100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting historische context Lage Landen VWO $6.85   Add to cart

Summary

Samenvatting historische context Lage Landen VWO

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

ik heb het hoofdstuk Lage Landen van het boek Historische contexten vanaf 2022 samengevat. Het is een duidelijke samenvatting met alles wat je moet weten.

Preview 2 out of 10  pages

  • No
  • 2 lage landen
  • March 31, 2022
  • 10
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Steden en burgers in de Lage Landen 1050-1700

 Opkomst van de Stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten.

Vernieuwingen in de landbouw zorgden voor een toename van de landbouwproductie.
Vernieuwingen:
- Ontginning van bos en heide.
- Droogleggen van overstroomde gebieden m.b.v. windmolens.
- Verbetering landbouwwerktuigen.
- Invoering drieslagstelsel.

Meer en beter voedsel zorgde voor bevolkingsgroei, na 1350 was er een sterke
bevolkingsdaling door het slechter wordende klimaat en de Zwarte dood (builenpest).
De boeren verkochten de landbouwoverschotten in de nabijgelegen steden. De mensen die
niet meer nodig waren op het platteland, trokken als ambachtslieden naar de stad.
Er was lokale handel tussen de steden en internationale handel voor grondstoffen. Zoals
wol uit Engeland. Er waren hiervoor stapelmarkten en de jaarmarkt was ook belangrijk.
De Kogge, was een nieuw soort schip die meer vracht kon vervoeren.
De groei van de nijverheid leidde tot verdere groei van de handel, overal waren meer
mensen voor nodig.
Er waren geen nationale munten, steden hadden hun eigen munten en daarom was een
geldwisselaar nodig. 13e eeuw: wisselbrief werd in Italië uitgevonden om het vervoeren van
geld veiliger te maken.
De Lage Landen waren één van de meest verstedelijkte gebieden van Europa, oorzaken:
- Gunstige geografische omstandigheden: de Noordzee was verbonden met Engeland
en de rest van Europa. De Schelde, Maas, Rijn en de IJssel. Er waren ook kruispunten
tussen land- en waterwegen wat gunstig was voor handel en verkeer. Meeste
vervoer ging over water omdat dat sneller was met zware goederen.
- Meer bescherming van landsheren, hogere edelen en geestelijken en stadsbesturen:
Ze zagen in dat buitenlandse handel zorgde voor de groei van de welvaart en
daarmee hun inkomsten. Ze beschermden handelsroutes, verbeterden bruggen en
wegen en bouwden veel. Ook maakte ze een einde aan tollen en de belasting die de
lage adel oplegde aan de kooplieden.
- Meer samenwerking tussen de steden: Noord-Europese steden gingen samenwerken
in een onderling handelsverbond, de Hanze.

Steden hadden eerst verplichtingen aan de landsheer, maar zij wilden stadsrechten. Veel
landsheren wilden dit geven in ruil voor erkenning als landsheer, het betalen van belastingen
en voor militaire hulp als de landsheer dit nodig had. Stadsrechten:
- Geen verplichtingen tegenover grootgrondbezitters.
- Zelf bestuur en rechtspraak regelen.
- Zelf mogen bepalen wie poorter is en wie niet. (Poorter=stadsburger)

Niet elke stad had het recht een eigen munt in te slaan, stadsrechten verschilden per stad.
De guldensporenslag is een goed voorbeeld van het zo machtig worden van een stad die
tegen de landsheer in gaat met geweld.

, Een stad was het centrum van een verzorgingsgebied, hierin waren de bewoners
economisch en politiek verbonden met elkaar. Platteland leverde voedsel en grondstoffen
aan de stedelingen en de stad verwerkte de grondstoffen en zette zijn producten af.
Politiek gezien was de stad met de omgeving verbonden omdat ze behoorden tot het
grondgebied van een landsheer.
Door jaarmarkten ontstonden netwerken in elk verzorgingsgebied en ook tussen steden
onderling. De data van de jaarmarkten werden op elkaar aangesloten zodat kooplieden
meerdere markten konden bezoeken.
Er stierven meer mensen dan er werden geboren in de stad, het leven in de stad was
ongezonder. Daarom was er een instroom van kapitaalkrachtige en kundige aspirant-
poorters nodig van het platteland. De stad bood werk, juridische bescherming, kans op
scholing en meer kansen op de arbeidersmarkt. Eerst was er een migratiestroom van het
platteland naar de kleine steden, maar later van de kleine naar de grote steden omdat de
lonen in grote steden hoger was.

 De Hanze, een laatmiddeleeuws Noord-Europees handelsnetwerk.

Naar aanleiding van een handelsconflict kwam er in 1358 een verbond, de Hanze, 200
steden werkten samen. De Hanze dreef handel in de Oostzee, de Noordzee en tot in
Rusland. 1669 werd de Hanze opgeheven.

 De Guldensporenslag, fascinerend en uitzonderlijk.

De Franse koning Filips de Schone wilde Vlaanderen bij zijn rijk voegen. De Graaf van
Vlaanderen, Gwijde van Dampierre, was tegen. Beide gebruikten het conflict tussen de
patriciërs en het Gemeen. De Franse koning sloot een bondgenootschap met het Patriciaat
en Gwijde met de ambachtslieden, het grootste deel van de Vlaamse edelen en boeren.
Het Franse leger ging naar Vlaanderen. Op 11 juli 1302 vond de Guldensporenslag plaats.
Het was een einde aan de middeleeuwse strijdwijze van ridderlegers. In middeleeuwse
veldslagen waren ridders het belangrijkst en het doden van tegenstanders werd vermeden.
Ze wilden de tegenstanders gevangennemen en losgeld van hen afpakken. De Vlamingen
wonnen, een Franse graaf verliet het slagveld en het Franse leger was niet sterk genoeg
tegenover de Vlamingen. Vlaanderen bleef zelfstandig.

 Opkomst van Vlaanderen en Brabant in de Late Middeleeuwen.

Het startpunt van de stedelijke dynamiek in de Nederlandse gewesten was Atrecht. Het was
de centrale plaats in de lakennijverheid door de hoge landbouwproductie en
schapenhouderij. Ze brachten hun laken tot in Genua.
Rond 1300 nam de Vlaamse stad Brugge Atrechts rol over. Brugge was het centrum van de
handel tussen Noord- en Zuid-Europa.
Patriciërs zijn rijke kooplieden die de macht in de stad hebben. Waren veel met de adel.
Zij stonden tegenover het Gemeen, rest van de stedelijke bewoners. (Ambachtslieden,
dagloners en werklozen) Het werd aangevoerd door ambachtslieden. Ongeveer 40% van de
bevolking bestond uit ambachtslieden. En in het stadsbestuur maar 10%, rest patriciërs.
De dagloners hadden geen vast inkomen en deden het zwaarste werk en waren niet
georganiseerd. Veel gingen vanwege hongersnood dood.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RosalieKumar. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.85
  • (0)
  Add to cart