PSYCHOLOGIE Kunnen we omschrijven als de wetenschappelijke studie van het gedrag en
de mentale activiteiten van het individu.
Een gedragswetenschap
o Bestudeerd in wezen elk gedrag dat mensen (of dieren) kunnen stellen
2.1 EEN DEFINITIE VAN DE PSYCHOLOGIE
Invalshoek van de psychologie
Ze bestudeerd gedrag op het niveau van een individu
o Factoren binnen de persoon of in zijn omgeving staan centraal
2.2 WETENSCHAPPELIJKE PSYCHOLOGIE EN INTUÏTIEVE MENSENKENNIS
Intuïtieve mensenkennis Dit zijn vele inzichten die in de loop van het leven ontstaan uit de
ervaringen die we opdoen met anderen en onszelf.
Die inzichten halen we uit ervaring
o Sommige hebben we verworven in onze directe omgang met mensen en andere
worden van generatie op generatie doorgegeven
o Beperkt aantal individuele ervaringen
Intuïtieve kennisverwerving
o Ontdekken hoe de gebeurtenissen onderling samenhangen, om ze daaruit te
begrijpen of te voorspellen
o Leidt tot foute of eenzijdige voorspellingen
o Grove generaliseringen
Intuïtie vs wetenschap (verschilpunten)
Soort ervaringen waarop ze zich baseren
Wijze waarop uit die gegevens inzichten werden gehaald
1
,Algemene psychologie 1 e BaMV
2.2.1 VERSCHILLEN IN HET VERZAMELEN VAN GEGEVENS
IN DE WETENSCHAPPELIJKE PSYCHOLOGIE
Objectieve vaststellingen
o Observaties
Waarop men zich baseert kunnen door iedere onderzoeker herhaald en
gecontroleerd worden
o Objectiviteitsbeginsel
= Wetenschap dient steeds te vertrekken van objectieve gegevens, van
vaststellingen die uit feiten zelf voortvloeien
o Intersubjectiviteit
= Dat wetenschappen zullen nagaan in hoeverre verschillende waarnemers
onafhankelijk van elkaar tot eenzelfde appreciatie komen
Systematische observaties
o Accurate metingen
o Representatieve steekproeven
In gecontroleerde situaties
o Men moeten storende invloeden vermijden (kunnen voor vertekening zorgen)
2.2.2 VERSCHILLEN IN HET ZOEKEN NAAR SAMENHANGEN
Zoeken naar diepere samenhangen: 3 methoden om te zoeken naar samenhangen
o Begrijpende methode
o Correctionele methode
o Experimentele methode
1 BEGRIJPENDE METHODE
Is kwalitatief van aard
o Beperkt zich tot verbale beschrijvingen van de fenomenen die ze wil onderzoeken
Gevalstudies
Zwakheid van deze methode subjectiviteit
2 CORRELATIONELE METHODE
Men verzamelt bij een relatief grote groep individuen een aantal gegevens over de
variabelen die men wil onderzoeken
o Variabele = een kenmerk dat verschillende verschijningsvormen kan aannemen (bv.
leeftijd, geslacht…)
Vervolgens worden statische correlaties berekend
2
,Algemene psychologie 1 e BaMV
o Correlatie= drukt uit hoe de veranderingen in de ene variabele samenhangen met
veranderingen in de andere variabele
Is er geen verband tussen beide variabelen = NULcorrelatie
3 EXPERIMENTELE METHODE
Experimenteel onderzoek
o Wanneer we willen weten of de ene variabele de andere veroorzaakt
AV: afhankelijke variabele
OV: onafhankelijke variabele
Bekijk bladzijde 22-24 boek
2.2.2.1 INKADEREN IN EEN BREDERE THEORIE
Diepere verklaring
o Hoe komt het dat beide gebeurtenissen samenhangen?
Theorie
o Is een netwerk van relaties waarin aangegeven wordt hoe verschillende
gebeurtenissen met elkaar in verband staan
Hypothesen = veronderstelde samenhangen
o Deze worden later gebruikt om een theorie te toetsen
2.2.2.2 EMPIRISCHE TOETSING
Strikt genomen kun je nooit zeggen dat iets definitief bewezen is
o Alle uitspraken dienen herhaaldelijk getoetst te worden
Falsificatie
De valsheid van een theorie aantonen
Verificatie
Aantonen dat ze in alle omstandigheden waar is
Wetten
= hypothesen die een groot aantal toetsingen met succes doorstaan
hebben
EMPIRISCHE CYCLUS
Empirische of observatiefase
o Alles begint met 1 of enkele vaststellingen
Inductiefase
o Die vaststellingen kunnen aanleiding geven tot het formuleren van een mogelijke
verklaring of hypothese, die deel kan uitmaken van een meer omvattende theorie
Om meer zekerheid te krijgen dienen uit die hypothese toetsbare voorspellingen afgeleid te
worden
Deductiefase
3
, Algemene psychologie 1 e BaMV
o Het confronteren van die concrete voorspelling met nieuw feitenmateriaal
Met die 2de empirische of observatiefase wordt de cyclus gesloten
o Hieruit zal blijken of de hypothese al dan niet houdbaar is
Nu kan men ze bevestigen, verwerpen of moeten opnieuw toetsbare voorspellingen worden
afgeleid
Een gezonde intuïtie kans ons een antwoord geven op vragen waarvoor nog geen
wetenschappelijke uitleg is.
2.3 GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHOLOGIE
DE VERRRE VOORGESCHIEDENIS
Opkomst van de filosofie betekende een vooruitgang in het zoeken naar kennis en inzicht
o Rond de 4e eeuw voor Christus in het oude Griekenland
o Bekendste filosofen: Socrates, Plato en Aristoteles
Emoties kunnen ons denken verstoren
o Oedipus-complex: De kleuter heeft seksuele verlangens ten opzichte van de ouder
van het andere geslacht en vijandige gevoelens ten opzichte van de als rivaal ervaren
ouder van hetzelfde geslacht.
Waarnemingen zijn altijd interpretaties: iedereen creëert zijn eigen wereld
o Wat we zien ≠ van de werkelijkheid
o Cfr het glas is halfvol of het glas is halfleeg
Onderscheid tussen ratio en emotie
Legden een verband tussen geest en lichamelijke eigenschappen
o Emoties komen voort uit hart, lever, milt…
o Psychische stoornissen uit gal (“zwartgallige stemming”)
Dit laatste beweerden de Grieken, maar later kwam men tot het inzicht dat dit niet klopt
MIDDELEEUWEN
Geest en ziel staan los van de natuurwetten
God heeft de mens naar zijn evenbeeld geschapen
De geest is dus een onoplosbaar mysterie
RENÉ DESCARTES
Hij had de uitdaging om een filosofie uit te bouwen die dezelfde precisie zou hebben als
wiskunde
Belang van de ‘methodische twijfel’ en ‘rationalisme’
Men moet aan alles twijfelen, behalve aan het feit dat men twijfelt
‘Ik denk dus ik ben” (“cogito ergo sum”): men weet niet waar de geest zich bevindt, maar wel
dat die zich ergens bevindt
Dualisme: geest leent zich niet tot onderzoek
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tkdahmed1221. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.77. You're not tied to anything after your purchase.