Hoofdstuk 4: embryologie
(zie foto’s cursus!)
Enkele definities:
Ontogenie: levensgeschiedenis van een individu is een persoon zijn ontogenie
(+omvat in principe zowel reproductieve cyclus als post-reproductieve fase)
Post-reproductieve fase = gerontologische fase
Embryogenese omvat periode tussen fertilizatie (bevruchting) & ogenblik in
ontwikkeling waarop belangrijkste bouwplanelementen & organen zijn gevormd
(organogenese)
= meest sensitieve / gevoelige periode
= bij mens: 8-9 weken
- Embryo is dan 3cm lang, weegt ongeveer 3g
Daarna: foetale periode: (intense groei)
- Hier: geen nieuwe dingen meer ontstaan
- Ong. 1000-voudige massatoename bij mens (duurt tot geboorte ) (placentale
zoogdieren) of “uitkippen” van ei (vertebraten met macrolecitale eieren)
- Ontwikkeling organismen met eieren met weinig dooier: gekenmerkt door: larvale
vrijlevende periode
- Deze: gevolgd door metamorfose tot juveniel
- Verdere maturatie leidt tot adulte (geslachtsrijpe) stadium
Gametogenese: vorming van voortplantingscellen of gameten
Reproductie- of genitaalstelsel (voortplantingsstelsel)
Embryologie = beschrijvend
- Bespreekt morfologie & histogenese (respectievelijk: vorm en de
weefselstructuur)
- Causale aspecten van ontogenie = domein van ontwikkelingsbiologie
Sex-determinatie
Cellen die aanleiding geven tot gameten = germinatieve cellen
- Alle andere cellen = somatisch (lichaamscellen)
- Bij veel invertebraten (ongewervelden) differentiëren germinatieve cellen zich
tijdens bepaalde periode van levenscyclus UIT gewone somatische cellen
- Vaak: = cellen uit wand lichaamsholte (coeloom) die dan vrijkomen in nephridia
(=excretie-orgaantjes) of doordat lichaamswand openscheurt
Bij vertebraten (& bij sommige invertebratentaxa):
- Zogenaamde germinatieve cellijn
- In zeer vroege ontwikkelingsstadium: primordiumcellen (voorlopercellen van
germinatieve cellen) worden onderscheiden
- Bij sommige groepen (vb. Amfibia) cellen terug-getraceerd tot in
zygotestadium (bevruchte eicel) waar een germinatieve cytoplasmatische regio bij
klieving aanleiding geeft tot primordia van germinatieve cellen
, - Deze primordiumcellen: ontwikkelen buiten eigenlijke embryo (in endoderm van
dooierzak)
- Deze primordiumcellen migreren (amoeboïd)1later tijdens embryonale
ontwikkeling naar germinatieve lijsten (gametenaanleg) (dense
weefselstrengen van mesodermale oorsprong in dak lichaamsholte) waar
somatische deel van gonaden2 zal ontstaan (gameetprimordia: hier vormen)
- Daar: voorlopercellen omvormen tot germinatieve cellen & instaan voor
productie gameten
- Dit proces = identiek verlopen voor toekomstige mannetjes of vrouwen dus:
gonadenprimordia (gonaden in aanleg) indifferent in beide sexen (=zelfde)
Voortplantingsstelsel (de mens)
Bij mannelijke vertebraten nauw verband (ook ontogenetisch) tussen: genitaalstelsel
excretiestelsel (uitscheidingsstelsel)
- Testis (mv. testes : teelballen of mannelijke gonaden): opgebouwd uit
zaadbuisjes (enk: tubulus seminiferus) waarin sperma (zaad) zich vanuit
germinatieve cellen (diploïde voorlopercellen van gameten) ontwikkelt
Totale lengte tubuli: 360m (bij mens)
- Goed voor dagelijkse productie van zaad (100 miljoen spermatozoa)
- Leydigcellen tussen zaadbuisjes (interstitiële cellen) zorgen voor productie
mannelijke sexhormoon
- Vanuit zaadbuisjes sperma via rete testis (=anastomoserend netwerk van
buisjes binnen testikel) naar vasa efferentia (afvoerbuisjes, enk: ductulus
efferens)
- Zij vormen sterk gewonden kluwen van buisjes in kop bijbal (epididymis)
- Versmelten tot sterk gewonden ductus epididymis rest bijbal vormen
- In bijbal: sperma matureert (rijpt) verder = tijdelijk opgeslagen
- Afvoer gebeurt via zaadleider (vas deferens)
- Terminale deel = ductus ejaculatorius
- Bij zoogdieren: zaadleider versmelt met pisbuis (urethra: verbinding blaas
buitenwereld)
- Urether verbindt nier met blaas
- Verschillende klieren staan in voor productie van seminaal vocht:
1. Vesiculaire klier (vesiculae seminalis: produceert 60% volume semen)
2. Prostaat
3. Bulbourethrale (of Cowper’s) klier: secreteert mucus van pH van
urine die = achtergebleven in urethra; vooraleer ejaculaat passeert)
Secreet staat in voor transport & voeding van sperma
Buffert lage pH in vagina
Bij meeste zoogdieren:
- Testis en epididymis: tijdelijk of permanent buiten buikholte (peritoneale holte)
in scrotum (balzak)
- Daardoor (ook door speciale vascularisatie die als warmte-wisselaar werkt)
temperatuur van testis: blijft verschillende graden onder lichaamstemp.
1
= kruipende beweging in eukaryote cellen
2
= orgaan dat germinale cellen (of kiemcellen) produceert. Bij man is gonade = testikel / teelbal die zaadcellen
produceert bij vrouw: gonade = ovarium (eierstok) die ova (eicellen) produceert
, = noodzakelijk voor normale spermaproductie
Vrouwelijke gonaden (ovaria / eierstokken) buikholte
- Oviduct (eileider, uterine of fallopische tubulus) eindigt in ostium (opening)
voorzien van fimbrae (vingervormige uitstulpingen) in buurt van elke ovarium
- Beide oviducten openen in baarmoeder (uterus)
- Wand = sterk gespierd & gevasculariseerd
- = binnenin bekleed met endometrium (mucosa)
- Via cervix komt uterus uit in vagina (die opent thv vulva (=externe genitalia of
geslachtsdelen)
- Deze: bestaan uit grote & kleine schaamlippen (labia majora en minora) en
clitoris
- Deze structuren = homoloog met externe genitalia van man
Geslachtsderminatie bij zoogdieren (vb. mens)
In aanleg: gonaden = indifferent (hetzelfde)
- Tot week 5: XX & XY = vrouwelijk (verwijderen gonaden voor differentiatie
vrouwelijk urogenitaal apparaat)
Zowel mannelijke als vrouwelijke primordia van ducti aangelegd
Mannelijk: Kanaal van Wolff (archinephritische dectus) (voorloper epididymis: vas
deferens)
Vrouwelijk: Kanaal van Müller (voorloper oviduct, uterus, bovenste deel vagina)
Bij mens:
- Migratie voltrokken tegen einde 5e week van ontwikkeling
- Ongeacht genetische sexdeterminatie: de ontwikkelde gonaden = intrinsiek
vrouwelijk
- Steunt op feit: bij zoogdieren: het verwijderen van gonadenaanleg in vroeg
(indifferent) ontwikkelingsstadium de rest van urogenitaalstelsel (urinair &
genitaal systeem) onveranderlijk vrouwelijk wordt
- Differentiatie van indifferente gonadenaanleg tot ovaria door genetische
factoren bepaald
Tijdens vroege ontwikkeling (< week 6-7 bij mens) primordia van zowelijk mannelijke als
vrouwelijke ducti aangelegd
Merk op: bij vogels, reptiele, sommige amfibiëen: homozygote conditie XX mannelijk is)
Vanaf week 6 TDF op Y-chromosoom (testis determining factor = genenset)
= triggert testis ontwikkeling
- Genen die in TDF-regio liggen sturen ontwikkeling van gonaden in mannelijke
richting
- Hierdoor: cascade van verdere mannelijke ontwikkeling geïnduceerd
ook X-genen & autosomale genen (genen die op niet-sexchromosomen liggen) rol
spelen in sexbepaling
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ankevp262. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.