100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Context 3: Politiek En Actualiteit + examenvragen $9.67   Add to cart

Summary

Samenvatting Context 3: Politiek En Actualiteit + examenvragen

1 review
 99 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting heb ik alle gekende leerstof van het vak politiek en actualiteit (Eric Van De Casteele) op een duidelijke, schematische en beknopte manier samengevat. Ik heb zelf 14/20 gehaald door deze samenvatting. Op het einde vind je ook de examenvragen van januari 2021. Veel succes!

Preview 6 out of 42  pages

  • No
  • Alles wat gekend moet worden uit het boek
  • April 5, 2022
  • 42
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: naudtsrenee • 11 months ago

avatar-seller
GASTLES: VRIJHEID VAN
MENINGSUITING
1) Het ontstaan van de vrijheid van meningsuiting: Het Verlichtingsdenken:
- Waar en Wanneer?
Tijdens de Verlichting in Engeland (17de E) en Frankrijk (18e E)
- Wie?
Stedelijke burgerij
- Waarom?
Toen was dat verboden  je kon bestraft worden in opdracht van katholieke kerk en
toenmalige absolute vorst (koningen)
-Wat?
Verlichtingsdenkers moesten naar beroepsrechters (werden benoemd door de koning)
Mijlpaal in geschiedenis van filosofie in het Westen
2) Het natuurlijk recht op individuele vrijheid voor iedere burger en de daaruit
voortvloeiende fundamentele rechten:
Vroeger: de hele maatschappij werd geordend als naar Gods wil
Nu: de natuur zegt dat individu vrijheid krijgt
a) De vrijheid van godsdienst, gedachte en geweten.
b) De vrijheid van meningsuiting.
c) De drukpersvrijheid  DRUK: werden gepublicieerd
Vraag: Hoe deze rechten beschermen/waarborgen?
1. Als grondrechten vastleggen in een grondwet.
 1831: Belgische grondwet  burgerij had sterke invloed op het vastleggen
hiervan
 rechten en vrijheden = grondwet
2. Naleving grondrechten/grondwet gerechtelijk afdwingbaar maken:
Hof van Assisen + Grondwettelijk Hof
HVA = bevoegd voor drukpers misdrijf  iem wilt je aanklagen omdat je iets in bv
krant hebt geschreven: waarom?

, - Mensen hadden meer vertrouwen in volksjury

GWH = rechters van gwh toetsen op alle wetten, decreten en besluiten die
overeenkomstig zijn met grondwet
 Indien men artikel wil veranderen of toevoegen vd grondwet moet 2/3e het
daarmee eens zijn: zo wordt Grondwet beschermd
 Grondwet moet ook nageleefd werden door de overheid
 Vrijheden afdwingbaar maken: iemand wil je voor de rechter dagen voor je
mening  onafhankelijke rechter
3) De vier doelstellingen/grondslagen van de vrijheid van meningsuiting:
1. Waarborgen democratie
 Pluralisme: meerdere opinies zijn toegelaten in een maatschappij = geen enkele opinie is
de absolute waarheid
 Verdraagzaamheid en tolerantie behouden tav verschillende meningen
2. Persoonlijke ontwikkeling/ontplooiing individu
 Deelname aan debat: eigen meningen verwoorden  zelf nadenken hoe je gedachten
gaat formuleren  gedachten uitwisselen met anderen
 Iemand die nooit de kans krijgt om eigen mening te verwoorden, mist een deel van
ontplooiing van persoonlijkheid
3. Draagt bij tot achterhalen waarheid: "factchecking"
 Sommige beleidsmakers liegen en ontkennen
4. Voorkomen onderdrukking "foute" of "gevaarlijke" opinies = tegengaan frustraties
 Mensen mogen zogenaamde, zogezegde foute en gevaarlijke opinies uiten
 Je krijgt frustraties bij een deel van de bevolking (mening over transgenders: als je er
tegen bent willen ze dat kunnen uiten)
4) De toepassing van de vrijheid van meningsuiting:
- Aanvankelijk: de nagenoeg absolute vrijheid van meningsuiting.
 Er bestond geen beperking op vrijheid van meningsuiting BEHALVE majesteitsbelediging
(lachen met de koning)

- De problematische toepassing van de vrijheid van meningsuiting tijdens het interbellum

, Zeer veel democratie afgeschafd in die periode door fascisten, nationaal socialisten
(nazi’s), communisten
 Zowel extreem rechts (fascisten) en extreem linksen (socialisten) gingen uit van
totalitaire staat = alle macht zit bij 1 partij (<-> democratie)
 Er werd enorm veel aangezet tot haat en geweld (ook in BE)  vooral de Joden
(spotprenten, affiches…)

- De toepassing tijdens de tweede helft van de 20ste eeuw en de 21ste eeuw:

a) Het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (1950) en het Europees Hof van de
Rechten van de Mens
 Antwoord op facisme en communisme: in EU zoveel mogelijk staten aandacht schenken
aan rechten van de mens
 Vrijheid vd meningsuiting = recht op mensen te schoppen en breken, men was niet
geneigd om beperkingen op te leggen
 Racisme in Europa nam sterk toe (gastarbeiders: Turken en Marokkanen)  werken in
België (jaren 60: golden sixties)  sprake van volledige tewerkstelling  wil niet zeggen dat
iedereen rijk was, maar waren wel optimistisch op de toekomst  veel Vlaamse kinderen
weigerden in de mijnen en fabrieken te werken

b) De beperkingen op de vrijheid van meningsuiting: "De hate speech"

- De antiracismewet van 1981: aanleiding, inhoud en toepassing.
 Je kon gevangenisstraf krijgen indien iem aanzette tot discriminatie, haat en/of geweld
tav een groep of individuele leden daarvan behorend tot een bepaald ras, nationale
afstammeling of huidskleur (8 tot 9 jaar)
 Heel veel discussie over deze wet: liberalen en christendemocraten waren ertegen
 Men kon klacht indienen  rechtzaak  verdoordelingen MAAR veel klachten werden
geseponeerd

1980 = pessimisme over toekomst vanwege toename van de werkloosheid + racisme nam
toe + mijnen en fabrieken sluiten  ongeschoolde arbeiders werden werkloos  woonden
in dezelfde buurten als migranten  werklozen geraken gefrusteerd  stereotypering en
racisme  Vlaams Blok (neoracistische partij) boekte succes in Antwerpen (Zwarte Zondag)
- De kentering: de aanklacht en de veroordeling van het Vlaams Blok (1999-2004)
 Hof van Assisen
 Beperkingen invoeren op vrijheid van meningsuiting: alleen zo kunnen we democratie
behouden

,- De doorbraak van extreemrechts in Europa en de bescherming van de democratie door het
EVRM

- De nieuwe Belgische wetgeving in 2007 en een drietal voorbeelden van rechtspraak:
 Nogmaals wet aangepast in BE (uitgebreid)
 Aanzetten tot dicriminatie, haat en geweld obv persoonskenmerken = bv seksuele
geaardheid, geslacht, politieke overtuiging, geloof…
 Nieuwe criteria toegevoegd
- Het Vlaams belang en de strategie van de indirecte communicatie
5) Enkele besluiten:
a) Hoe de wetgeving in verband met strafbaar stellen van "hate speech" toepassen?
Er is heel veel discussie, de ene rechter denkt er zo over en de andere denkt er zo over:
1. Wat gaan we nu wel bestraffen en wat niet?
 ‘ik ben tegen holebis’ = strafbaar of niet?
2. Wat doen we met uitingen die beledigend of kwetsend zijn?
 bestraft worden of niet?
3. Gaan we alleen veroordelen indien er werkelijk aanzetten zijn tot discriminatie, haat
of geweld?
4. Sommigen vinden dat je aanzetten tot haat… alleen kan bestraffen indien men van
bedreigingen uitgaat
b) Argumenten contra beperking op de vrijheid van meningsuiting en pro absolute vrijheid
van meningsuiting
 Je moet iedereen de kans geven om te beledigen zodanig dat ze frustraties kunnen uiten
= één van de belangrijkste argumenten vd tegenstanders

 ‘Mensen zijn toch verstandig genoeg om zich daartegen te beschermen’



In heel deze discussie is er een fundamenteel verschil tussen Europa en Amerika:
1. EU: meer geëvolueerd naar aanvaarden van de wetgeving omdat we in het Europees
denken veel meer de nadruk leggen op bescherming van minderheden + op de
gemeenschap in het geheel (witte, zwarte mensen..) : als je rekening houdt met de
gemeenschap moet je rekening houden met iedereen  solidair zijn
2. VS: gaat uit van pure individuele vrijheid, letten niet op gemeenschap/minderheden
(Trump)  wetgeving gaat meer uit van absolute vrijheid van meningsuiting

,Hoofdstuk 1: De kenmerken van
het AR
1. Westen voelt zich superieur

Europa verviel en waren er andere werelddelen die machtiger werden (na 500)  Arabische
wereld, China

Slavernij van andere landen door Europese hulpmachten heeft bijgedragen tot welvaart van
Europa
 Toename van economische en militaire macht van EU is blijven duren tot Amerika kwam
(concurrentie + Rusland)

EU vindt het moeilijk om leiderspositie in de wereld te behouden
 Afname van EU-invloed op:
 Economisch vlak
 Militair gebied
 Technologisch zijn we afhankelijk van andere staten (Apple, Amazon…)
 Cultureel erfgoed = EU wel top v.d. wereld

3 periodes:
- Late middeleeuwen ( 12e eeuw tot 15e eeuw)
- Moderne tijden (15e eeuw tot 17e eeuw) / Nieuwe Tijden
- Overgangsperiode van Ancien Regime naar hedendaagse tijden (1648 – 1789: Franse
revolutie)
- Nieuwste tijden

ANCIEN REGIME
1. Grote aanwezigheid van geweld
- Criminele geweld
- Onmenselijke folteringen (in opdracht van staat + katholieke kerk)
- Religieuze geweld tegenover Joden  verwantschap tussen Christenen en Joden
omdat ze zich baseren op Oude Testament: Joden zoeken naar het beloofde land
 Nieuwe Testament (apostelen van Jezus Christus: messius = verlosser op aarde) 
Joden verwerpen dit
 Katholieken beweerden dat Joden godsmoordenaars waren: werden vervloekt
 Monotheïsme = beschouwen hun god als absolute waarheid (radicalen)
 Haat tegenover Joden = antisemitisme
 Katholieke kerk heeft eerst geprobeerd om Joden te bekeren  nieuwe strategie
begin 13e eeuw: discriminerende maatregelen tegenover Joden
1. Joden werden verboden om te studeren aan toenmalige katholieke universiteit
2. Joden mochten geen functies bekleden in overheidssector of openbare sector:
toenmalige politieke leiders steunden antisemitisme
3. Joden werden verplicht om in bepaalde wijken te wonen (getto’s)

, GEVOLG = 2 groepen tegenover elkaar gezet: aanzetten tot haat kan leiden tot aanzet tot
geweld

 Prediken van haat via mondelinge communicatie was bijzonder invloedrijk omdat
meeste mensen in die tijd analfabeet waren
 Beeld was bijzonder belangrijk om boodschappen over te brengen: Joden op
afzichtelijke wijze afgebeeld

COMPLOTTHEORIEËN TEGENOVER DE JODEN

“Besmette ratten zorgen voor pandemie in Europa = zwarte pest”

 Mensen zochten een zondebok = Joden hadden melaatsen omgekocht om bronwater te
vervuilen waardoor iedereen ziek werd

CT ontstaat wanneer complot denkers een bepaalde andere groep er valselijk (fake news =
ongecontroleerd) van beschuldigen in het geheim plannen te smeden om anderen
opzettelijk en op een of andere manier te beschadigen, te benadelen, te overmeesteren of
te vernietigen.
 Daarmee gaan de complotdenkers haat en vijandelijkheid creëren t.o.v. bepaalde
groepen waarbij het risico bestaat op geweld

Gevaar bij fake news:
= moeilijk weerlegbaar: woord van de ene t.o.v. de andere omdat het niet controleerbaar is
 In het geheim: kan je niet controleren

Joden zouden beslissen om Duitsland te verlaten  gevlucht naar Europa en VS

Nazi’s waren geen katholieken = politiek antisemitisme

Nieuwe samenzweringstheorieën tegenover Joden:

 Ontstaan in Rusland waar veel Joden op dat moment verdreven worden
 Duizenden joden vluchten naar VS
 Theorie wordt verspreid naar EU en VS
= Russische schrijvers schrijven in pamfletten dat Joden overal in het geheim en
ondergronds plannen smeden om zelf de macht in Europa over te nemen
 Enorm veel Joden hadden enorm veel economische macht (bankiers)

Tijdsgeest

Technologische revolutie (machines)
 Happy few die rijk worden maar velen verliezen werk
 Lagere klasse en deel van middenklasse wordt armer

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nalu. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.67. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.67  7x  sold
  • (1)
  Add to cart