Economie samenvatting markt & overheid hoofdstukken 1,2 en 3. Ook met begrippenlijst waar alle begrippen/kenmerken zijn uitgeschreven. Samenvatting is gemaakt met het boek en aantekeningen uit de lessen!
Eigenaren zijn aandeelhouders. Een aandeel is een eigendomsbewijs van een bedrijf. Als
aandeelhouder ontvang je een deel van de winst. Het dividend. Als het bedrijf failliet gaat zijn de
aandeelhouders alleen hun ingelegde geld kwijt.
N.V. staat voor naamloze vennootschap. Bij een nv staan de aandelen niet op naam en zijn vrij te
verhandelen. Je kunt aandelen van Koninklijke KPN N.V. kopen en verkopen op de effectenbeurs.
Elke koninklijke KNP N.V. is het zelfde. Dit maakt het een homogeen product. Informatie over het
aandeel is makkelijk te vinden, waardoor de markt transparant is. En kopen en verkopen altijd is toe
gestaan. Hierdoor voordoet de koninklijke KNP N.V. aan een markt met volkomen concurrentie.
Kenmerken volkomen concurrentie:
Veel aanbieders.
Op een markt van volkomen concurrentie opereren veel aanbieders en een individuele aanbieder
heeft geen macht. Hij heeft geen invloed op de prijs.
Homogeen product.
Als het voor de consument niet uitmaakt van welke aanbieder het product komt, noemen we het een
homogeen product. Voor de consument is elk product het zelfde.
Transparante markt.
Hierbij zijn de vragers naar een product en de aanbieders van dat product op de hoogte van de
marktsituatie. Hierdoor is er op de markt maar een prijs mogelijk. Namelijk de laagste.
Vrije toe- en uitreding.
Als er geen belemmeringen zijn om tot een markt toe te treden en er uit te stappen, is er een vrije
toe- en uittredding.
De marktvorm volkomen concurrentie komt in de praktijk niet voor. Marktvormen die in de
buurtkomen zijn groenteveiling, aandeelmarkt en de valutamarkt.
De bedoeling van de Europese unie is dat de individuele aanbieder weinig macht heeft en dat er
scherpe prijsconcurrentie plaatsvindt.
Als er op de markt over een bepaald product veel winst gemaakt wordt, zullen er nieuwe aanbieders
toetreden. Als er te veel aanbod is op de markt zal de prijs dalen, hierdoor daalt de winst en wordt
toetreden minder aantrekkelijk.
Voordeel van veel aanbieders is dat er meer keus is voor de consument. Ook ontstaat er bij veel
aanbieders concurrentie en zal de prijs dalen.
Het vrije spel van vraag en aanbod wordt ook wel het marktmechanisme genoemd.
Het werkt zo dat precies de hoeveelheid wordt geproduceerd en aangeboden die door de
consumenten worden gevraagd.
, Als de vraag naar een product stijgt. > schuift de vraaglijn naar rechts.
Het gevolg is dat de evenwichtsprijs bij de gegeven aanbodlijn zal stijgen.
Door een toename van de vraag stijgt dus zowel de evenwichtsprijs als de evenwichtshoeveelheid.
Bij een hogere prijs neemt het aanbod van de producenten toe. Er vind een verschuiving plaats langs
de aanbodcurve. Er komt een nieuw evenwicht tot stand bij een hogere prijs en een groter aanbod.
Hierdoor stijgt de winst van de producenten en neemt het producente surplus toe.
Als een aanbieder het product niet meer zal maken. De aanbodlijn verschuift naar links. Er komt een
nieuw evenwicht tot stand. Hierdoor veranderd het producenten surplus.
De gemiddelde variabele kosten (GVK) zijn de variabele kosten per product.
Je kan dit berekenen door de totale variabele kosten (TVK) te delen door het aantal producten.
GVK = TVK/q
Gemiddelde variabele kosten constant zijn. Spreken we van proportioneel variabele kosten.
Als de gemiddelde variabele kosten stijgen, spreken we van progressief variabele kosten, variabele
kosten die meer dan evenredig toenemen.
Als de gemiddelde variabele kosten dalen, spreken we van degressief variabele kosten, variabele
kosten die minder dan evenredig toenemen.
Dit verloop heeft te maken met de marginale kosten (MK), de extra kosten per eenheid product.
Als MK kosten kleiner zijn dan de GVK dalen de GVK. MK < GVK, dan daalt GVK. En is er sprake
van degressie. Als MK groter is dan GVK stijgt GVK en is er sprake van progressie.
Als MK gelijk is aan GVK dan blijft GVK gelijk en is er sprake van proportionaliteit.
GVK TVK MK
Proportionele variabele kosten Blijven gelijk Stijgen evenredig Gelijk aan GVK
Degressief variabele kosten Dalen Stijgen minder dan evenredig Kleiner dan GVK
Progressief variabele kosten Stijgen Stijgen meer dan evenredig Groter dan GVK
Gemiddelde constante kosten (GCK)
Totale constante kosten (TCK) GCK = TCK/q
Gemiddelde variabele kosten en de gemiddelde constante kosten zijn samen de gemiddelde totale
kosten. CTK = GVK + GCK
De gemiddelde totale kosten zijn dus de totale kosten per product. Het is de kostprijs van een
product.
Marginale opbrengst (MO) = extra opbrengst als er een product meer wordt verkocht.
Gemiddelde opbrengst (GO)
Er geld op een markt van volledige mededinging dus P = GO = MO
Break-evenafzet:
hoeveel producten je moet verkopen om geen verlies te maken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stijndejongh1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.