Samenvatting Psychologie, een inleiding, 8e editie met MyLab NL toegangscode, ISBN: 9789043034593 Minor Toegepaste Psychologie
All for this textbook (1)
Written for
Saxion Hogeschool (Saxion)
Toegepaste Psychologie
Inleiding In De Psychologie
All documents for this subject (60)
Seller
Follow
lmcsteghuis
Reviews received
Content preview
PSYCHOLOGIE EEN INLEIDING
H1: geest, gedrag en psychologische wetenschap
1.1 wat is psychologie en wat is het niet?
Psychologie is de wetenschap van gedrag en geestelijke processen, die uit vele -dikwijls tegenstrijdige-
tradities is ontstaan.
Psyché is geest -ologie is gebied van studie.
- Interne geestelijke processen: nemen we indirect waar = denken, voelen, begeren.
- Externe waarneembare gedragingen = praten, glimlachen, lopen.
Wat is psychologie WEL: het houdt zich bezig met geestelijke processen en met gedragingen, dus het bestaat
zowel uit interne geestelijke processen als externe waarneembare gedragingen.
Wat is psychologie NIET: alleen diagnose en behandelingen (klinisch) in therapie en psychiatrie (medisch).
Experimentele psychologen: Doen vooral experimenten met bijv. wat heeft suiker voor effect op het
gedrag van kinderen.
Docenten psychologen: Geven les op universiteiten.
Toegepaste psychologen: Gebruiken de kennis van experimentele psychologen en willen daarmee de
problemen van de mens oplossen doormiddel van trainingen.
o Arbeids- en organisatie psychologie: specialiseren zich in het maximaliseren van het arbeidsmoraal
van de werknemers.
o Sportpsychologen: helpen atleten hun prestaties en motivaties te verbeteren.
o Schoolpsychologen: adviseren leraren, ouders en kinderen over school problemen.
o Klinisch psychologen: helpen mensen zich aan te passen op sociaal en emotioneel gebied.
o Forensisch psychologen: voor wets- en rechtssystemen (mensen met TBS op in een rechtszaal)
o Omgevingspsychologen: proberen de interactie met onze omgeving en het milieu te verbeteren.
o Gerontopsychologen: is er om ouderen te helpen hun gezondheid en welzijn te behouden en het
omgaan met leeftijd gerelateerde klachten.
Psychiatrie is een medisch specialisme en maakt geen deel uit van de psychologie. Ze helpen mensen met
psychische stoornissen en zien hen als patiënten met een geestelijke ziekte.
Pseudopsychologie zijn niet onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijk worden
gezien, zoals bijv. een 6e zintuig of je horoscoop.
Vaardigheden voor kritisch denken: je hebt 6 kritisch denken vaardigheden, gebaseerd op de volgende
vragen: wat is de bron? Is de bewering redelijk of extreem? Wat is het bewijsmateriaal? Kan de conclusie zijn
beïnvloed door de bias? Worden veel voorkomen denkfouten vermeden? Zijn voor het oplossen van het
probleem verschillende invalshoeken nodig?
Bias: een vooroordeel, vervorming of verkenning van een situatie, meestal op basis van een persoonlijke
ervaring en waarden. Bias = verrekening. Expectancy bias (verwachtingsbias): de waarnemer staat toe dat
zijn verwachtingen de resultaten van een onderzoek beïnvloeden. Emotionele bias: de neiging om oordelen
te vellen gebaseerd op attitudes en gevoelens, in plaats van op een rationele analyse van het bewijs
materiaal. Confirmation bias (bevestigingsbias): de neiging om informatie die niet bij je opvattingen
aansluit te negeren of te bekritiseren en om in plaats daarvan informatie te zoeken waar je het wel mee eens
bent.
1.2 de 6 belangrijkste perspectieven van de psychologie:
Het biologische perspectief:
= een scheiding tussen de spirituele geest en het fysieke lichaam. Het psychologische perspectief dat de
oorzaken van gedrag zoekt in het functioneren van de genen, de hersenen en het zenuwstelsel en
hormoonstelsel. Het wordt gecombineerd met de neurologie. De neurowetenschap is het vakgebied dat zich
richt op begrip van hoe de hersenen gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere
mentale processen. Volgens de evolutionaire psychologie komt een groot deel van het menselijk gedrag
voort uit overgeërfde neigingen. René Descartes.
,Het cognitieve perspectief:
= wetenschappers ontdekten patronen van de chemische elementen dat ze gingen onderbrengen in een
periodiek systeem. Ze wilden die gebruiken om de geest te bestuderen. Elementen van bewuste ervaring zijn
aandacht, perceptie, geheugen, emotie, sensatie en denken. Het beschrijven van je eigen innerlijke bewuste
ervaring noem je introspectie. Historische stroming binnen de psychologie die de basisstructuren van de
geest en de gedachten trachtte te ontrafelen noem je structuralisme. Structuralisten zochten de elementen
van de bewuste ervaring. Functionalisme is een historische stroming binnen de psychologie die meende dat
psychologische processen het beste begrepen kunnen worden in het licht van hun adaptieve nut en functie
(waarbij je je het beste kan aanpassen aan veranderingen). Het eerste psychologisch laboratorium was
opgericht door Wilhelm Wundt in 1879. William James.
Het behavioristische perspectief:
= hierbij werd voornamelijk gericht op gedrag en meetbare omstandigheden in de omgeving die je gedrag
beïnvloeden en niet op mentale processen. Het leren door te belonen en te straffen. John Watson en B.F.
Skinner.
The whole-person perspectief:
- Psychodynamische psychologie = persoonlijkheid en psychische stoornissen komen voort uit
processen in het onbewuste. Psychoanalyse: een benadering van de psychologie die is gebaseerd op
de veronderstellingen van Freud. De term verwijst zowel naar Freuds psychoanalytische theorie als
naar zijn psychoanalytische behandelmethode. Sigmund Freud.
- Humanistische psychologie = psychologie moet de nadruk leggen op de menselijke groei en
potentieel in plaats van op psychische stoornissen. Onze aangeboren behoefte om te groeien en ons
potentieel zo goed mogelijk te verwezenlijken. Carl Roger en Abraham Maslow.
- Psychologie van karaktertrekken en temperament = individuen kunnen worden begrepen in
termen van hun temperament en blijvende karaktertrekken. Unieke persoonlijkheidskenmerken die
in de tijd en in alle situaties consequent zijn. De big five = open voor nieuwe ervaringen, nauwgezet,
extravert, inschikkelijk, gevoel van angst/emotioneel stabiel. De oude Grieken.
Het ontwikkelingsperspectief:
= Nadruk op erfelijkheid (nature) en omgeving (nurture). En op voorspelbare veranderingen die
plaatsvinden tijdens de levensloop.
Het socioculturele perspectief:
= legt de nadruk op sociale interactie, sociaal leren en culturele verschillen (bijv. liefhebben, vooroordelen,
agressie, gehoorzaamheid, de kracht van de situatie). Crosscultureel psycholoog: een psycholoog die werkt
in dit specialisme is geïnteresseerd in de manieren waarop psychologische processen verschillen tussen
mensen van verschillende culturen.
1.3 hoe vergaren psychologen nieuwe kennis?
Een wetenschappelijke methode houdt eenvoudig gezegd in dat het een procedure is om ideeën te
onderwerpen aan een onderzoek, waarna ze ofwel bewezen, ofwel verworpen worden. De essentie hiervan
is het empirisch onderzoek, het verzamelen van objectieve informatie uit de eerste hand door metingen die
zijn gebaseerd op sensorische ervaringen en observatie. Wetenschappelijke theorie is toetsbaar:
• Een hypothese ontwikkelen: hypothese is een bewering over de relatie tussen verschillende
variabelen, bijv. een kind wordt rustig van klassieke muziek. Hypothese moet potentieel
falsificeerbaar zijn = moet zo worden opgesteld dat kan worden bewezen dat deze juist of onjuist is.
Operationele definities houdt in dat alle aspecten in concrete termen moeten worden gedefinieerd.
• Objectieve data verzamelen: je hebt altijd een experimentele groep en een controle groep.
Onafhankelijke variabele = de factor die gewijzigd wordt, andere omstandigheden blijven constant.
Afhankelijke variabele = gevolg van de onafhankelijke variabele. Randomiseren = indeling volgens
toeval.
• De resultaten analyseren: statistiek, significantie, verwerpen of accepteren
• De resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren
Hypothese is een voorspelling van de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek. Een bewering over de
relatie tussen variabelen in een onderzoek. Een variabele is in deze context een element dat van invloed is
op hetgeen dat onderzocht wordt (zoals geformuleerd in een onderzoeksvraag of hypothese).
, Operationele definitie: objectieve beschrijving van een concept dat bij een wetenschappelijk onderzoek
hoort. Operationele definities kunnen concepten die worden bestudeerd herformuleren in gedragsmatige
termen (angst). Operationele definities zijn ook exacte omschrijvingen van de manier waarop een
experiment moet worden uitgevoerd en waarop belangrijke variabelen moeten worden gemeten.
5 soorten psychologisch onderzoek:
- Experiment -> effect van suiker op gedrag -> oorzaak en gevolg relaties achterhalen = type onderzoek
waarbij de onderzoeker gebruik maakt van verglijkbare groepen en alle omstandigheden controleert en
rechtstreeks manipuleert, inclusief de onafhankelijke variabelen.
- Correlationeel onderzoek -> toevallig experiment -> relatie alcohol en schoolcijfers = vorm van
onderzoek waarbij de relatie tussen variabelen wordt bestudeerd zonder een onafhankelijke variabele in
een experiment te manipuleren. Er kan geen oorzaak gevolg relatie worden gehaald.
- Survey -> gevoel van geluk -> mening over politiek = techniek die wordt gebruikt bij correlatieonderzoek.
Mensen wordt gevraagd te reageren op een van tevoren vastgestelde lijst van mondeling gepresenteerde
kwesties.
- Natuurlijke observatie -> gedrag van apen in een groep -> opvoedingspraktijken = vorm van
correlatieonderzoek waarbij gedrag van mensen of dieren in hun eigen omgeving wordt geobserveerd.
- Gevalstudie -> studie van persoon met zeldzame aandoening of talent = onderzoek van een enkel object.
Ethiek: mag je mensen misleiden, beledigen of ongemak laten ervaren voor een onderzoek? Mag je
informatie verzamelen en opslaan over mensen? Mag je dieren gebruiken?
Placebo: iets wat op een medicijn lijkt, maar het niet is. Zoals een paracetamol, wat helemaal geen
paracetamol is, maar doordat ze dat denken gaat de pijn wel weg.
Dubbelblindonderzoek: experimentele procedure waarbij zowel de onderzoekers als de proefpersonen
niet weten wie welke onafhankelijke variabele krijgt toegediend.
, H2: Bio psychologie, neurowetenschappen en de menselijke aard
Biopsychologie = een snel groeiende discipline die zich richt op een combinatie van biologie, gedrag en
psychologische processen.
2.1 wat is het verband tussen genen en gedrag:
Menselijk brein is voorgeprogrammeerd voor o.a. taal, sociale interacties en zelfbehoud, het is ontstaan door
evolutie = een geleidelijk proces van biologische verandering van een soort doordat die zich succesvol
aanpast aan zijn omgeving, waarbij genetische variaties die gunstig zijn voor overleving en voortplanting
zullen worden doorgegeven van generatie op generatie.
Natuurlijke selectie zijn grote overlevingskansen en voorplanting van individuen die het beste zijn
aangepast aan hun omgeving. Bijv. de kleur van een dier.
- Met behulp van deze processen kunnen we veel psychologische waarnemingen begrijpen.
Adaptieve kenmerken zijn ontstaan door aanpassingen aan een specifieke omgeving.
Erfelijk materiaal:
We zijn allemaal genotypen (genen), dat is het genetische patroon waarin je van alle andere mensen op
aarde verschilt. Je daaruit voortkomende fysieke eigenschappen is het fenotype (fysieke kenmerken). Je
fenotype wordt niet volledig door erfelijke eigenschappen bepaald, ook de omgeving , die bestaat uit
biologische invloeden als voeding, ziekte en stress.
Weten bouwpakket: genoom -> chromosomen -> genen -> nucleotiden.
Elke cel bevat genomen, opgebouwd uit 23 paar chromosomen, die weer DNA bevatten. DNA is opgebouwd
uit korte segmenten, namelijk genen. Deze bevatten de bouwinstructie van een organisme.
Autosomen zijn chromosomen die geen geslachtshormonen zijn, dus de overige 22 paar.
Epigenetica: cellen ontwikkelen zich als reactie op signalen uit lichaam en omgeving. Onze hele
ontwikkeling door zetten deze interne en externe signalen genen aan en uit. Elke keer als dit gebeurt blijft er
een chemische code achter als een soort registratie van wat er is gebeurt. Sommige worden weg gezet op het
DNA en anderen op de histoon (DNA dat is gewikkeld om een specifiek eiwit). Deze restjes noemen we een
epigenoom. (het is een aanvullende ervaringen)
Bijv. een mevrouw die rookt bij de zwangerschap, het kind houd daar verschijnselen aan over bijv. kans op
overgewicht. Dat slaat dan niet alleen over op de eerst volgende generatie maar ook nog op die daarna.
2.2 hoe is de interne communicatie van het lichaam geregeld?
Neuronen of zenuwcellen zijn de meest basale verwerkingseenheden in de hersenen. Een neuron is een cel
die gespecialiseerd is om informatie te ontvangen, te verwerken en aan andere cellen door te geven. Een
bundeling van een groot aantal neuronen wordt een zenuw genoemd.
- Sensorische neuronen: werken als straten met een eenrichtingsverkeer en geleiden signalen van de
zintuigen naar de hersenen. Ze geleiden signalen die leiden tot sensatie van zicht, gehoor, smaak,
aanraking, geur, pijn en evenwicht. (informatie ontvangen)
- Motorische neuronen: vormen een eenrichtingsverkeer die signalen vanuit de hersenen en de
ruggengraat geleiden naar de spieren, organen en klieren. (informatie verwerken)
- In het geval van reflexen communiceren sensorische neuronen niet rechtsreeks met motorische
neuronen. Daarvoor maken ze gebruik van schakelcellen (interneuronen). Het grootste deel van de
miljarden cellen in de hersenen en het ruggenmerg bestaat uit schakelcellen. (informatie doorsturen)
Dendrieten zijn vertakte vezels, ze strekken zich uit van uit de cellichaam, waar ze werken als een net en
signalen verzamelen die ontstaan na directe stimulatie van de zintuigen.
Neuronen ontvangen zenuwimpulsen via zijn dendrieten en soma (cellichaam) -> wanneer het cellichaam
voldoende gestimuleerd is, stuurt het zijn eigen boodschappen naar het axon, dat het door middel van een
actiepotentiaal weer overbrengt naar de eindknopjes -> in die eindknopjes bevinden zich pakketjes met
neurotransmitters. Deze scheuren open als de actiepotentiaal aankomt en geven hun inhoud, de
neurotransmitters, af aan de nauwe ruimte die de zenuwcel scheidt van de naburige zenuwcel. Deze nauwe
ruimte heet synaps of synaptische spleet -> transmittermoleculen die aankomen bij de post synaptische
membraan, dat is de membraan van de naburige zenuwcel, maken zich vast aan receptoren en stimuleren zo
de naburige omvangede cel. Het teveel aan transmittermoleculen worden teruggenomen door
presynaptische zenuwcel via heropname, of wordt afgebroken door andere stoffen, die MAO’s heten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lmcsteghuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.83. You're not tied to anything after your purchase.