Dataverwerking
Hoofdstuk 1: gegevens
verwerken
Statistiek = methodiek en techniek van het verzamelen,
bewerken, interpreteren en presenteren van gegevens.
- 3 deelgebieden: beschrijvende statistiek, kansrekening en
inductieve/verklarende statistiek
Beschrijvende statistiek
- De resultaten van een steekproef verzameld, verwerkt en
een grote hoeveelheid van waarnemingsuitkomsten
overzichtelijk te maken.
o Met een gegevenstabel, figuur of grafiek
- Meer overzicht -> meer inzicht
- Bv: hoeveelheid neerslag op een bepaalde dag
De kansrekening
- Opstellen van een theoretische redenering met als doel zo
effectief mogelijk om te gaan met onzekerheden en binnen
een dergelijke omgeving toch gefundeerde keuzes te
kunnen maken
- Gebaseerd op veronderstellingen waarvan we aannemen
dat ze redelijk aansluiten bij de werkelijkheid
Inductieve/ beslissende statistiek
- In hoeverre de kenmerken van een steekproef ook
kenmerken van de populatie zijn
o Op basis van de resultaten van de waarnemingen
, 1. Gegevens verzamelen
De populatie = verzameling van alle te bestuderen objecten
waarop het onderzoek betrekking heeft
De steekproef = deelverzameling van de populatie waarop de
waarnemingen verricht worden.
- Aantal elementen van de steekproef = omvang van de
steekproef
De variabelen = kenmerken die bij de elementen van de
populatie onderzocht worden.
- Waarnemingen worden verwerkt tot datamatrix
Statische gevolgtrekking = schatting, voorspelling, besluit of
andere generalisatie op basis van de gemaakte waarneming
voor de ganse populatie
- Betrouwbaarheidsmaat: mate van onzekerheid die
gepaard gaat met statische gevolgtrekking
Steekproef en populatie
- Manier waarop gegevens verzameld worden is afhankelijk
van het soort onderzoek
o Via enquête
Via vragenformulier en registrering van de
antwoorden
o Observatieonderzoek
Experimentele eenheden in natuurlijke
omgeving onderzoeken
o Experiment
Voordeel: onderzoeker creëert zelf condities
- Representatieve steekproef
o Moet aselect zijn
Alle elementen in de populatie moeten een
gelijke kans hebben om in de steekproef terecht
te komen
Randomisatie: methode voor het trekken van
een aselecte steekproef. Populatie-elementen
die deel gaan uitmaken van de steekproef
worden volstrekt willekeurig geloot.
, o Is onzuiver/gebiased als bepaalde elementen een
grotere kans hebben om getrokken te worden dan
andere
- Betrouwbare steekproef
o Is betrouwbaar, als bij herhaling globaal dezelfde
resultaten worden verkregen
o Betrouwbaarheid van een steekproef wordt bepaald
door omvang van de steekproef en variabiliteit van
de onderzochte eigenschap in de populatie.
Te kleine steekproef -> onzekere resultaten
Te grote steekproef -> validiteit van uitkomsten
geschaad
Duurt lang -> ondertussen veranderingen
in onderzoekspopulatie
Variabelen
- Kwantitatieve variabele
o Numeriek waarden
o Bv: gewicht
- Kwalitatieve variabele
o Aanduidingen of kenmerken
o Bv: kleur
- Discrete variabele
o Eindig of aftelbaar oneindig aantal verschillende
waarden
o Bv: aantal ogen van een worp met een dobbelsteen
Nominale schaal
- De variabele meet een kenmerk op dat geen logische
volgorde kent
- Bv: kleur, merk
- Wordt vaak gebruik gemaakt van codenummer om toch
een numerieke waarde te geven
o Geen rekenkundige bewerkingen mogelijk
Hoofdstuk 1: gegevens
verwerken
Statistiek = methodiek en techniek van het verzamelen,
bewerken, interpreteren en presenteren van gegevens.
- 3 deelgebieden: beschrijvende statistiek, kansrekening en
inductieve/verklarende statistiek
Beschrijvende statistiek
- De resultaten van een steekproef verzameld, verwerkt en
een grote hoeveelheid van waarnemingsuitkomsten
overzichtelijk te maken.
o Met een gegevenstabel, figuur of grafiek
- Meer overzicht -> meer inzicht
- Bv: hoeveelheid neerslag op een bepaalde dag
De kansrekening
- Opstellen van een theoretische redenering met als doel zo
effectief mogelijk om te gaan met onzekerheden en binnen
een dergelijke omgeving toch gefundeerde keuzes te
kunnen maken
- Gebaseerd op veronderstellingen waarvan we aannemen
dat ze redelijk aansluiten bij de werkelijkheid
Inductieve/ beslissende statistiek
- In hoeverre de kenmerken van een steekproef ook
kenmerken van de populatie zijn
o Op basis van de resultaten van de waarnemingen
, 1. Gegevens verzamelen
De populatie = verzameling van alle te bestuderen objecten
waarop het onderzoek betrekking heeft
De steekproef = deelverzameling van de populatie waarop de
waarnemingen verricht worden.
- Aantal elementen van de steekproef = omvang van de
steekproef
De variabelen = kenmerken die bij de elementen van de
populatie onderzocht worden.
- Waarnemingen worden verwerkt tot datamatrix
Statische gevolgtrekking = schatting, voorspelling, besluit of
andere generalisatie op basis van de gemaakte waarneming
voor de ganse populatie
- Betrouwbaarheidsmaat: mate van onzekerheid die
gepaard gaat met statische gevolgtrekking
Steekproef en populatie
- Manier waarop gegevens verzameld worden is afhankelijk
van het soort onderzoek
o Via enquête
Via vragenformulier en registrering van de
antwoorden
o Observatieonderzoek
Experimentele eenheden in natuurlijke
omgeving onderzoeken
o Experiment
Voordeel: onderzoeker creëert zelf condities
- Representatieve steekproef
o Moet aselect zijn
Alle elementen in de populatie moeten een
gelijke kans hebben om in de steekproef terecht
te komen
Randomisatie: methode voor het trekken van
een aselecte steekproef. Populatie-elementen
die deel gaan uitmaken van de steekproef
worden volstrekt willekeurig geloot.
, o Is onzuiver/gebiased als bepaalde elementen een
grotere kans hebben om getrokken te worden dan
andere
- Betrouwbare steekproef
o Is betrouwbaar, als bij herhaling globaal dezelfde
resultaten worden verkregen
o Betrouwbaarheid van een steekproef wordt bepaald
door omvang van de steekproef en variabiliteit van
de onderzochte eigenschap in de populatie.
Te kleine steekproef -> onzekere resultaten
Te grote steekproef -> validiteit van uitkomsten
geschaad
Duurt lang -> ondertussen veranderingen
in onderzoekspopulatie
Variabelen
- Kwantitatieve variabele
o Numeriek waarden
o Bv: gewicht
- Kwalitatieve variabele
o Aanduidingen of kenmerken
o Bv: kleur
- Discrete variabele
o Eindig of aftelbaar oneindig aantal verschillende
waarden
o Bv: aantal ogen van een worp met een dobbelsteen
Nominale schaal
- De variabele meet een kenmerk op dat geen logische
volgorde kent
- Bv: kleur, merk
- Wordt vaak gebruik gemaakt van codenummer om toch
een numerieke waarde te geven
o Geen rekenkundige bewerkingen mogelijk