100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting pathologische fysiologie en biochemie Meijers $11.96   Add to cart

Summary

samenvatting pathologische fysiologie en biochemie Meijers

 31 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting is geschreven aan de hand van de lessen en powerpoints van professor Meijers

Preview 6 out of 34  pages

  • February 20, 2022
  • 34
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Pathologische fysiologie en biochemie – Meijers

Inhoudstafel
Hoofdstuk 1 : Nierpathologie (p 1-6) Hoofdstuk 3 : Ionenstoornissen (p 15-23)
1. Nefrologie 1. Zuur-base evenwicht
o Inleiding o pH
o Nierfuncties  Buffers
o Meten nierfunctie  Extracellulaire buffers
 Hoe meten ‘nierfunctie’  Intracellulaire buffers
 Glomerulaire filtratie  RBC als buffer
 Renale massabalans  Respiratoire regeling
 Glomerulaire massabalans GFR  Renale regeling
 Klassieke meting ‘nierfunctie o Zuur-base stoornissen
o Additionele merkers nier-schade  Metabole acidose
2. Decompensatiesyndromen  Metabole alkalose
o Acuut nierlijden  Respiratoire acidose
 Acuut nierlijden  Respiratoire alkalose
 Definities 2. Ionenstoornissen
 Etiologie o Natrium- en waterhomeostase
 Acute complicaties AKI  Waterhomeostase
 Regeneratieve capaciteit  Natriumhomeostase
o Chronisch nierlijden  Stoornissen
 Chronisch nierlijden  Hypernatremie
 Diagnose  Hyponatremie
 Stadiëring CKD  Oedeem
 Etiologie o Kaliumhomeostase
 Diabetische nefropathie  Hypokaliëmie
 Hypertensieve nefropathie  Hyperkaliëmie
 Glomerulopathie o Calciumhomeostase
 ADPKD (ciliopathie)  Hypercalcemie
 Symptomen  Hypocalcemie
 Behandeling
o Nefrotisch syndroom Hoofdstuk 4 : bot- en gewrichtspathologie (p 24-30)
3. Praktische aanpak tandheelkunde 1. Auto-immuunziekte
2. Gewrichtsziekten
Hoofdstuk 2 : hematologische aandoening (p 7-14) o Artritis
1. Rode bloedcel  Reumatoïde artritis
o Rode bloedcel  Seronegatieve spondylarthropathie
o Anemie o Artrose
 Verschillende parameter 3. Systeemziekten
 Symptomen o Lupus
 Oorzaken o Morbus Sjörgen
 Ferriprieve anemie o Sclerodermie
 Pernicieuze anemie o Artritis temporalis
 Glucose-6P dehydrogenese o M. Beçet
 Sikkelcel anemie o Sarcoïdose
 Thalassemie 4. Bot- en mineraalpathologie
o Polycythemie o Bot en mineralen
2. Witte bloedcel o Hormonale afwijkingen
o Leukopenie  Hyperparathyreoïdie
o Neutropenie  Hypoparathyreoïdie
3. Hematologische maligniteiten  Vitamine-D-deficiëntie
o Myelodysplasie (MDS)  Vitamine-D-exces
o Leukemie o Botpathologie
o Lymfoom  Osteogenesis imperfecta
4. Bloedplaatjes en stollingsstoornissen  Osteoporose
o Hemostase  M. Paget
o Primaire hemostase – thrombocyten
 Thrombopenie vs thrombopathie Hoofdstuk 5 : syncope en shock (p31-32)
 Aspirine 1. Inleiding
 Activatie en adhesie BPL 2. Syncope
o Secundaire hemostase 3. Shock
 Stollingsstoornissen
 Medicatie
o Tandartspraktijk

,
, 1

Samenvatting

Hoofdstuk 1 : Nierpathologie
Nefrologie
Inleiding
- Nefrologie = leer van nieren – nierwerking en nierziekten
- Nieren rechtstreeks verbonden met hart
o 20% cardiale output naar nieren (~ 1 hartslag per 5 voor nieren)
o HD = HR*SV ~ 5l
- 1 miljoen nefronen / nier
- Nefron
o Glomerulus
o Proximale tubulus
o Lis van Henle
o Distale tubulus
o Verzamelbuis
- Filter : glomeruli
o Endotheel bloedvaten – bevatten fenestrae
o Basale membraan
o Epitheellaag : podocyten
=> filter obv grootte , lading

Nierfuncties
- Zuiveren afvalstoffen
o 120-125 ml bloed / min filteren
- Regeling bloedvolume
- Regeling kaliumhuishouding
- Regeling zuur-base evenwicht (ook longen)
- Regeling calcium / fosfaat huishouding
- Activatie vitamine D (1-α hydrolyxatie) ~ endocriene functie
- Productie erythropoietine (EPO)

Meten nierfunctie
Hoe meten ‘nierfunctie’
Glomerulaire filtratie snelheid = GFR
- Verschillende functies = verschillende parameters
- Moeilijk alle parameters gelijk
- => nood overkoepelende functionele merker
- Betrouwbaar en goedkoop kunnen meten

Glomerulaire filtratie
- Formule
o 𝐺𝐹 = 𝐾 ∗ 𝑃 = 𝐾 ∗ [(𝑃 − 𝑃 ) − (𝜋 − 𝜋 )]
 GF glomerulaire filtratie
 PGC hydrostatische druk glomerulair capillair (60 mmHg)
 PBS hydrostatische druk ruimte van Bowman (15 mmHg)
 πGC oncotische druk glomerulair capillair (30 mmHg)
 πBS oncotische druk ruimte van Bowman (0 mmHg)
o hoe meten in prakrijk?
 Formule voor 1 glomerulus
 1 miljoen nefronen (=> glomeruli) / nier
- normale nier
o bijna geen eiwitten doorheen glomerulaire barrière – enkel plasmawater in ruimte van Bowman
o [x]capillair = [x]Bowman voor gefilterde stof
o Water terug absorberen uit filtraat
 Zelfde hoeveelheid in minder water : hogere concentratie
 [x]arterie < [x]urine

, 2

Renale massabalans
- Nier kan verschillende zaken doen met stoffen
o Renaal metabolisme – gebruiken in nier zelf / aanpassen
o Niet filteren , niet gebruiken – via v. renalis
o Filteren – naar urine
 Tubulaire reabsorptie – stoffen terug opnemen uit urine
 Tubulaire secretie – stoffen aan urine afgeven
 Water reabsorptie – water terug opnemen
- Qa * Ca = (Qv * Cv) + (Qu * Cu)
o Geldt als geen renaal metabolisme

Glomerulaire massabalans = GFR
- Totaal bloeddebiet = deel gefilterd bloed + deel niet gefilterd bloed
o Q a * Ca = (Qv * Cv) + (Qu * Cu)
o GFR * Ca + (Qa – GFR) * Ca = (Qv * Cv) + (Qu * Cu)
- Stoffen die …
o Geen renaal metabolisme
o Geen tubulaire secretie
o Geen tubulaire reabsorptie
 => gefilterde hoeveelheid verandert niet
 => Qa * Ca = (Qv * Cv) + (Qu * Cu)
 GFR * Ca = (Qu * Cu)
 GFR = (Qu * Cu) / Ca
- Meten GFR
o Met stof die
 Gefilterd
 Niet gemetaboliseerd
 Niet tubulair gesecreteerd
 Niet geabsorbeerd
o Enkel exogene stoffen voldoen aan voorwaarden (vb inuline)

Klassieke meting ‘nierfunctie’
- Meting GFR
o Toedienen exogene stof
o Meting bloedconcentratie
o Verzamelen urine
- Meting creatinine klaring
o Endogene stof : creatinine
 Creatinine = afbraakproduct spieren
o Glomerulaire filtratie + deel tubulaire secretie
o Meting bloedconcentratie
o Verzameling urine
o Creatinine klaring > GFR – fout maximaal 10%
 Schatten GFR op basis van bloeduitslagen – serum creatinine
 Verschillende formules – rekening houden met geslacht , ras , gewicht

Additionele merkers nierschade
- Proteïnurie : eiwitten in urine (vb albumine opsporen)
o Albuminurie
 > 300 mg / 24u
 Detectie met dipstick – niet heel gevoelig
o Micro-albuminurie
 > 30 mg / 24u - < 300 mg / 24u
 Abnormaal , maar niet voldoende om detecteren met dipstick
- Afwijkend urinesediment
o Hematurie : RBC in urine
 Macroscopische vs microscopische hematurie – rood kleuring urine / microscoop
 Morfologie RBC : weten van waar bloed komt
 Isomorf : komt van lagere urinewegen
 Dysmorf : komt van nieren – vervormen om door bloedvaten kunnen
o Leukocyturie : WBC in urine
o Kristallurie : kristallen in urine
o Cilinders : afdruk tubuli , inclusielichaam
- Afwijkende beeldvorming (echo , CT, MRI) of afwijkende histologie
- Genetica? -> sommige genetische problemen laat tot uiting : reeds chronisch voordat problemen?

, 3

Decompensatiesyndromen
Acuut nierlijden
Acuut nierlijden
- = acute kidney injury (AKI)
- Plotse vermindering nierwerking = snelle daling GFR
- Oligurie (< 400 ml urine per 24u) – bij meer dan 60%
o Minimale urineproductie vereist : eliminatie afvalstoffen – 600 ml / dag
o Minder plassen : retentie afvalstoffen
o ↑ creatinine , ureum en urinezuur
- Toename extracellulair volume
- Stoornissen zuur-base en elektroliet huishouding
- Prevalentie
o Algemene populatie : 0, per jaar
o 5% van alle ziekenhuisopnames (30% in ICU)
- Meestal ‘reversibel’ - ≠ onschuldig
- Hoe weergeven?
o Stel 30  0
 Absolute afname = -30
 Relatieve afname = 100%  hoe sterk nieren achteruit gegaan
Definities
- Rifle classificatie = Risk – Injury – Failure – Loss – ESKD (end stage kidney disease)
o Kijken naar GFR en SCr (serum creatinine)
o Urine output
o Achterhaalde classificatie :
 Scr*1,5 > GFR-25%
 Assumptie dat stabiele patiënt – MAAR acuut nierlijden ≠ stabiel
- AKIN = acute kidney injury network
- KDIGO definitie
o Toename SCr ≥0,3 mg/dl binnen 48 uur
o Toename SCr tot ≥ 1,5 x de grens (voorgekomen binnen laatste 7 dagen)
o Urine volume < 0,5 ml/ kg/ u gedurende 6 u

AKIN RIFLE
Serum creatinine Urine output Klasse Serum creatinine of GFR
Stadium 1 < 0,5 ml/kg/ u  > 6u Risk Toename in SCr x 1,5
Toename ≥ 0,3 mg/dl Afname GFR > 25%
Toename ≥ 150-200%

Stadium 2 < 0,5 ml/kg / u  > 12u Injury SCr x 2
Toename > 200-300% Afname GFR > 50%
Stadium 3 < 0,3 mg/kg / u  24u Failure Scr x 3
Toename > 300% Scr > 354 µmol/l met acute
≥ 4,0 mg/ dl met acute toename > 44 µmol/ l
toename > 0,5 mg/ dl Afname GFR > 75%
Loss Aanhoudende acute nierfalen
= volledig verlies nierfunctie >
4 weken
End-stage kidney disease ESRD > 3 maand

Etiologie
Prerenaal - Hypovolemie : reductie effectief circulerend volume – verlies water en zouten
55% - Hypotensie : shock
- Cardiaal : forward failure
- Vasculair : a. renalis stenose
- Renale hemodynamiek
Renaal - Acute tubulus necrose (80%)
(intrinsiek) o Acuut sterven cellen van nierbuisjes
40% o Redenen
 Tekort zuurstof
 O2 uit peritubulaire capillairen
 Lage O2 in medulla
 Tekort aanvoer : zeer snel problemen – geen reserve
 Medicatie (vb aminoglycosiden)
 Heem-pigment
 Jood-houdende contraststof

, 4

o Cellen platgedrukt , ruimte opgevuld met afgestorven cellen
o Kan herstellen : grote regeneratiecapaciteit overgebleven cellen vermenigvuldigen – mitose
- Tubulo-interstitiële nefritis (10%) – ontsteking niertubuli
- Glomerulonefritis (10%) – ontsteking glomeruli
Postrenaal - Afhankelijk van context : ambulant vs opgenomen
5% - Kinderen en volwassenen : congenitale afwijkingen
- Mannen > vrouwen (langere weg afleggen)
- Frequenter bij kankerpatiënten
- Verlies nieren – afhankelijk van situering probleem

Acute complicaties AKI
(kan levensbedreigend)
- Hyperkaliëmie  cardiale arythmie
- Hyperfosfatemie
- Metabole acidose  negatief inotroop effect
- Hypervolemie  longoedeem

Regeneratieve capaciteit niet eindeloos
- Eenmaal reserve ingezet niet meer terug krijgen
- Vb roken : reserve gebruiken door schadelijke stoffen – niet kunnen inzetten als nodig

Chronisch nierlijden
Chronisch nierlijden
<-> acuut nierlijden
- Onomkeerbaar
- Traag , progressief
- Heterogene etiologie – afhankelijk van hoeveel nierfunctie achteruit
- Heterogene symptomen

Diagnose
- Chronisch : > 3 maanden
- eGFR < 60 ml/min/1,73m²
- Nier-schade
- Combinatie

Stadiëring CKD
- Etiologie : oorzaak
- eGFR – hoe sterk gedaald?
- Graad proteïnurie – hoeveel eiwitten in urine?

Verlaagde nierfunctie : stijging mortaliteit

Etiologie
Verschillende oorzaken
Diabetische nefropathie
- Glomerulaire hyperfiltratie
o In begin : verhoogde filtratie - ↑ GFR – afferente vasodilatatie
o Door vasodilatatie
 Reactie in glomeruli – verlittekening
 Steeds minder doorgang bloed
 ↓ GFR
- Hyperglycemie
- Advanced glycation endproducts (AGEs)
- Verhoogde prorenine
- Verhoogde cytokines (VEGF)
- Verlaagde nefrine expressie
- Verlaagde podocyt-specifieke insuline signalisatie
- Genetische voorbeschikking

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller THKstudente. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.96
  • (0)
  Add to cart