100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ontstaansmechanismen Van Ziekten deel II $17.52   Add to cart

Summary

Samenvatting Ontstaansmechanismen Van Ziekten deel II

 46 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting van het vak Ontstaansmechanismen Van Ziekten, deel II de grote decompensatiesyndromen

Preview 4 out of 38  pages

  • February 1, 2022
  • 38
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Ontstaansmechanismen van ziekten

Deel 2: De grote decompensatiesyndromen


Atherosclerose en ischemisch hartlijden

Cardiovasculaire aandoeningen behoren tot de meest voorkomende doodsoorzaken ter wereld.

De grootste oorzaak van cardiovasculaire aandoeningen is atherosclerose of verkalking van het
slagadersysteem: een progressieve vernauwing van het bloedvatlumen door cholesterolopstapeling.
Het is een progressief proces dat zich spreidt over vele jaren (10-15 jaar) waardoor het mogelijk is om
het proces te stabiliseren, om te keren, diagnosticeren... Het blijft een lange tijd asymptomatisch en
zorgt meestal voor diffuse vaataantasting (bij aantasting op 1 plaats zullen er hoogstwaarschijnlijk
ook aantastingen zijn elders in het lichaam  systeemziekte).

Atherosclerose houdt in dat cholesterolplaques (lipiderijke plaques) subintimaal opstapelen
waardoor het bloedvatlumen progressief vernauwt en het deel distaal van de vernauwing mogelijks
in ischemie (zuurstoftekort) terecht komt.

Fysiopathologie:

1. De plaques worden veroorzaakt door een mononucleair ontstekingsinfiltraat dat cholesterol
aantrekt.
2. Macrofagen (monocyten) zullen deze cholesterol opnemen wat leidt tot zogenaamde
schuimmacrofagen die in zuurstofarme gebieden gaan necrotiseren en alle cholesterol
vrijzetten.
3. Hierdoor ontstaat een schuimachtige laag van opgestapeld cholesterol onder de intima.
4. Door dit interleukinerijk medium worden er ook gladde spiercellen aangetrokken die lokaal
gaan migreren en prolifereren afhankelijk van hoe inflammatoir deze regio is (minder gladde
spiercellen  meer kans op scheuren van cap).

Er kan ook atherotrombose optreden, waarbij de fibreuze cap scheurt en de lipiderijke plaques
vrijkomen in het bloed. Er treedt lokaal een trombotische activatie op waardoor een klonter ontstaat
met blokkage van de bloedstroom tot gevolg (acuut event/infarct). Dit kan overal in het lichaam
optreden, maar gebeurt vaker op plaatsen met veel turbulente flow (shear stress).

Atherosclerose is een wankel evenwicht tussen verschillende risicofactoren:

 Roken: veroorzaakt een directe en langdurige stijging in bloeddruk en hartslag, vermindert
de bloedstroom vanuit het hart en dus de hoeveelheid zuurstof naar de weefsels, verhoogt
het risico op klonters, beschadigt de bloedvaten (nicotine) en verdubbelt het risico op een
beroerte (minder bloedstroom naar de hersenen)
 Hypercholesterolemie (LDL!): wordt gesynthetiseerd en vrijgezet in het bloed door de lever
ð Hoog risico populatie (diabetes, nier- en hartlijden) en laag risico populatie
Behandeling:
 Statines: zowel LDL-reductie als stabilisatie van de cholesterolplaques
 Ezetimibe: blokkeert de opname van cholesterol t.h.v. de darm


1

,  PCSK9-inhibitoren: afbraak van PCSK9 (proteïne op het oppervlak van de levercel die
zorgt voor de internalisatie en afbraak van het PCSK9-LDLR-LDL complex) wordt
geïnhibeerd waardoor er veel meer PCSK9 tot expressie komt om LDL te
internaliseren en vervolgens af te breken
 Obesitas: meer beweging vermindert het risico op cardiovasculaire aandoeningen
 Diabetes (= microinflammatie door insulineresistentie): SGLT2 inhibitie vermindert de
heropname van glucose t.h.v. de nieren waardoor er minder glucose in het bloed zit  lager
risico op cardiovasculaire aandoeningen
 Leeftijd
 Geslacht
 Familiaal
 Hypertensie

Hypertensie is de belangrijkste driver voor cardiovasculaire aandoeningen en wordt in de hand
gewerkt door de voeding (te zout), te weinig beweging, obesitas, roken en Rx management. Het
wordt ook wel de ‘silent killer’ genoemd omdat het meestal geen symptomen geeft.

De bloeddruk wordt bepaald door het product van

 de systeem vasculaire weerstand (SVR): de tonus in het vasculaire bed
 de cardiale output (CO): het hartdebiet

Op oudere leeftijd treedt er meer aderverkalking op, is er een minder goede werking van het systeem
die de bloedvaten doet relaxeren etc. waardoor er een hogere SVR is en oudere personen dus bijna
altijd lijden aan hypertensie.

Oorzaken van hypertensie:

 Essentiële/primaire hypertensie (90%): oorzaak is vaak niet gekend (familiaal genetisch,
vooral t.h.v. de zouthuishouding van de nier), zoutiname, overgewicht
 Secundaire hypertensie
 Bij chronisch nierlijden (verstoorde zouthuishouding?)
 Nierarterie stenose: renovasculaire hypertensie (door hoge reninevrijzetting)
 Endocrien: Cushing (hypercortisolemie), Conn (hyperaldosteronisme), steroïden,
feochromocytoom (adrenalinetumor in de bijnier, zeer zeldzaam)
 Zwangerschapshypertensie: (pre)ecclampsie
 Varie: NSAID’s en andere medicatie

Behandelen van hypertensie is ingewikkeld en verschillend voor elke patiënt

ð Stap 1: behandeling van de oorzaak indien gekend
ð Stap 2: zoutreductie, vermagering, rookstop…
ð Stap 3: medicamenteuze behandeling, meestal start met 2 uit volgende klassen:
betablockers, calciumantagonisten, diuretica, centraal werkende medicatie, ACE-inhibitoren
of sartanan

Controle van de risicofactoren:

 Rookstop
 Gewichtsverlies
 Fysieke activiteit
 Gezonde voeding


2

,  Totale cholesterol verlagen (70-80 bij atheromatose, 100-115 bij primaire preventie)
 Geglycosyleerde Hb lager dan 7% houden i.g.v. diabetes
 Bloeddruk onder 140/90 mmHg houden

Een eerste grootste gevolg van atherosclerose is het acuut myocard infarct door een trombose in 1
van de 3 coronaire arteriën. Hierdoor komt de distale regio van het spierweefsel bevloeid door de
betreffende arterie zonder zuurstof te zitten (ischemie) en sterft het na verloop van tijd af
(myocardnecrose). Symptomen zijn retrosternale pijn (met of zonder uitstraling), kortademigheid,
misselijkheid, klam, zweterig en bleek worden, plotse dood of ritmestoornissen. Bij diabeten zijn er
vaak geen symptomen te merken.

De tijd/uitgebreidheid van de diagnostiek hangt af van de ernst:

 Elektrocardiogram (= hoeksteen  STEMI of NSTEMI)
 Cardiale biomarkers meten (troponines)
 Stresstesten
 Beeldvorming: CT van de coronairen (stenosen via contrastvloeistof), coronarografie,
nucleaire scan (MIBI = myocardiale perfusiescan met 99mTC), echocardiografie (verschillende
zones beoordelen naar contractiliteit: normaal, hypokinetisch of akinetisch)

Behandeling:

1. Controle van de risicofactoren
2. Antitrombotische therapie: antiaggregantia (blokkage van de bloedplaatjes via
receptorinhibitoren bv. aspirine tegen TxA2 en clopidogrel of ticagrelor tegen P2Y12 
vorming van bloedklonters tegengaan)
3. Herstel van coronaire flow
 Percutane coronaire interventie (PCI): stents
 Coronary artery bypass grafting (CABG): overbruggingsoperatie waarbij gebruik
wordt gemaakt van eigen bloedvaten (meestal bij jongere patiënten)

De tijd/uitgebreidheid van de diagnostiek en de snelheid van de behandeling bepalen de kans op
verwikkelingen:

 Hartfalen
 Cardiogene shock
 Ritmestoornissen (ischemie geïnduceerde ventrikeltachycardie)
 Myocardruptuur
 Lekkages van de kleppen
 Dood

Een tweede grootste gevolg van atherosclerose is het cerebrovasculair accident (CVA) door acute
ischemie t.h.v. de hersenen.




3

, Nierpathologie

Nierfysiologie: principes

De nieren staan in voor de verwijdering van afvalstoffen zoals ureum, creatinine, urinezuur en andere
exogene stoffen via de urine, maar ook voor de regulatie van het extracellulair volume, water- en
zouthuishouding en het zuur-base evenwicht (metabole acidose vs. alkalose bij nierinsufficiëntie).
Daarnaast hebben de nieren ook een endocriene functie, namelijk het secreteren van
erythropoëtine, renine en 1,25-OH-vitamine D.

Het urinair systeem bevindt zich retroperitoneaal en bestaat uit:

 Nieren: vorming van urine (rechternier ligt iets hoger dan linker nier)
 Ureter: transport van urine
 Blaas: stockage van urine
 Urethra: transport van urine uit het lichaam

Structuur van een nier:




De nieren worden bevloeid door 25% van het hartminuutvolume (= 1200 ml/min).

De nefronen vormen de functionele eenheden van de nieren en staan in voor de glomerulaire
filtratie (180 l per dag). Elke nier bevat 600 000 tot 1 000 000 nefronen die elk bestaan uit een
glomerulus (die tussen een afferente en efferente arteriool ligt) en een tubulussysteem. In de
glomerulus treedt ultrafiltratie van het bloed op en in het tubulussysteem reabsorptie (nefron 
bloed) van bv. H2O, Na+, glucose en secretie (bloed  nefron) van bv. K+, H+, NH3, medicatie. De
proximale tubuli verzorgen 60 tot 90% van de absorptie van H 2O en Na+. Via een Na-K-ATPase wordt
per dag 25 000 mmol (= 99,5% van de hoeveelheid die gefiltreerd wordt = 1,5 kg keukenzout) Na +
gereabsorbeerd. De verzamelbuisjes zorgen voor het concentreren van de urine.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cedricbauters. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $17.52. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77764 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$17.52  2x  sold
  • (0)
  Add to cart