Wie is belastingplichtig (subject)? Onder andere:
- NV
- BV
- Of andere vergelijkbare vennootschappen met kapitaal verdeeld in aandelen
- Verenigingen/stichting die een onderneming drijven
Artikel 2 Vpb.
NV/BV fictie dat volledig vermogen t.b.v. onderneming wordt gebruikt (= alles wat je doet
wordt gezien als ondernemingsmatig) art. 2 lid 5 Vpb + inschrijving handelsregister is
bestaansgrond, art. 2 lid 6 Vpb.
Verenigingen en stichtingen belastingplichtig indien en voorzover zij een onderneming
drijven, art. 2 lid 1 onderdeel e Vpb moet kapitaal en arbeid worden ingebracht + moet
sprake zijn van objectieve en subjectieve winstverwachting.
- Uitspraak Stichting beroepsopleiding = verzorgen onderwijs niet zo zeer
ondernemingsactiviteit, maar contributie werd verhoogd en gingen met overschotten
beleggen leidde tot belastingheffing
- Uitspraak Stichting IJsbaan behaalden nooit winst, waren structureel
verliesmakend, geen objectief winstoogmerk geen belastingplichtige voor de Vpb
Fictieve onderneming indien in concurrentie wordt getreden, art. 4 onderdeel a Vpb.
Alle ondernemingen tezamen worden geacht één onderneming te zijn, art. 2 lid 7 Vpb.
Wat wordt in de heffing betrokken (object)?
Belasting wordt geheven over het belastbare bedrag, art. 7 lid 1 Vpb
= bestaat uit belastbare winst (minus giften) verminderd met eventueel te verrekenen
verliezen, art. 7 lid 2 Vpb.
Belastbare winst wordt bepaald o.g.v. art. 8 lid 1 Vpb jo. onder meer art. 3.8 IB (totaalwinst)
en art. 3.25 IB (jaarwinst).
,Winst in tijd van oprichting wordt toegerekend aan eerste jaarwinst.
Inbreuk op totaalwinst zien we nooit meer terug
Inbreuk op jaarwinst verschuift naar een ander jaar
Totaalwinstbegrip, art. 8 lid 1 Vpb jo. art. 3.8 IB:
- In beginsel het bedrag van alle gezamenlijke voordelen
- Toegangspoort of een voordeel of nadeel onderdeel uitmaakt van de fiscale winst of
niet
- Zakelijkheid van transactie speelt hierbij een belangrijke rol (‘at arm’s length
gecodificeerd in art. 8b Vpb)
- Geen onderdeel totaalwinst, dan ook niet in de jaarwinst
- Enkele specifieke verduidelijkingen cq beperkingen in de wet:
o Gemengde kosten, art. 8 lid 5 Vpb
Gaat om kosten waar gemengd onderdeel in zit; bedrijfsmatig maar
ook in persoonlijke sfeer staan in artikel vaste tarieven die je moet
toepassen als het in deze categorie valt
o Oprichtingskosten, art. 9 lid 1 onderdeel d Vpb
Gaat over kosten waar discussie over kan bestaan in artikel staat
expliciete lijst opgenomen van kosten die je in aftrek mag brengen
o Dividenduitkeringen, art. 10 lid 1 onderdeel a Vpb
Artikel 10 noemt kosten die je niet in aftrek mag brengen
daaronder valt dus ‘middellijke of onmiddellijke uitdeling van winst’
(=dividenduitkering)
o Vennootschapsbelasting, art. 10 lid 1 onderdeel e Vpb
In andere landen mag je betaalde Vpb in aftrek brengen van de winst
mag in NL niet in aftrek brengen van belastbare winst
Zijn voorbeelden van inbreuk op totaalwinst
Jurisprudentie totaalwinstbegrip
Startpunt/hoofdregel = alles wat een ondernemer opvoert aan kosten dat doet hij als
ondernemer, ondernemer mag kiezen waarin hij investeert en kosten mogen in beginsel in
aftrek worden gebracht
Maar bestaan wel beperkingen:
- Moet een verband zijn met de aandeelhouder, moet aandeelhoudersmotieven
hebben om kosten te maken, mag niet gaan om persoonlijke behoefte
- Mag geen onzakelijk onderdeel in zitten, kosten mogen wel gemaakt worden maar
gaat om wanverhouding, sleutel is verhouding tussen de gemaakte kosten en wat
een redelijk denkend ondernemer voor kosten maakt/zou maken, geen noodzakelijke
kosten
Totaalwinst is toegangspoort behoort wel tot totaalwinst dan zitten we in belastingsfeer.
Volgende vraag is zitten er in de transactie onzakelijke elementen?
Als transacties plaatsvinden binnen 1 grote groep dan moet je kijk bekijken of het wel
zakelijke transacties zijn en anders corrigeren.
,Berekening fiscale jaarwinst praktisch uitgangspunt is commerciële jaarrekening
opgesteld door accountant daarop passen we regels toe (totaalwinst-regels + daarna
jaarwinstbegrip).
Jaarwinstbegrip, art. 8 lid 1 Vpb jo. 3.25 IB:
- Balans continuïteit
o Balansen moeten op elkaar aansluiten eind en begin van het jaar
- Goed-koopmansdoctrine
o Realisatiebeginsel
o Voorzichtigheidsbeginsel
o Eenvoudsbeginsel
- Stelselwijziging mogelijk (soms verplicht) maar geen incidenteel fiscaal voordeel
toegestaan
o Zijn verschillende manieren om bezittingen te waarderen, kiest als
belastingplichtige en bepaald stelsel mag je niet meer van afwijken, tenzij
bijv. wetswijziging is, maar mag niet wijzigen om bijv. belastingvoordeel te
krijgen
Verliezen komen in aftrek op belastbare winst, art. 7 lid 2 Vpb:
- Een verlies uit een bepaald jaar mag 1 jaar terug worden verrekend en zes jaren
vooruit worden verrekend, art. 20 lid 2 Vpb daarna verdampt het verlies
- Volgorde van verrekening op grond van art. 20 lid 4 Vpb
- Inbreuk totaalwinstbegrip!
Veel kritiek op; want inbreuk op totaalwinstbegrip waarom niet onbeperkt verrekenen?
Praktische redenen + budgettaire reden.
Formeelrechtelijke aspecten:
- Belastingjaar = is boekjaar zoals statutair vastgesteld, art. 7 leden 2 en 4 eerste volzin
Vpb
- Valuta = euro, maar functionele valuta onder specifieke voorwaarden mogelijk, art. 7
lid 5 Vpb
- Tarief = 25% standaardtarief, opstaptarief (eerste 245.000 euro) is 15%, art. 22 Vpb
- Wijze van heffing = vennootschapsbelasting is een directe belasting, art. 1 Vpb +
heffing bij wege van aanslag, art. 24 lid 1 Vpb jo. art. 11 leden 1 en 2 AWR
, Werkgroep
Verliesverrekeningsregels:
- In 2006: onbeperkt vooruit + 3 jaar terug beredenering = verbetering
vestigingsklimaat
- In 2007-2008: 1 jaar terug + 9 jaar vooruit reden = financiering verlaging Vpb tarief
+ budgettair risico
- In 2009-2011: 3 jaar terug + 6 jaar vooruit tijdelijke regel i.v.m. kredietcrisis
- In 2012-2018: 1 jaar terug + 9 jaar vooruit geen reden
- In 2019-2021: 1 jaar terug + 6 vooruit reden = financiering verlaging Vpb tarief
- 2022: 1 jaar terug + onbeperkt vooruit reden = temporiseringsmaatregel (= max.
50% van je winst verrekenen met verliezen): eerlijker belastingheffing van
MNEs/geleidelijke heffing = stabielere belastingheffing
Verschillende organisaties genoemd in werkgroep opgave vraag is wel of niet
belastingplichtig voor Nederlandse Vpb?
- Kan contract aangaan door 1 entiteit (bijv. BV) maar als andere entiteit (bijv.
stichting) al het werk doet en naar buiten toe opereert o.g.v. Papierhandelaar
arrest winst toerekenen aan de stichting belastingplichtig
- Buitenlandse entiteit met in aandelen verdeeld kapitaal, vergelijkbaar met
Nederlandse rechtsvorm (BV/NV) belastingplichtig art. 2 lid 1 sub a Vpb
- Stichting (bijv. voetbalclub) gaat om de vraag is het een duurzame organisatie van
arbeid en kapitaal dat door deelname aan het economisch verkeer beoogt winst te
behalen + wordt er winst beoogd (subjectief en objectief gezien) en valt dat te
verwachten (ondergeordend winstoogmerk)
- Let op; grondwet zegt 2 dingen om belasting te heffen is een rijkswet nodig, Vpb is
rijkswet, en verdragen gaan altijd boven nationale stelsel, hebben directe werking
Belangrijk =art. 4 AWR die zegt waar iemand woont, waar een lichaam is gevestigd wordt
beoordeeld naar omstandigheden.
Hoofdregel = is die vennootschap normaal gesproken in NL gevestigd.
Maar ook nog 2 ficties: vestigingsplaatsfictie en oprichtingsfictie, art. 2 lid 4 Vpb.
Opgericht naar NL recht? Dan word je geacht ook in NL te zijn gevestigd.
Week 2 – fiscale eenheid & deelnemingsvrijstelling
Hoorcollege
Wettelijk kader deelnemingsvrijstelling art. 13 tot en met 13k Vpb
Waarom kent NL deelnemingsvrijstelling?
- Voorkoming economisch dubbele belasting
- Vestigingsklimaat
- EU moeder-dochterrichtlijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sabienwesterveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.78. You're not tied to anything after your purchase.