedetecteerd door macrofagen,
dendriet cellen en mastcellen
 Cellen secreteren cytokines  ontsteking
 Fagocyten vernietigen microben en dode cellen
o In bloed:
 Plasma proteïnen vernietigen microben
o Virale infecties:
 Productie interferonen  inhiberen infectie van andere cellen
 NK cellen  doden geïnfecteerde cellen

Cellulaire receptoren voor microben en beschadigde cellen
 Receptoren zitten:
o Celmembraan: detecteren EC microben
o Vesikels (endosomen): microbacteriële producten in
o Cytosol: sensoren voor cytoplasmatische microben
 Toll-Like receptoren (TLR):
o Verschillende TLRs specifiek voor bepaalde microben
o Op celmembraan  EC microben
 Herkennen bacteriële proteïnen, lipiden en
polysachariden (aanwezig in celwanden)
o In endosomen: herkennen nucleïnezuren
 microben opgegeten en nucleïnezuren vrijgelaten
o Activatie receptor  genexpressie (door NF-kB) van
cytokines, endotheeladherens moleculen en interferon
regulatory factors (IRFs) -> type I interferon (IFN)
 NOD-Like receptor (NLR) en inflammasome:
o In cytoplasma
o NOD-1 en NOD-2 herkennen bacterïele
peptidoglycanen  activeren NF-kB
o NLRP-3 = subunit van inflammasome
 vormt complex met adapter en caspase  caspase
 Andere cellulaire receptoren van aangeboren immuniteit:
o RIG-like receptor (RLR):
 In cytosol
 Herkent viraal RNA
 Zorgt voor productie IFN
o Cytolische DNA sensor (CDSs):
 In cytosol
 Herkent viraal DNA
 Zorgt voor productie IFN

, o Lectine receptor (carbohydraat-herkennend):
 Op plasmembraan
 Fungi glycanen
 Fagocytose van fungi en bacteriën en ontsteking bij deze pathogenen

Componenten van aangeboren immuniteit
Bevat:
 Epitheelcellen
 Sentinel cellen in weefsel (macrofagen, dendriet cellen, mastcellen…)
 Aangeboren lymfoïde cellen (+ NK cellen)
 Plasmaproteïnen

A. Epitheelbarrière
 Tussen omgeving en lichaam:
o Huid
o GI tract
o Urogenitale tract
 allen omlijnt door epitheelcellen
 Mechanische barrière  tight junctions
 Keratine op huid en mucus secreet door mucosle epitheelcellen  microben geen contact of
infecteren van epitheel
= fysieke barrière
 Produceren ook peptide antibiotica (= defensins en cathelicidins)
= chemische barrière
 Bevatten ook intraepitheel T lymfocyten (ϒδ T cellen) met antigen receptoren (limiterende
diversiteit)

B. Fagocyten: neutrofielen en monocyten/macrofagen
= Bloedcellen gerekruteerd naar plaats van infectie en herkennen en verteren microben door IC
vernietigen
 Neutrofielen (polymorfonucleaire leukocyten, PMNs):
o Meest voorkomende leukocyt (4000-10,000/µl)
o Als reactie op infectie  productie in beenmerg stijgen tot 20,000
o Productie gestimuleerd door cytokines = kolonie-stimulerende factoren (CSFs)
 gesecreteert door vele cellen als reactie op infectie
 werken in op hematopoitische stamcellen
 stimuleren proliferatie en maturatie van neutrofielen precursoren
o Eerste celtype die reageert op infectie  oorzaak acute ontsteking
o Fagocyteren (opnemen) en vernietigen/verteren microben in weefsel en bloedbaan
o Hebben receptoren voor antilichamen die op microben zitten
o Ook gerekruteerd bij celschade  opruimen celafval
o Korte levensduur  geen lange verdediging
 Monocyten:
o Minder aanwezig (500-1000/µl)
o Ook opnemen en verteren van microben in bloed en weefsel
o Bij ontsteking monocyten in weefsel  worden macrofagen
 lange levensduur
o Mononucleair fagocyte systeem = 2 fasen van eenzelfde cel, de monocyt (bloed) en
macrofaag (weefsel)
o Macrofagen in hersenen, lever en longen niet van circulerende monocyten maar van
dooierzak in embryo of van foetale lever
o Alle monocyten of macrofagen afkomstig van Hematopoitische stamcellen
 Macrofagen:
o Functie:
 Produceren cytokinen dat Induceren en reguleren ontstekingen
 Opnemen en verteren van microben
 Opruimen dood weefsel en initiëren van reparatie

, o Bevatten TLRs en NLRs
 herkennen producten van microben en beschadigde cellen
o Mannose en scavenger receptoren (op celmembraan)
 microben binden direct en activeert fagocytose
o Reageren op meerdere cytokinen
o 2 Pathways die macrofagen activeren:
 Klassieke macrofaag activatie (M1)
 door TLRs en cytokinen (IFN-ϒ)
 vernietigen microben en activeren ontsteking
 Alternatieve macrofaag activatie (M2)
 Bij weinig TLRs en door cytokinen (IL-4 en IL-13)
 weefselreparatie en terminatie ontsteking


C. Dendriet cellen
 Reageren op microben door cytokinen te produceren met 2 functies:
o Initiëren van ontsteking
o Stimuleren aanpassend immuunreactie
 Aanvoelen van microben en interageren met T lymfocyten  belangrijke brug tussen
aangeboren en aanpassend immuniteit

D. Mastcellen
 Afkomstig van beenmerg
 Bevat veel cytoplasmatische granules
 Geactiveerd door TLRs of speciaal antilichaam mechanisme
 Granules bevatten:
o Histamine (vasoactive amines)
 vaatverwijding en verhoogd capillaire doorlaatbaarheid
o Proteolytische enzymen
 vernietigen van bacteriën of inactieve microbacteriële toxines
 Synthiseren en secreren lipide mediatoren en cytokinen
 stimuleren ontsteking
 Verdedigen tegen pathogenen en oorzaak voor allergiereacties

E. Aangeboren Lymfoïde cellen (ILCs)
 Produceren cytokinen en functies gelijk T lymfocyten (geen T cell antigen receptoren, TCRs)
 3 grote groepen op basis van secreren cytokinen:
o Th1 (NK cellen)
o Th2
o Th17
 Vroege reactie in verdediging en gidsen T cel reactie

F. Natural killer cellen
 Herkennen geïnfecteerde cellen & vernietigen deze cellen
 Secreren macrofaag activerende cytokinen IFN-ϒ
 10% van lymfocyten in bloed
 Bevatten veel cytoplasmatische granules en unieke opp. Proteïnen
 In contact met geïnfecteerde cel -> inhoud granules eruit gooien
 granule proteïnen in cel en activeren enzymen die zorgen voor apoptose
 Zelfde mechanisme als cytotoxische T lymfocyten (CTLs)
 Secreren van cytokine interferon-ϒ (IFN- ϒ)
 stimuleren macrofagen mciroben te doden door fagocytose
 NK activerende cytokinen (van dendriet en mastcellen):
o Interleukin-15 (IL-15)  ontwikkeling en maturing van NK cellen
o Type I interferon (I IFNs)  versterkt killerfunctie van NK
o Interleukin-12 (IL-12)  versterkt killerfunctie van NK

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller slageneerstezit. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.35
  • (0)
  Add to cart