1 Voor en rond het structuralisme
Verhaal en geschiedenis
Verhaal: aaneenschakeling van gebeurtenissen.
E.M. Forster: onderscheid tussen story en plot. De story wordt als geschiedenis
vertaalt en de plot als verhaal. Geschiedenis is de chronologische opeenvolging
van de gebeurtenissen. Het verhaal is het causale verband tussen de
gebeurtenissen.
Het verschil tussen temporele en causale verbanden is niet altijd duidelijk. Het
onderscheid tussen geschiedenis en verhaal is niet absoluut, maar afhankelijk
van de lezer.
Een verhaal is niet afhankelijk van oorzakelijke relaties, maar van allerlei zinvolle
verbanden die de lezer aanbrengt en die méér zijn dan alleen chronologie.
Definitie van verhaal: Zinvol gerelateerde gebeurtenissen en die zin is niet
reduceren tot tijd en oorzaak. Hij is het product van de interactie tussen de lezer
en de tekst.
Prince: het verhaal moet bestaan uit 3 elementen:
Initiële toestand
Actie/gebeurtenis minimale verhaal
Finale toestand
Relaties moeten voor de lezer betekenisvol zijn.
Vertellen en tonen
Mimesis evoceert een realiteit door deze op te voeren. Diëgesis vat de
gebeurtenissen en conversaties samen. In zo’n samenvatting hoor je altijd de
stem van de verteller. Deze vormen samen het verhaal verhalende proza
roman.
Auteur en verteller
Implied author: geen figuur dat daadwerkelijk optreedt in de tekst bron van
normen en opvattingen dat de ideologie van de tekst vormt.
De afstand tussen de implied author en de verteller is volgens Booth een goed
criterium om de betrouwbaarheid van de verteller vast te stellen: hoe minder
afstand er is, hoe betrouwbaarder de verteller.
Andere vertelinstanties:
Dramatized author auctoriele verteller. Is geen personage. Staat in ik-
vorm en zweeft boven het verhaal.
Dramatized narrator personage dat optreedt in scenes die hij beschrijft,
ofwel als toeschouwer, ofwel als handelende figuur.
Undramatized narrator vertelt het verhaal zonder dat je hem ziet. Hij
laat alles zien door de ogen van de personages, maar blijft zelf uit het
zicht.
Een verteller is niet afwezig als hij nauwelijks zichtbaar is. Er is altijd een
vertellende instantie.
Verteller en lezer
Volgens Booth heeft elke tekst een bepaald soort lezer voor ogen: een lezer met
een bepaalde ideologie en houding. Deze lezer is de tegenhanger van de
geïmpliceerde auteur, hij fungeert als alter ego of second self van die auteur. De
betrouwbaarheid en de kwaliteit van de lectuur is afhankelijk van de
gelijkvormigheid tussen de ideologie van de auteur en die van de lezer.
Voorgewende lezer (mock reader): een abstractie die niet zichtbaar of hoorbaar is
in de tekst.
Narratee: degene die aangesproken wordt in het verhaal.
Mary Louise Pratt: denkt vanuit de speech act theory: literaire vertellingen zijn
een afspiegeling van de dagelijkse en natuurlijke communicatieve wisselwerking
tussen spreker, boodschap en luisteraar.
Bewustzijn en spreken
De weergave van gedachten en gesprekken duiden we aan met de term
‘bewustzijnsrepresentatie’. Het probleem hiervan is de verhouding tussen de
instantie die weergeeft en de instantie die weergegeven wordt. Als een verteller
de gedachten van een personage weergeeft, is de vraag in hoeverre die
weergave ‘echt’ en ‘zuiver’ is. Er zijn drie vormen van weergave:
Directe rede : geciteerde monoloog (vraag naar de grens tussen
rapporterende verteller en het weergegeven personage is
onbeantwoordbaar)
Indirecte rede : psycho-narration (derde persoon citaten)
Vrije indirecte rede : vertelde monoloog
Voorbeelden:
Directe rede: Hij vroeg haar: ‘Kun je morgen vertrekken?’
Indirectie rede: Hij vroeg haar of ze de volgende dag kon
vertrekken.
Vrije indirecte rede: Kon ze morgen vertrekken?
De combinatie van elementen uit de directe en de indirecte rede laat vaak niet
toe uit te maken wie wat oppert. De woorden die door het personage worden
uitgesproken of gedacht, worden gecombineerd met de woorden die door de
verteller worden gezegd.
De mogelijke verwarring wordt nog groter als er geen onderscheid meer is tussen
de persoon van de verteller en die van het personage – als de verteller met
andere woorden over zichzelf vertelt.
De drie mogelijkheden die Cohn onderscheid op het niveau van de third-person
vertelling, onderscheidt ze ook op het niveau van de ikvertelling: self-narration in
de eerste persoon:
Geciteerde monoloog: self-quoted monologue in deze egoversie van de
geciteerde monoloog haalt het vertellende ik zichzelf als personage aan.
Psycho narration: samenvattende weergave van het een personage
gezegd of gedacht heeft
Vertelde monoloog: het gebruik van de vrije indirecte rede zorgt ervoor dat
de tegenwoordige tijd van het citaat vervangen wordt door de verleden
tijd, zodat de verhalende passages, waarin de verteller aan het woord is,
ongemerkt overgaan in indirecte geciteerde monologen, waarin het
personage aan het woord is.
Waarnemen en spreken
Het onderscheid tussen waarnemende en pratende instantie is relatief nieuw. De
oudere traditie van het zogeheten ‘vertelstandpunt’ of point of view vermengt de
invalshoek met de vertelinstantie en combineert zo de waarnemende met de
pratende figuur.
Friedman: 7 standpunten:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maloumarteijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.