Deze samenvatting van probleem 3: ODD en CD blok 2.7 Orthopedagogiek is volledig en uitgebreid uitgewerkt per leerdoel. Alle belangrijke stof wordt helder omgeschreven (incl. voorbeelden) en is onderverdeeld per leerdoel en literatuurbron. De gele tekstmarkeringen zijn belangrijk voor het tentamen....
1.Wat zijn de criteria/kenmerken van externaliserende gedragsproblemen (specifiek
ODD/CD)
Kennisclip – ODD/CD
◼ Oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD) of regel overtredende gedragsstoornis
◼ Conduct disorder (CD) of terwijl norm overschrijdende of antisociale gedragsstoornis
Beide stoornissen in de DSM-5 worden geplaatst onder de destructieve impulsbeheersing- en andere
gedragsstoornissen.
ODD = wanneer het kind zich verzet tegen de regels of leiding die door de volwassenen worden
gegeven. Het kind kan dit weigeren of juist driftig of boos reageren op de correcties.
- Dit gedrag is meest typerend voor ODD en NIET hetzelfde als delinquent gedrag. Bij delinquent
gedrag wordt expliciet de wet overtreden.
CD = gedrag van een kind is antisociaal wanneer de fundamentele normen of rechten van anderen
geweld aan wordt gedaan. Dit gebeurt wanneer er sprake is van vechten of spelen. Of wanneer
belangrijke en bij de leeftijd behorende sociale normen en regels worden overtreden.
Voorbeeld: liegen en spijbelen.
ODD en CD zijn twee verschillende stoornissen en worden verschillend beschreven in de DSM-5.
De DSM criteria voor ODD = bestaat uit een
patroon van boze of prikkelbare stemming,
brutaal en ongehoorzaam gedrag, of
ontevredenheid dat tenminste 6 maanden duurt.
De DSM criteria voor CD =
sprake moet zijn van
aanhoudend
gedragspatroon waarbij de
grondrechten van anderen
of belangrijke bij de leeftijd
passende maatschappelijke
normen en regels worden
geschonden.
1
,Prevalentie
De prevalentie van de stoornissen kunnen verschillen per onderzoek op basis waarop de stoornis
gemeten is. Er kan gebruik gemaakt worden van: zelfrapportage, lerarenrapportage etc.
- In de normale populatie is de prevalentie van ODD tussen de 1 en 15%
- In de normale populatie is de prevalentie van CD tussen de 2 en 10%
➔ ODD en CD meest voorkomende psychiatrische stoornissen in de kindertijd
➢ ODD begint op gemiddelde jongere leeftijd dan CD
➢ CD stijgt in prevalentie van kindertijd naar adolescentie (zie hoorcollege).
➢ Terwijl ODD gelijk blijft van kindertijd naar adolescentie.
Geslachtverschillen
- Antisociale gedragsstoornissen komen vaker voor bij jongens dan bij meisjes
- Bij ODD zijn de bevindingen minder duidelijk; wijzen wel naar hogere prevalentie bij jongens
➔ De geslachtverschillen zijn wel afhankelijk van waar je precies naar kijkt. Voorbeeld:
normale variatie in agressie (geslachtverschillen) → meisjes vertonen minder agressie
dan jongens. Kanttekening; het meeste onderzoek is ook gericht op jongens.
Het is afhankelijk van de uiting van de agressie.
• Meisjes: vertonen meer relationele agressie en meer indirect agressief gedrag
• Jongens: vertonen meer fysiek agressief en direct agressief gedrag
(→ Uitingsvorm/symptomen is van belang en hierdoor kunnen de
geslachtverschillen misschien toch kleiner zijn dan verwacht).
Agressie is een voorspeller voor:
- Internaliserende problemen bij meisjes.
- Antisociaal gedrag op latere leeftijd bij jongens.
Verloop. Hoe verlopen de ontwikkelingspatronen van deze stoornissen?
➔ Agressief gedrag piekt meestal tussen de 2 a 3 jaar in het algemeen.
Daarna neemt agressief gedrag af bij de meeste kinderen.
Verschillende vormen van agressie (gedurende de leeftijd):
➔ Fysieke agressie (slaan, schoppen, vechten) neemt af en wordt vervangen voor verbale
agressie (= uitschelden, kwetsen, bedreigen)
(en bij meisjes ook door indirecte, relationele agressie = kwaadspreken over een ander of
kind onder druk zetten om vriendschap te verbreken).
Gevolg: weerzien, afwijzing van kinderen en uitsluiting van de groep.
➔ Reactieve agressie neemt ook af = impulsieve en onbeheerste reactie op een vermeende
bedreiging/frustratie die wordt gekenmerkt door sterke lichamelijke arousal en impulsief
handelen (voorspelt door aandachtsproblemen, moeilijk temperament, afwijking
waarnemings- en interpretatiefasen en sociale informatieverwerking, hardvochtige
opvoeding).
Gevolg: gaat gepaard met heftige emotie zoals woede of angst.
➔ Proactieve agressie blijft gelijk = doelgericht, beheerst en gecontroleerd, gedrag dat
weloverwogen wordt uitgevoerd om een doel te bereiken (voorspelt door ongevoelig
2
, stressrespons, lage emotionaliteit schuld en empathie, afwijking in oordelen over
probleemgedrag, rolmodel in opvoeding).
➔ Regel overtredend gedrag neemt wel toe met de leeftijd
Het model van Loeber & Hay: over het ontstaan van antisociaal gedrag.
Aan zwaarder regel overtredend gedrag ligt altijd milder regel overtredend gedrag dat daaraan
vooraf gaat in het leven. Ernstig delinquent gedrag bleek dus zelden of nooit ‘uit het niets’ op te
treden → Dit geldt voor alle drie de onderstaande paden.
In het model komen 3 paden terug voor:
1. Autoriteitsconflicten
2. Openlijk antisociaal gedrag; lichte openlijke agressie als slaan en schoppen naar zwaardere
vormen van aanranding en gewapende vechtpartijen.
3. Heimelijk antisociaal gedrag
Al deze 3 paden lopen van mild naar ernstig.
Er wordt verder vaak onderscheid gemaakt in:
1) Vroege starters → Antisociaal gedrag die al in de kindertijd ontstaat.
- Deze kinderen hebben meer agressieve symptomen
- Meer comorbiditeit met ADHD, taal- en of ontwikkelingsstoornis (in vergelijking met de late
starters)
- Ernstigere problemen
- Meer persistent antisociaal gedrag
➔ Vroege starters komen minder vaak voor dan de late starters
2) Late starters → Antisociaal gedrag dat pas in de adolescentie ontstaat
- Betere sociale en schoolse vaardigheden
- Betere prognose dan vroege starters
- Meer voorkomende type
- Blijft over het algemeen beperkt tot de adolescentiefase
Prognose ODD/CD
ODD en CD diagnoses/classificaties voorspellen delinquentie op latere leeftijd. Kinderen met deze
diagnoses hebben een groter risico op het ontwikkelen van persoonlijkheidsstoornissen maar ook
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukopschoor99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.