Dit is een samenvatting van het vak Statistiek II voor de sociale wetenschappen van Prof. Van Droogenbroeck, dat ik heb gevolgd aan de Vrije Universiteit in Brussel.
Statistiek II voor de sociale wetenschappen
Statistiek I (Beschrijvende statistiek)
1.Belangrijke begrippen
1.Variabele
- Variabele = kenmerk dat je kan meten en dat varieert. (vb. lengte, gewicht,…)
- Analyses:
o Univariaat = één variabele.
o Bivariaat = twee variabelen.
o Multivariaat = meerdere variabelen.
o Afhankelijke variabele (y) = kenmerk dat we willen weten. (vb. salaris)
▪ Geoperationaliseerd = hoe afhankelijke variabele gemeten kan worden.
o Onafhankelijke variabele (x) = onafhankelijke verklaart afhankelijke. (vb. scholingsgraad)
- Soorten variabelen:
o Categorieën/labels:
▪ Nominale variabele = kan je niet rangschikken. (vb. geslacht, woonplaats)
• Dichotoom = twee mogelijkheden. (vb. man/vrouw)
• Polytoom = meer dan twee mogelijkheden. (vb. provincie)
▪ Ordinale variabele = wel rangschikken. (vb. laag/hoog geschoold)
• Opinievragen: akkoord, neutraal, niet akkoord
o Numeriek/kwantitatief:
▪ Interval variabele = geen nulpunt. (vb. temperatuur)
• Continue interval variabele = kan afwijken (vb. temperatuur)
• Discrete interval variabele = beperkt. (vb. geboortejaar)
▪ Ratio variabele = wel nulpunt. (vb. aantal kinderen)
• Continue ratio variabele = kan afwijken. (vb. gewicht)
• Discrete ratio variabele = beperkt. (vb. aantal kinderen)
- Discrete waarden = getallen zonder kommagetallen. (vb. aantal kinderen)
- Continue waarden = tussenwaarden. (vb. lengte in cm en mm)
- Out liers = getallen die erbij komen en invloed hebben op uitslag.
2.Populatie/steekproef
- Populatie = alle elementen waarover je uitspraken wil doen. (vb. Vlaamse jongeren)
o Onderzoekselementen = individuele onderdelen populatie.
- Steekproef = elementen die je betrekt in je onderzoek. (vb. Antwerpse jongeren)
3.Centrummaten/spreidingsmaten
1.Maten van centraliteit
- Modus = waarde meeste voorkomt.
- Mediaan = rangschikken van laag naar hoog en middelste waarde.
o Q2, D5, P50
- Kwartielen/decielen/percentielen = waarden waaronder minstens …% van gegevens ligt.
o Kwartiel: (vb. Q1: 25%, D2: 50%, Q3: 75%, Q4: 100%)
▪ Berekenen: getal op 25e of gemiddelde van 25e en 26e
o Deciel: (vb. D1: 10%, D5: 50%, D10: 100%)
o Percentiel: (vb. P1: 1%, P23: 23%, P100 : 100%)
- Gemiddelde x = alles optellen en delen door aantal.
o Steekproefgrootte n
1
, 2.Maten van spreiding
- Bereik = afstand tussen laagste en hoogste waarde.
o Boxplot = minimum – Q1 – mediaan – Q3 – maximum.
▪ Volledig → bereik
- Interkwartielafstand IKA = verschil tussen Q1 en Q3.
o Boxplot tussen Q1 en Q3 → interkwartiel
- Variantie s² = gemiddelde gekwadrateerde afwijking tegenover gemiddelde.
o Afstand ten opzichte van gemiddelde bekijken
- Standaardafwijking s = vierkantswortel van variantie.
o Standaardafwijking = 0 → alle data dezelfde waarde
3.Vormen verdeling
- Normale verdeling = symmetrische verdeling (vb. IQ)
o Gauss curve: hoogte staat voor hoe vaak bepaalde
waarde voorkomt
o Mediaan/gemiddelde/modus zelfde waarde
o Scheefheid 0, steilheid 0
- Afwijkingen normale verdeling:
o Scheefheid:
▪ Rechtsscheve/positiefscheve verdeling = gemiddelde groter dan mediaan.
• Scheefheid +0
▪ Linksscheve/negatiefscheve verdeling = gemiddelde kleiner dan mediaan.
• Scheefheid -0
▪ Parametrische toetsen = numerieke waarde variabele blijven gebruiken. (vb.
lonen)
▪ Niet parametrische toetsen =
o Steilheid/vlakheid:
▪ Hoe hoger grafiek, positief
▪ Hoe lager grafiek, negatief
- Waarom statistiek?:
o Fundamentele onzekerheid in de realiteit: zaken variëren
o Weerbaar zijn in een samenleving gedreven door cijfers
o Uitzonderingsbubbel doorprikken
o Statistiek als noodzaak: nog steeds in ontwikkeling
o Empirie (kennis) om beweringen te staven:
▪ Beweringen op zich zijn niet voldoende, nood aan empirie
▪ Data verzamelen volgens regels kunst (vb. onderzoeksmethoden)
▪ Data analyseren met juiste techniek en ruimte voor onzekerheid (vb. statistiek II)
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yenthemaes2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.95. You're not tied to anything after your purchase.