1. Overzicht van de meubelstijlen
1) Romaans (770-1250)
2) Gotiek (1150-1550)
3) Renaissance (1420-1660)
4) Lodewijk de 13de (1589-1661)
5) Lodewijk de 14de (1661-1700)
6) Régence (1690-1730/1740)
7) Lodewijk de 15de (1730-1760)
8) Lodewijk de 16de (1760-1789)
9) Directoire (1789-1804)
10) Empire (1800-1815)
11) Restauratie (1815-1830) en Louis Philippe (1830-1848)
12) Napoleon de 3de (1848/1852-1871)
1.1 Romaans (770 – 1250)
- Geschiedkundig:
o Deze periode is te situeren tussen de val van het West-Romeinse Rijk en de kruistochten
§ Val West-Romeinse Rijk (476 n. Chr.): werd te groot om centraal te besturen
§ Christendom: opkomst kruistochten (1096 – 1192)
§ à begin versnippering + Dark Ages
o De stijl wordt erg beïnvloed door de kloosters
§ Waren toen het centrum van wijsheid en daardoor ook de macht
§ Het merendeel van het gekende meubilair komt uit de kloosters
§ Afbakening onder Karel V door centraal bestuur
- Burchten:
o Meubilair uit de burchten is weinig bekend
§ Men denkt dat een burcht weinig meubilair bevatte omdat kasteelheren vaak reisden
tussen hun kastelen en woningen
• Kleine verplaatsbare meubeltjes: kisten, vouwstoelen, kussens, …
- Egyptisch meubilair:
o Egyptisch meubilair is beter gekend dan Romaans
§ Egyptisch meubilair werd meegegeven als grafgift
• Gebeurde niet meer in het Christendom
- Gekende meubels:
o Door overlevering / wat bewaard werd
o Meest bewaard uit kloosters omdat het hier comfortabel leven was
o Ruw, eenvoudige meubels
- Primitieve afwerking:
o Terugval na Romeinse Rijk à vergeten van zaken omdat er geen centralisatie was
§ In Gotiek: heruitvinding
1
, - Werktuigen:
o Dissel, boor hamer en kloofbeitel
§ Men was de zaag “vergeten”
§ Kloven: slaan op hout tot het vanzelf begint te splitsen
• Niet mooi afgewerkt
1.1.1 Meubilair
- Kist
o Meest voorkomend
§ Men kent nog geen kasten
o Eenvoudig en verplaatsbaar
o Ijzerbeslag: om gekloofde planken bij elkaar te houden
o Geklampt aan binnenkant: met gesmede nagels krom slaan aan binnenkant
§ Primitieve maar stevige techniek
§ Simpele panelen tegen elkaar zonder paneelvoering
• Nadeel: hout trekt krom (en door vastgeklampte nagels) splijt het
oVermoeden: kisten bekleed met perkament en beschilderd (afgeleid uit miniatuurboeken)
§ Aanleiding tot motiefontwikkeling
- Kasttype
o Aanwezig in kerken en kloosters voor opbergen van oorkondes
o Geen algemeen type
o Beperkt voorgekomen in Duitsland
§ Soort ‘schildwachthuisje’ met één of twee deuren
• Werden ook vastgeklampt
- Zitmeubelen
o Zijn gekend uit kerken in Scandinavië en Duitsland
§ Banken met rechte rugleuning en soms snijwerk
§ Volledig gedraaide meubelen
• Draaibank in Zweden
• Reeds gekend in de Oudheid maar werd
‘vergeten’
§ Tabouret en X met dierenmotieven
• Om op te vouwen en mee te nemen
• Met iconografische motieven:
o Leeuwenklauwen
o Eendensnavels
o Gekend vanuit de Oudheid
- Bedden
o Niet bewaard
§ Enige bron
• Middeleeuwse miniaturen, voonamelijk bij “dood van Maria” taferelen
aangetroffen
§ Kist met stof erover
2
,1.2 Gotiek (1150 – 1550)
- Geschiedkundig:
o Steden beginnen te ontstaan door de opkomende handel en de burgerij gaat het stedelijke leven
domineren
§ Ontstaan van ambachtsverenigingen of gildes die regels zullen opleggen voor hun
ambacht
o Geldeconomie verdringt ruilhandel
§ Handelaren beheersen het stedelijke leven
o Dus ontstaan van een derde klasse à de burgerij
- Gotische stijl
o Ontstaat in Parijs in ca. 1150
§ Verspreiding over heel Europa tot de 16de eeuw
• Maar heel kort in Italië (tot 1400)
- Gotische bouwkunst ontstaat ook in Parijs
o Maar Gotische meubelkunst bloeit vooral in landen buiten Frankrijk
§ Decoratieve elementen die ook in de bouwkunst voorkomen:
ruitwerk, pinakels, wimbergen, traceerwerk, …
§ Meest toegepaste motief à briefpaneel
• Panelen waarvan de decoratie lijkt op geplooid papier
- Werktuigen:
o Houtzaagmolen
§ Nu kunnen ze wel gelijkmatige planken afzagen
• Nodig voor de techniek van de panelen in het raamwerk (briefpaneel)
o Heruitvinding van de schaaf
§ Al gekend van Grieken maar verloren in Romaanse periode
o Beitels
§ Steekbeitels, guts (U-vorm), burijn (V-vorm)
o Nieuwe verbindingen
§ Pen-gatverbinding, zwaluwstaarten, verlijmingen
1.2.1 Meubilair
- Zitkist
o Meest voorkomend
o Gecombineerd meubel
§ Je kan er op zitten, maar ook waardevolle stukken in bewaren
o Stond in het belangrijkste vertrek
o Daarnaast ook nog banken, escabeau, …
- Kist
o Belangrijkste opbergmeubel
§ Vaak ook bruidsschat
o Evolutie van de kisten
§ Van dikke planken met ijzerbeslag
§ Naar meer raamwerk met regels en stijlen die steeds
langer worden tegen de bescherming van vocht
§ Evolueert naar een dressoir
3
, - Dressoir
o Het bovenblad wordt vastgemaakt en de kist wordt toegankelijk langs
twee deuren
o Gebruikt om waardevolle, kerkelijke objecten in op te bergen en uit te
stallen
§ Wordt geïntegreerd in de woning
- Tafels
o Een tafeblad wordt gelegd op schragen of op een kruisvoet
§ Na gebruik wordt het aan de muur gehangen
- Bedden
o Pronkmeubel
§ Omgeven door gordijnen omdat er meestal geen slaapkamers waren
1.3 Renaissance (1420-1660)
1.3.1 Italiaanse Renaissance (1420-1600)
- Geschiedkundig
o Maatschappelijke omwenteling waar de mens centraal komt te staan
o Firenze
§ Wordt het centrum van de vroege Renaissance
§ Ontstaan rijke bankierfamilies
• De Medici, Pitti, Strozzi, …
o Men gebruikt veel hout en grijpt terug op de vormen van de Klassieke Oudheid
§ Gestimuleerd door de archeologie en herontdekking van de Oudheid
• Gouden huis van Nero (1509)
o Onder de grond à grotten à grotesken
• Motieven: grotesken
o Ongeordende symmetrische onnatuurlijke
compsitie langs een as met allerlei
fabelwezentjes
- Soorten lijsten
Eierlijsten
Tandlijsten
Astragaallijsten
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller antjeindestege. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.