Staatsrecht samenvatting
periode 1.2
College les 1
- Boek en PowerPoint leidend.
- Studiewijzer goed doornemen
Wat is staatsrecht?
Gaat over de staat, het recht met betrekking tot de staat. Hoe is de overheid geregeld. Wie is
waarvoor verantwoordelijk etc. Hoe is de staat juridische georganiseerd.
Bestuursrecht is meer de burger wil iets en de staat reageert daarop. Interactie tussen overheid en
burger en overheidsorganen onderling. Hoogste rechter is raad van state. Bezwaar, beroep en dan
raad van State.
Nederland is een soevereine staat. Een zelfstandige en ondeelbare eenheid
Bronnen van staatsrecht
- Statuur voor het Koninkrijk
- Grondwet
- Organieke wetten
- Gewoonterecht
- Jurisprudentie
- Verdragen en Europese Verordeningen
Kenmerken van democratische rechtsstaat;
- Grondrechten
- Legaliteitsbeginsel
- Spreiding van macht
- Bescherming tegen de overheid door de onafhankelijke rechter.
Delegatie en mandaat is staats en bestuursrecht.
We spreken van een staat wanneer we te maken hebben met een gemeenschap van mensen die
gemeenschappelijke kenmerken hebben, een min of meer begrensd grondgebied en van een hoogste
macht. (over de gemeenschap wordt gezag uitgeoefend.)
Nederland helemaal niet zo’n homogeen land.
Het is niet duidelijk waar in Nederland de hoogste macht ligt. Kabinet of tweede kamer wordt vooral
benoemd.
Democratie en onafhankelijke rechtspraak is wel belangrijk voor een behoorlijke rechtstaat.
Eenheidstaat; macht is geconcentreerd rond om een punt.
Gedecentraliseerd staat; macht is verdeeld over verschillende niveaus
Bondstaat (federatie); is opgebouwd uit afzonderlijke staten die een deel van hun gezag hebben
overgedragen aan de centrale staat. – overdracht van soevereiniteit. – federale grondwet.
Statenbond (confederatie); - niet overdracht van soevereiniteit en verdrag.
,Wie Nederlander is mag stemmen en mag op de kieslijst staan.
Oefenvragen;
1. B
2. C een organieke wet is een wet die in opdracht van de grondwet is vervaardigd.
3. B
4. C
5. B
Kennisclip week 1
Tip; wees enigszins op de hoogte met maatschappelijke ontwikkelingen en actualiteiten en politieke
ontwikkelingen.
1e college, wat is staatsrecht?, het begrip staat, ontstaan van de huidige staatsvorm (hoofdstuk 1 en
3)
2e college, de koning, regering, kabinet, parlement kiesstelsels en parlementaire constitutie
(hoofdstuk 3 vervolg en 4)
3e college, adviescolleges, de wet, burgerparticipatie (hoofdstuk 4 vervolg en 5)
4e college, openbaar bestuur en decentralisatie (hoofdstuk 6 en 7)
5e college, rechtsbescherming, rechtspraak en grondrechten (hoofdstuk 2 en 8)
6e college, internationaal en Europees recht (hoofdstuk 9)
7e college responsiecollege en of oefententamen.
De Nederlandse Staat
- Het koninkrijk der Nederlanden
- Ontstaan via de lijn; Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de Bataafse Republiek, het
Koninkrijk Holland, de Franse overheersing, Het Koninkrijk der Nederlanden.
- Nb en daarbij positie van België en Luxemburg
Het Koninkrijk;
- Bestaat uit Nederland en voorheen de Antillen. Sinds 10 oktober 2010;
- Aruba, St. Maart en Curaçao zijn aparte landen binnen het Koninkrijk en Saba, St Eustatius en
Bonaire zijn gemeenten geworden.
De Nederlandse Staat
- Statuut regelt de verhouding tussen de onderdelen/de leden van het Koninkrijk .
- Rijkswet geldt in het hele Koninkrijk.
Het Nederlanderschap
- Je bent Nederlanders als een van je juridische ouders de Nederlandse nationaliteit heeft.
- Enkele rechten die kleven aan het Nederlanderschap;
Vrije toegang tot Nederland en verbod op uitzetting (nb niet op uitlevering)
Diplomatieke bescherming in het buitenland
Kiesrecht (actief en passief)
Bekleden van enkele functies is voorbehouden aan dragers van de Nederlandse
nationaliteit. (rechter, burgemeester)
Gedecentraliseerde eenheidsstaat
- Koninkrijk der Nederlanden is opgericht in 1814
- De Koning was het hoofd van de uitvoerende macht.
, - De Koning vormde samen met zijn ministers en de Staten Generaal de wetgevende macht.
- Een deel van de macht werd neergelegd bij provincies en gemeentes en ook de
waterschappen.
- Grondslag hiervoor is attributie en in veel mindere mate delegatie
- Dus de bevoegdheden van decentrale organen zijn van oorsprong organiek en niet afgeleid
van het centrale gezag.
- De macht van de Koning (Koopman) was veel groter dan nu het geval is.
- 1830/1839 België scheidt zich af en krijgt een eigen Koning.
- 1890 Luxemburg wordt een eigen staat. Nb Luxemburg is nooit onderdeel van het Koninkrijk
geweest, maar was in een personele unie met de Koning verbonden.
- Statenbond; samenwerkingsverband tussen zelfstandige staten gebaseerd op een verdrag.
- Bondstaat; staat bestaande uit grotendeels onzelfstandige federale staten met een centraal
federaal gezag.
- Eenheidstaat; staat bestaande uit onzelfstandige delen onder een centraal gezag.
- Gedecentraliseerde eenheidsstaat; eenheidsstaat waarbij het gezag is verdeeld over het
centrale en decentrale niveau en waar op centraal niveau de eenheid wordt bewaard.
Voorwaarden voor het zijn van een staat;
1. Grond
2. Volk; gemeenschap van mensen
3. Hoogste gezag.
Extra informatie uit het boek
Geweldsmonopolie;
- Om te voorkomen dat burgers voor eigen rechter gaan spelen, mag alleen het hoogste gezag
van de staat geweld gebruiken.
De Nederlandse staat is een rechtspersoon
Koninkrijk der Nederlanden
- Nederland met overzeese BES-eilanden
- Aruba
- Curaçao
- Sint Maarten
Rijkswet
- Wetten die van toepassing zijn in het gehele koninkrijk
‘Het koninkrijk’ is niet alleen Nederland maar alles.
Rechtsgevolgen van het Nederlanderschap staat in het boek bladzijde 18
Exterritoriale werking
- Dat de wetgeving ook voor (grotendeels) geldt voor personen die buiten het Koninkrijk
misdrijven pleegt.
Diplomatieke bescherming
- Nederlander die buiten het land gevangen genomen wordt, heeft recht op diplomatieke
bescherming
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lynnderoode9. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.71. You're not tied to anything after your purchase.