100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Medische kennis jaar 1 blok 3 $4.59   Add to cart

Summary

Samenvatting Medische kennis jaar 1 blok 3

3 reviews
 160 views  11 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

HVVP17MKE3 (chronisch) Medische kennis blok 3 jaar 1 Samenvatting van de leerstof (anatomie & fysiologie, klinische pathologie en farmacologie).

Last document update: 2 year ago

Preview 4 out of 45  pages

  • No
  • Leerstof blok 3 medische kennis
  • April 1, 2022
  • April 3, 2022
  • 45
  • 2021/2022
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: carmenvandermei • 3 months ago

reply-writer-avatar

By: vanDaisy • 3 months ago

Translated by Google

Why do you give Carmen 2 stars?

review-writer-avatar

By: marjontepper • 4 months ago

review-writer-avatar

By: aovis • 5 months ago

avatar-seller
Anatomie en fysiologie
12.5 Grote hersenen

 Grote hersenen = cerebrum
 De hersenen vormen het domein van gedachten, gevoelens, bewuste functies en geheugen.
 De bijsturing van complexe bewegingen start ook in de grote hersenen.
 Dit orgaan is spreekt meest tot verbeelding.

12.5.1 Uitwendige bouw
 De grote hersenen bestaan uit twee hersenhelften.
-> dit wordt ook wel hemisferen genoemd.
 De hemisferen overkoepelen de tussenhersenen, deel van kleine hersenen en deel
hersenstam.
 De hersenbalk is de belangrijkste verbinding die tussen de hemisferen lopen.
 Het fissura longitudinalis zorgt voor een scheiding tussen de hemifseren.

 De schors (cortex) bestaat uit grijze stof.
 De cortex is sterk geplooid wat zorgt voor een groot oppervlak (ong. 0,5 m 2)

 Binnen de schors liggen de verbindingsbanen. Dit is de medulla (merg).
 Een kwab wordt ook lobus genoemd. Elke hemisfeer heeft vier kwabben.

12.5.2 Inwendige bouw

 De medulla bestaat uit drie delen:
- associatiebanen
- commissuren
- efferente en afferente banen

 Associatiebanen zijn de verbindingen binnen een hemisfeer zitten. Ze verbinden de
verschillende schorsgebieden.
-> hierdoor kan informatie worden uitgewisseld (elk gebied heeft andere functie).
*kruisen mediaanlijn niet

 Commissuren zijn verbindingen tussen de beide hemisferen.
*kruisen mediaanlijn wel
 De belangrijkste commissuur is de hersenbalk (corpus callosum)
 Door commissuren kan er informatie tussen de hemisferen uitgewisseld worden.

 Banen zorgen ervoor dat de grote hersenen met de lagere gelegen delen van het centrale
zenuwstelsel verbinden.
 Hier horen ten eerste de efferente en afferente banen bij. Deze banen lopen naar en van het
ruggenmerg.

, Afferente banen Efferente banen
=Sensibele banen = motorische banen
Maken tussenstop in thalamus en Vervoeren motorische informatie via het
tussenhersenen. ruggenmerg naar de spieren.

Onderscheid twee types: piramidebanen en
extrapiramidale banen
Eindigen in de gyrus postcentralis Piramidebanen: beginnen in gyrus postcentralis
(winding in het voorste deel van de pariëtale en hebben piramidevormig cellichaam,
kwab in de grote hersenen) dendrieten en lang axon. In een bundel lopen ze
naar caudaal.
Extrapiramidale banen: zijn alle motorische
zenuwvezels die niet tot de piramidebanen
behoren.
- lopen minder in bundels
- op weg naar caudaal komen ze wat
hersencentra tegen



 Naast de medulla en cortex bevind zich in elke hemisfeer een holte.
 Deze holten worden de zij ventrikel genoemd -> ventriculus lateralis.

12.5.3 functies

 Je ontwikkelt in je grote hersenen het denken, geheugen, zelfbewustzijn, intelligentie en
creativiteit.
 Daarnaast brengen ze de motoriek en sensoriek tot stand.
 Schorsgebied: een afgegrensd schorsgedeelte met een specifieke functie.
 De sulcus centralis -> bewuste bewegingen lichaam -> regelen motoriek
 Achter de sulcus bevinden de schorsgebieden die zijn gericht op sensoriek -> bewustwording
van de waarnemingen doormiddel van de zintuigen.

Motoriek
 Motrische schorsgebieden, zijn schorsgebieden die functie hebben de motoriek van ons
lichaam.
 Ze worden verdeeld in primaire schors en secundaire schors.
 Primaire motorische schors: schorsgebied van de gyrus precentralis.
 80 procent van axonen kruisen de mediaanlijn en 20% niet.
 Deze kruisingen zijn de oorzaak van het piramidale systeem uit de rechter hemisfeer de
spieren van de linker lichaamshelft bestuurd en omgekeerd.
 De skeletspieren hebben allemaal hun eigen gedeelte op de motorische schors. Dit wordt
motorische somatotopie genoemd.
 De motorische homunculus is het mannetje die is gecreeërd door alle elektrische signalen
van de deelgebieden met hun spiergroepen in kaart te brengen.

Als je de motorische homunculus bekijkt vallen er twee dingen op:
1. het mannetje vertoon de anatomische volgorde van het lichaam, maar dan onderste boven.
2. De delen hebben nogal eigenaardige verhoudingen. Zoals de hand en tong die grote gebieden in
beslag nemen. -> dit komt omdat dit vanuit de hersenen meer besturing nodig heeft.

,  Secundaire motorische schors: schorsgebied in frontale kwab voor de primaire motorische
schors en heet daarom ook wel premotorische schors.
 Secundaire motorische schors = premotorische schors
 Hier vind je neuronen voor de gespecialiseerde coördinatie.
 Een duidelijk ander gebied wat zich hier bevindt is het brocacentrum.
 Brocacentrum is het motorisch spraakcentrum.
 Brocacentrum bevat de patronen voor een juiste besturing van de spieren die bij de spraak
betrokken zijn. Het bevind zich maar in 1 van de hemisferen. Meestal de linker hemisfeer.

Sensoriek

 Primaire sensorische schors en ligt precies tegenover de motorische schors.
 In de primaire sensorische schors komt de informatie vanuit een aantal zintuigen.
 Hierbij moet je denken aan gevoelens als pijn, aanraking, warmte, trillingen. Ook
gewaarwording van spiergevoelens vindt hier plaats.
 Ook hiervoor is er een sensorische homunculus opgesteld. Hier vind je de grote gevoeligheid
terug in de vingertoppen, lippen, tong , geslachtsorganen.
 De motorische en sensorische schors liggen dicht bij elkaar. Er bevind zich daarom ook vaak
sensorische input dat wordt vervolgt door motorische output.

 Secundaire sensorische schors, hiermee komt de sensorische informatie tot stand.
 Met de secundaire sensorische schors interpreteer je de nieuwe sensorische informatie en
associeer je deze met eerdere gewaarwordingen uit je herinnering. Zoals verschil tussen
zandpad en grindpad.

Het verschil:
- Met primaire sensorische schors neem je iets waar en met de sensorische schors weet je wat je
voelt/ verbeeld je het/ associeer je het.

- De motorische schors stuurt de dwarsgestreepte spieren aan en de sensorische schors zorgt voor
bewustwording van zintuigelijke waarnemingen.
- Het limbische systeem is betrokken bij emoties, herinneringen en gedrag.

 In de buurt van auditieve schors is een tweede spraakcentrum: wernickecentrum.
 Dit ontvangt alle informatie van sensorische schorsgebieden.
 Werknickecentrum speelt rol bij: herinneringen, interpreteren en begrijpen van het
gesproken en geschreven woord.
 Komt ook maar voor in één kant van de hersenen.
 De associatieve schorsgebieden zorgt ervoor dat je dingen kan vertalen, je dingen met elkaar
in verband kan brengen. (rook, hitte ->vuur)

Brocacentrum -> zit in secundaire motorische schors
Wernicke centrum -> sensorische schors dicht bij auditieve schors.

Centrum van Broca: motorisch spraakcentrum , besturing spieren mond/keelholte.
Wernickecentrum: begrip van taal/spraak

*Brocacentrum zit frontaalkwab
*Wernicke zit in temporale kwab

, Frontaal kwab Het willekeurige motoriek, plannen en doelgericht handelen.
Pariëtaal kwab Zintuigen/ cognitieve functies
Temporaal kwab Geheugen en herkenning
Occipitaal kwab Zicht.

Geheugen
 Vermogen om opgedane kennis en ervaringen te onthouden en op te roepen wanneer nodig.
 Er zijn twee fasen: kortetermijngeheugen en langetermijngeheugen.
 Kortetermijngeheugen: kortdurende informatieopslag die je snel vergeet als je de informatie
niet meer nodig hebt of niet herhaald wordt.
 Langetermijngeheugen: langdurige informatieopslag, je blijft het herinneren, de informatie is
oproepbaar.
 Langetermijngeheugen kun je onderverdelen in sensorische geheugen en motorische
geheugen.


Sensorische geheugen Motorische geheugen
- legt zintuigelijke informatie vast - heeft veel verbindingen met primaire
motorische schors
- onthoudt emotionele ervaringen - onthoudt vaak complexe bewegingen die je
door herhalingen geleerd hebt
- maakt deel van het limbische systeem - bewegingen zijn moeilijk af te leren als je er
niet meer bewust over nadenkt.

EEG
 EEG is ook wel een hersenfilmpje
 Je hersenactiviteit kan onderzocht worden door veranderingen van elektrische activiteit van
de hersenzenuwen te laten registreren.
 De hersenactiviteit wordt in vorm van ritmische golfpatronen vastgelegd.

 Alfaritme 10 Hz iemand die rustig ligt met ogen gesloten
 Betearitme 15- 30 Hz iemand met ogen open en/of geconcentreerd ergens bezig is
 Thetaritme 4- 7 Hz iemand in zijn eerste slaap, via enkele fases over in
 Deltartime 2 Hz diepe slaap

 Het ritme tijdens de remslaap lijkt op het betaritme, wakker worden.
 Je hebt per nacht ongeveer vijf remslapen.
 In de loop van de nacht neemt de duur van de remslaap toe en die van de diepe slaap juist
af.

 Slapen : toestand van bewusteloosheid.
 Vermoeden is dat we slapen nodig hebben om neuronen tot rust te laten komen en om
eventuele schade in de cellen te kunnen herstellen.
 Er is een aanwijzing dat dromen een rol speelt bij het verwerken van ervaringen ne emoties.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanDaisy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75619 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.59  11x  sold
  • (3)
  Add to cart