Griffith:
- Stam R: rough, niet ziek
- Stam S: smooth, ziek + sterven
- Levend R + dood S: R => S, sterven
- Transforming principle
Avery, McLeod, McCarthy:
- Dood S behandelen met proteasen, ribonucleasen, desoxyribonucleasen
- In contact met levende R => levende S bij proteasen, ribonucleasen
- DNA is transformerende factor
Hershey & Chase:
- Bacteriofagen injecteren hun genetisch materiaal in de bacterie
- Radioisotopen: 35S (eiw.) en 32P (DNA)
- Bacteriën en fagen gescheiden + gecentrifugeerd => bacterie: zwaardere partikels, fagen: opl
- Bewijs dat DNA transformerend factor is
Chargaff:
- A,T,G,C nt in =e hoevelheid
, - A = T, G = C
- Regel van Chargaff
Watson & Crick:
- Dubbele helix
- Rosalind Franklin (Wilkins)
- Pauling
- Nobelprijs
- Centrale dogma: DNA => RNA => eiwit
H2: de structuur van DNA
De primaire structuur
- Nucleosiden: pentose + base
- Nucleotiden:
o Suiker: pentose: desoxyribose
o Fosfaatgroep (5’)
o Stikstofhoudende base: (1’)
Purines: adenine, guanine (9-N)
Pyrimidines: cytosine, thymine (1-N)
- 5’3’ fosfodïesterbinding tussen OH-groep (3’) en fosfaatgroep (5’)
o Eliminatie water en pyrofosfaat
De secundaire structuur
- Waterstofbrug + van der Waalskrachten tussen basen => stabiliteit
- Watson-Crick/complementaire basenparing (A en T/ G en C)
- Base stacking
- Grote en kleine groeves
- Rechtshandig
- Anti-parallel
- 2 conformaties: A-DNA en B-DNA
- Denaturatie: waterstofbruggen w verbroken (smelten)
- Absorptie UV is bij enkelstrengig DNA 2x zo sterk als bij dubbelstrengig: hyperchromiciteit
- Smeltteperatuur/Tm: temp. Waarbij ½ van dubbelstrengig DNA gedenatureerd is (G-C)
- Renaturatie/annealing: weer nieuwe dubbele helix vormen
- Hybridisatie: complementaire DNA strengen van versch. oorsprong paren
o Snelheid afh. v. concentratie, zoutconcentratie, temperatuur, complexiteit
De tertiaire structuur
- Supercoiling
H3: genoomorganisatie en evolutie
Genoomsequentie
- Prokaryota: Eubacteria & Archaea + Eukaryota
- Elke somatische cel bevat een identieke versie vh genoom (diploïd)
o !RBC
o ! B/T-lymfocyten
Variaties in genoomorganisatie
- Dubbel/enkelstrengig
, - Lineair/circulair
- Variatie in #chromosomen
- Polyploïdie
- Mens: slecht 2% vh DNA codeert voor eiwitten (22 000)
Repititief DNA <-> uniek/low copy number DNA (spacer DNA)
- C-value: hoeveelheid DNA per haploïd genoom => C-value paradox
- Tandem repeats = satelliet DNA:
o Heterochromatine: telomeren + centromeren
o Hoog repititief DNA
o Satellieten
o Minisatellieten = VNTRs
o Microsatellieten = STRs
- Interspersed elements:
o (kopieën van) transposeerbare elementen => selfish, parasitair DNA
o Gemiddeld repititief DNA
o LINEs: > 500 bp
o SINEs: < 500 bp
Extrachromosomaal DNA en horizontale gentransfer
- Horizontale/laterale gentransfer: genomisch DNA ve organisme doorgeven aan ander
organisme
- Mitochondriaal genoom: mtDNA
o Ontstaan uit bacteriële endosymbionten
o Heteroplasmie: zowel mutante als normale mtDNA’s
o 1000/cel
o Maternale overerving
o Circulair
o Enkel coderend DNA
- Plasmide DNA (prokaryoten)
- Uitwisseling genen:
o Conjugatie = bacterieel paren:
Tussen F+ stam en F- stam
F+ is donor van F-plasmide
F-plasmide w doorgegeven via cytoplasmatische brug
Recombinatie: Hfr-cel: delen van chromosomen overdragen aan F-plasmide
Excisie: F-factor uit chromosoom verwijderen !R-genen
o Transformatie:
Opname vreemd DNA uit omringend milieu
Recombinant DNA onderzoek
DNAse
o Transductie:
Integrase: herkenning specifieke chromosoomsequentie in bacterieel
genoom
Lytisch: λ faag injecteert λ genoom in gastheercel => aanmaak virale eiwitten
=> gastheercel barst open + viruspartikels komen vrij
Transductie: bacterieel genoom w verknipt => in viruspartikels =>
overgedragen naar andere bacteriecel
, Lysogeen: λ genoom integreert in chromosomen van gastheercel => pro-faag
=> λ genoom w vermenigvuldigd => milieuwijziging: λ genoom komt vrij
Transductie: λ genoom w uitgeknipt => gastheer DNA in viruspartikel
getransporteerd naar andere cel
Genenclusters
- Solitaire genen
- Genduplicatie: homologe genen: paraloog/ortholoog => gespecialiseerde functies
- Multigen superfamilie: ontstaan door duplicatie van oergen
- α- en β-globine in genenclusters: gedupliceerde genen liggen naast elkaar
- pseudogenen: niet-functionele kopijen, door mutaties na genduplicatie
- syntenie: #chromosomen verschillend, maar genenkoppeling =
Het menselijk genoomproject
- opgestart in jaren ’90, eerste versie in 2001
- functional genomics
- comparative genomics (BLAST)
Polymorfisme
- polymorf: komen in meer dan 1 vorm voor
- SNP’s = snips = single nucleotide polymorphisms:
o Individuele nucleotide met 2 of meer variaties
o Frequentie >1%
o 3 miljoen = 1/1000 bp
o 4000 ziektebeelden met gekende genetische achtergroend
o <1% is functioneel relevant
- Farmaco-genomics: relatie tussen genetische verschillen en effectiviteit/toxiciteit
geneesmiddelen
- Copy Number Variants: grotere variaties (inserties, deleties)
- HLA systeem: transplantaties
- DNA fingerprinting: Southern blotting:
o DNA isoleren en in stukjes knippen met restrictive enzyme
o Gelelktroforese: fragmenten scheiden op basis van grootte
o Denaturatie DNA
o DNA op membraan + radioactieve probe (hybridisatie)
o Detectie probe via autoradiografie
Genoomsequentie van hominiden
- Bonobo en chimpansee meest verwant ad mens
Condensatie vh genoom
- Histonen + DNA: nucleosoom solenoïde lussen chromosoom (beads-on-a-string:
ontdekt adhv MNase)
- Histonen: eiwitten
o Basisch: Lys + Arg
o Kern/core histonen: H2A, H2B, H3, H4 => histonstaarten
o Linker histonen: H1
o Octameer (2 moleculen H2A, H2B, H3, H4) met daarrond DNA (2x)
o Stabilisatie/compacte structuur DNA
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bronywiedeman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.