Stappenplan Bestuursorgaan:
1. Is er sprake van een uitzondering in de zin van artikel 1:1 lid 2 Awb?
2 De volgende organen, personen en colleges worden niet als bestuursorgaan aangemerkt:
a. de wetgevende macht;
b. de kamers en de verenigde vergadering der Staten-Generaal;
c. onafhankelijke, bij de wet ingestelde organen die met rechtspraak zijn belast, alsmede de Raad voor de rechtspraak en het
College van afgevaardigden;
d. de Raad van State en zijn afdelingen;
e. de Algemene Rekenkamer;
f. de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale
ombudsman, en ombudsmannen en ombudscommissies als bedoeld in artikel 9:17, onderdeel b;
g. de voorzitters, leden, griffiers en secretarissen van de in de onderdelen b tot en met f bedoelde organen, de procureur-
generaal, de plaatsvervangend procureur-generaal en de advocaten-generaal bij de Hoge Raad, de besturen van de in onderdeel
c bedoelde organen alsmede de voorzitters van die besturen, alsmede de commissies uit het midden van de in de onderdelen b
tot en met f bedoelde organen;
h. de commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, bedoeld in artikel 64 van de Wet op de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002.
Zo ja, geen bestuursorgaan tenzij er sprake is van een uitzondering op de uitzondering in de
zin van artikel 1:1 lid 3 Awb. Zo nee, ga door naar stap 2.
2. Is er sprake van een a-orgaan? (Artikel 1:1 lid 1 sub a Awb) op basis van de volgende
criteria:
• Is de rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld?
• Is het een orgaan van deze rechtspersoon, dat wil zeggen: blijkens de organisatiewet of
instellingswet van de rechtspersoon een onderdeel van het bestuur, bekleed met enig
openbaar gezag of neemt het een voldoende zelfstandige plaats/functie in. Een aanwijzing
kan zijn dat er specifieke bevoegdheden zijn toegekend.
• Zo ja, het is een a orgaan, zo nee, ga naar stap 3.
3. Is er sprake van een b-orgaan (artikel 1:1 lid 1 sub b Awb)? Er zijn dan twee mogelijkheden:
a. Met wettelijke basis: een op de wet steunende bevoegdheid tot het eenzijdig
bepalen van de rechtspositie van andere rechtssubjecten. Bijvoorbeeld de APK-
keurende garagehouder.
b. Zonder wettelijke basis: organen van privaatrechtelijke rechtspersonen die
uitkeringen of financiële voorzieningen aan derden verstrekken en voldoen aan de
volgende cumulatieve criteria:
• Het inhoudelijke vereiste: de overheid bepaalt de criteria voor het
verstrekken in beslissende mate.
• Het financiële vereiste: Het bestuursorgaan van de overheid financiert de
verstrekking in overwegende mate.
Zie publieketaak jurisprudentie, en ABRvS Stichting Bevordering kwaliteit leefomgeving
Schiphol.
Zo ja, het is een b-orgaan, zo nee, het is geen bestuursorgaan.
Stappenplan A-orgaan (art. 1:1 lid 1 sub a Awb) fulltime orgaan
- Rechtspersoon krachtens publiekrecht:
o Art. 2:1 lid 1 BW standaardgevallen: Staat, gemeente, provincies en waterschappen
o Art. 2:1 lid 2 BW + bijzondere grondslag: indien het om bijzonder geval gaat
- Instantie die wordt genoemd in casus is een orgaan van deze rechtspersoon, omdat deze
wordt genoemd in;
o Art. 6 Gemeentewet of art. 6 Provinciewet voor organen van de gemeente of
provincie
o Ofwel een bijzondere instellingswet waarin een bepaald ambt expliciet bepaalde
bevoegdheden toegewezen krijgt
, B-orgaan: (art. 1:1 lid 1 sub b Awb): ander persoon of college, met enig openbaar
gezag bekleed parttime orgaan
- Openbaar gezag:
o Uitoefenen van een publiekrechtelijke bevoegdheid, waarmee de rechtspositie van
rechtssubjecten wordt bepaald
o Kortom: kan het eenzijdig de rechtspositie vaststellen van personen?
- Bij wettelijk voorschrift
o Bijv. APK keurder (85 A WVW)
- Zonder wettelijk voorschrift
o ABRvS Schiphol formuleert 2 criteria:
o Financieel: In overwegende mate moet het worden gefinancierd door een of meer a-
organen.
o Inhoudelijk: Een of meer a-organen hebben in beslissende mate invloed op de
‘spelregels’ hoe er wordt beslist
Stappenplan belanghebbende (1:2 lid 1 Awb)
1. Is de genoemde partij normadressaat?
a. Degene wiens rechtspositie door een beschikking wordt bepaald/ontvanger van
de beschikking Ja? Belanghebbende. Nee
2. Bepaal of het gaat om natuurlijk persoon of rechtspersoon
a. Voor natuurlijk persoon: OPERA criteria
i. Objectief: ‘niet louter in de subjectieve belevingswereld’
1. Objectief belang blijft uit de feiten
2. Woon- en werkomgeving
3. Geld
ii. Persoonlijk:
1. Voldoende onderscheid van de amorfe massa
2. Adressant: degene die bovenaan besluit staat
3. Gevolgen van enige betekenis
4. Concurrent (zelfde marktsegment en zelfde verspreidingsgebied)
5. ABRvS Mestbassin Mechelen, r.o. 3.2
6. ABRvS Minicamping de Heksenketel r.o. 4.4
iii. Eigen:
1. Eigen belang heb je als het besluit primair om jou draait
2. Gehandicaptenparkeerkaart
3. Toevoeging (rechtsbijstand)
iv. Rechtstreeks
1. Directe relatie tussen jou en feitelijke gevolgen
2. Contractuele relatie
3. Anders: fundamentele rechten
4. CRvB Intrekking Pgb r.o. 5.2.2.
v. Actueel:
1. Het speelt NU, niet misschien in de toekomst
2. Niet bij onzekere toekomstige gebeurtenis
b. Voor rechtspersoon: (1:2 lid 3 Awb)
i. Algemeen belang
1. Stichting of vereniging komt op voor natuur, ecologie, samenleving,
milieu etc.
2. Dus ‘concurrent’ van het bestuursorgaan dat ook altijd algemeen
belang behartigt
3. Strenge rechtspraak zowel bij doelen als bij werkzaamheden (is het
geen ‘procedeerclub’)
4. ABRvS Belangenafweging Indische Buurt r.o. 2.1.3
ii. Collectief belang
1. Vereiste: voldoende specifiek omschreven
2. Vereniging komt op voor belangen van haar leden
3. Bundeling van individuele belangen
4. Soepele rechtspraak: we gaan ervan uit tenzij tegendeel blijkt
5. ABRvS Stichting Openbare Ruimte r.o. 2.3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ploondeul. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.