Samenvatting van de hoofdstukken 1 t/m 7 + 9 van Internationaal en Europees Recht. Hoofdstuk 8 ontbreekt i.v.m. het er niet van behandelen in de lessen. De samenvatting geeft uitleg over alles wat van belang is tijdens een tentamen (definities, verdragen, rechtsorganen van de EU en VN, etc).
C...
Dear jojanneke krechting,

Thanks for your review!

Sincerely,

Jasmine
Seller
Follow
jasmijn293
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1
Momenteel zijn er 193 staten lid van de VN. Zij kunnen zelfstandig verplichtingen met andere staten
aangaan. Een aantal andere staten kan dat ook, hoewel zij geen lid zijn van de VN. We spreken in het
internationaal recht dan ook van een horizontale rechtsorde.
Staat <-> Staat <-> Staat <-> Staat <-> Staat
Een lidstaat kan het monistische of het dualistische stelsel hebben ingevoerd. Kiest het voor monisme,
dan is het internationaal recht automatisch deel van de nationale rechtsorde. Omzetting van
internationaal recht naar nationaal niveau via een speciale wet is dan niet nodig. Heeft een staat
echter gekozen voor het dualisme, dan moet het internationaal recht worden omgezet of
getransformeerd naar nationaal recht via een aparte wet.
Nederland heeft ervoor gekozen om een gematigd monistisch stelsel in te voeren.
De Nederlandse rechter mag verdragen niet toetsen aan de Nederlandse Grondwet. De rechter
beoordeelt niet of een verdrag in overeenstemming is met de Nederlandse Grondwet, maar of de
Nederlandse (Grond)wet in overeenstemming is met het verdrag. Dit noemen we het
toetsingsverbod.
Internationaal recht in de Nederlandse rechtsorde:
- Burger
Artikel 93 Grondwet
- Regering
Artikel 90 & 97 Grondwet
- Parlement
Artikel 91 & 96 Grondwet
Artikel 100 lid 1 Grondwet
- Rechter
Artikel 93, 94 & 120 Grondwet
Hoofdstuk 2
Rechtssubjecten zijn de zelfstandige dragers van rechten en plichten. Met andere woorden, alle
actoren die rechtsbevoegdheid bezitten.
Alleen staten bezitten volledige internationaalrechtelijke rechtspersoonlijkheid. Zij zijn het immers
die de rechtssubjectiviteit van anderen mogelijk hebben gemaakt en nog steeds mogelijk maken; door
bijvoorbeeld internationale organisaties op te richten, mensenrechten vast te leggen in verdragen, etc.
Voorbeelden van wie rechtspersoonlijkheid kunnen bezitten in het internationaal recht; internationale
organisaties, mensen, volken de-factoregeringen, bevrijdingsbewegingen, etc.
Wat maakt een staat tot een staat? Er zijn drie criteria:
1. Territoir of grondgebied;
2. Bevolking;
3. Een regering oefent er effectief het hoogste gezag uit: soevereiniteit.
Erkenning is geen vereiste meer om vast te stellen of er sprake is van een staat. Er moet onderscheid
gemaakt worden tussen de erkenning van de staat en de erkenning van de regering van de staat.
Ius sanguinis is wanneer de nationaliteit van rechtswege is verkregen, omdat de ouders de
nationaliteit van de staat bezaten.
Ius soli is omdat men op het grondgebied van de staat geboren is.
Internationale organisaties (intergouvernementele organisaties) zijn opgericht door overheden. Deze
moeten worden onderscheiden van non-gouvernementele organisaties (ngo’s). Voorbeelden van
ideële ngo’s zijn; Amnesty, Greenpeace, Artsen Zonder Grenzen.
Hoofdstuk 3
Territoriale jurisdictie is de term die wordt gebruikt voor de regels die een staat kan stellen op zijn
grondgebied. Deze regels omvatten de bevoegdheid voor de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke
macht om voor het grondgebied van de staat regels te maken, deze te handhaven en erover recht te
spreken (verdrag die hier bij past is UNCLOS).
, Een staat beschikt ook over functionele jurisdictie. Dat wil zeggen dat de staat ten behoeve van een
bepaalde functie (doel) een beperkte mate van rechtsmacht heeft over bepaalde gebieden van het
nabijgelegen zeegebied. Dit gebied omvat de aansluitende zone, het continentaal plat en de exclusieve
en economische zee.
Er is ook nog de personele jurisdictie. Dit wordt ook wel strafrechtelijke of criminele jurisdictie
genoemd. De staat en de burger zijn met elkaar verbonden via de nationaliteit. Hierdoor kan de staat
zijn personele jurisdictie uitoefenen.
De vier rechtsbeginselen zijn:
1. Territorialiteitsbeginsel
2. Nationaliteitsbeginsel
3. Beschermingsbeginsel
4. Universaliteitsbeginsel
Het territorialiteitsbeginsel is een algemeen rechtsbeginsel dat nauw samenhangt met het
grondgebied van een staat. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen het objectieve en subjectieve
territorialiteitsbeginsel. De vervolging van personen die verdacht zijn van misdrijven die plaats
hebben gevonden op het grondgebied van de staat betreft het subjectieve territorialiteitsbeginsel.
Nederland kan op grond van het objectieve territorialiteitsbeginsel personen vervolgen die ervan
verdacht worden buiten Nederland een misdrijf te hebben gepleegd als dat misdrijf gevolgen heeft
gehad op Nederlands grondgebied.
Het nationaliteitsbeginsel is ook te onderscheiden in twee varianten: het actieve en het passieve
nationaliteitsbeginsel. Het actieve nationaliteitsbeginsel houdt in dat de Nederlandse staat
rechtersmacht heeft over iedereen die de Nederlandse nationaliteit bezit, ongeacht waar de persoon
zich bevindt. Het passieve nationaliteitsbeginsel houdt in dat een individu dat niet de Nederlandse
nationaliteit bezit, maar die buiten Nederland een misdrijf pleegt tegen een persoon met de
Nederlandse nationaliteit, vervolg kan worden door het Nederlandse OM.
Het beschermingsbeginsel ziet toe op misdrijven die tegen de veiligheid van de staat en zijn
instellingen zijn gericht.
Het universaliteitsbeginsel betreft misdrijven die zo vreselijk zijn dat ze door de gehele internationale
rechtsorde als strafbaar worden bezien. Bijzonder is dat er geen direct verband of directe link is met
de nationaliteit van de verdachte of het grondgebied waar het misdrijf gepleegd is.
Hoofdstuk 4
Hoofdbronnen van internationaal recht:
- Verdragen
- Internationaal gewoonterecht
Aanvullende bronnen van internationaal recht:
- Algemene rechtsbeginselen
- Rechterlijke beslissingen
- Doctrines
- Eenzijdige handelingen en verklaringen
- Bindende besluiten van internationale organisaties
Het gewoonterecht wordt ingegeven als uiting van wat staten op dat moment belangrijk vinden
(artikel 38 van het Statuur van het IGH).
De als recht aanvaarde algemene praktijk wordt ook wel aangeduid als de opinio juris sive
necessitates. Met het materiële element wordt bedoeld, de internationale gewoonte.
Algemene rechtsbeginselen betreft beginselen die voortkomen uit het nationale recht die voorkomen
uit verschillende landen. Voorbeelden van algemene rechtsbeginselen: redelijkheid en billijkheid,
goede trouw, pacta sunt servanda, etc.
De rechterlijke beslissingen of jurisprudentie omvat de geschreven uitspraken van rechters. In het
internationaal recht gaat het dan om rechters van internationale organen, ingesteld door een
internationale organisatie.
De doctrine, ofwel de opvattingen van de meest bevoegde schrijvers (artikel 38 Statuut IGH), kan soms
een hulpmiddel zijn voor het bepalen van een rechtsregel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijn293. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.