100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Vermogensplanning tweede jaar 2022 $8.16   Add to cart

Summary

Samenvatting Vermogensplanning tweede jaar 2022

 20 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document staat elk woord dat meneer in zijn lessen heeft gezegd. elk onderwerp staat goed omschreven.

Preview 3 out of 32  pages

  • April 11, 2022
  • 32
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Vermogensplanning
1. Inleiding

In België, de successierechten, erfbelasting dit is een vermogensbelasting. Het doorgeven van de ene op de
andere generatie wordt heel erg belast.

Herhaling vennootschapsrecht:
In het vennootschapsrecht maakt men een fundamenteel onderscheid tussen effecten die het eigen vermogen
van de vennootschap vertegenwoordigen en effecten die het vreemd vermogen van de vennootschap
vertegenwoordigen. De effecten die het eigen vermogen vertegenwoordigen zijn de aandelen. Die krijgt u van
een vennootschap wanneer u geld of goederen in een vennootschap inbrengt. Wanneer u dit inbrengt kan de
vennootschap u als vergoeding aandelen toekennen. Aandelen vertegenwoordigen het eigen vermogen van de
vennootschap, tegenover obligaties die het vreemd vermogen van de vennootschap vertegenwoordigen.
Obligaties vormen een collectieve lening, een alternatief voor een bancaire lening, waardoor beleggers worden
ingetekend. Er zijn een aantal fundamentele verschillen tussen effecten die het eigen vermogen
vertegenwoordigen en effecten die het vreemd vermogen vertegenwoordigen.
Er zijn verschillen tussen aandelen en obligaties!

Aandelen
 Een aandeelhouder investeert in de onderneming voor onbepaalde duur; aandelen hebben geen
looptijd. Het is niet zo dat u wanneer u aandelen van een vennootschap hebt dat de vennootschap na
x aantal jaren u inbreng zal terugbetalen.
 Als u op een bepaald moment niet meer geïnteresseerd zijt in die vennootschap, dan moet u een
koper vinden voor die aandelen. Een andere belegger zal u aandelen kopen en u zult een koopprijs
ontvangen. Die koopprijs kan hoger of lager liggen dan de boekwaarde. De prijs is wat de belegger er
wil voor geven. Zijn die aandelen op de beurs genoteerd, dan kunt u die aandelen op de beurs
verkopen, dan verkoopt u aan de beurskoers. Die kan lager of hoger liggen dan de waarde van de
aandelen volgens de boekhouding. De prijs die u krijgt kan hoger of lager liggen dat dat u in de
vennootschap hebt ingebracht.
 Geen garantie dat u in de vennootschap hebt ingebracht dat u dit kan terug halen.
 Geen vaste duur
 U bent aandeelhouder van onbepaalde duur!
 Daar neemt u deel aan het eigen vermogen van de vennootschap. Een aandeelhouders heeft een
potentieel recht op een winstuitkering elk jaar (dividend).
 Een aandeelhouders heeft een potentieel recht op een winstuitkering elk jaar.

Hangt af van 2 factoren af:
-vennootschap moet winst maken.
-de AV van de aandeelhouders moet beslissen om een gedeelte van winst uit te keren. Winst wordt
niet automatisch uitgekeerd. Elk jaar op de jaarvergadering beslist men welke bestemming aan de
winst geeft. Er zullen dus jaren zijn waar er geen winst uitgekeerd wordt.

Dus hangt af of het een rendabele onderneming is, met kosten die lager liggen dan de opbrengst.
Geen garantie om vast bedrag te krijgen. Als het heel goed gaat met een vennootschap kan u een
hoge winstuitkering krijgen die hoger kan liggen dan bij een aandeel. (Een dividend: winstuitkering
aan een aandeelhouder). Winstuitkering aan bestuurder (tantiennes). Of men kan winst uitkeren aan
personeel. Men kan ook de winst in de onderneming te laten en het geld te gebruiken voor nieuwe
investeringen (winst wordt gereserveerd, opgenomen in de reserves van onderneming)

 Aandelen risicovoller dan obligaties
 Een aandeelhouder heeft inspraak in de vennootschap, kan jaarlijks naar de algemene vergadering
gaan, daar vragen mag stellen, en mag stemmen.
 Volledige som kunt u verliezen.

,  Als een vennootschap ontbonden wordt, dan vindt er een vereffening plaats, is er nog iets over, wordt
het over de aandeelhouders verdeeld naar hun aandeel. Bij ontbinding krijgt hij mogelijks nog een
uitkering van een gedeelte van het batig saldo van de vereffening.


Obligaties:
 Hebben een vaste looptijd. Worden uitgegeven voor een bepaalde duur. Het kan een korte of een
lange duur zijn. U weet dus als obligatiehouder wanneer u investering terugkrijgt. U krijgt u
uitgeleende bedrag terug op de eindvervaldatum. De waarde van die obligatie kan in de looptijd van
die obligatie schommelen.
 Op einddatum van de obligatie krijg je door u uitgeleende kapitaal, in 1 keer terugbetaald. Jaarlijks
krijgt u een vaste interest. Op het geld dat u aan de vennootschap hebt geleend. Interest moet de
vennootschap altijd betalen.
 Gaat het over een collectieve lening, die aan het beleggerspubliek wordt aangeboden. U tekent in en
leent geld uit aan de vennootschap. Uw wordt schuldeiser van de vennootschap.

 Mensen kunnen jaarlijks rekenen op geld. (bij aandelen een groot risico).

1)Jaarlijks krijgt u een vaste interest. (Op het geld dat u aan de vennootschap hebt geleend). Interest
moet de vennootschap altijd betalen. Ongeacht hoe de onderneming het dat jaar gedaan hebt, winst
gemaakt heeft of niet. Ook als de onderneming verlies gemaakt heeft moet ze de rente uitbetalen.
Wat de rentevoet is, ligt vast op de uitgifte van de obligatie. Er is ook geen beslissing nodig van de AV
om die rente uitkering te doen. GROTE ZEKERHEID
2)Op einddatum van de obligatie krijg je door u uitgeleende kapitaal, in 1 keer terugbetaald.
Bv: per stuk 100 euro, als ik erop inteken, dan krijg ik elk jaar de overeengekomen interest bv 1,5% op
dat geleende kapitaal, dan bv na 10 jaar: het geleende kapitaal krijg ik terug 100 euro.

 Geen stemrecht, mag niet naar de AV gaan, kan geen vragen stellen aan het bestuur en mag daar niet
stemmen, geen inspraak in het beleid van de vennootschap.
 Bij een vereffening, zullen obligatiehouders het geleende kapitaal terugkrijgen. Het zal alleen wat
vroeger zijn dan voorzien.

Uitzondering: er bestaan eeuwigdurende obligaties. Deze worden in principe voor de eeuwigheid
uitgegeven. Die lopen tot de vennootschap ineens beslist om ze terug te betalen. U weet niet wanneer dit
moment zal zijn. Die looptijd kan zeer lang zijn.

Opmerking obligaties 1: bedrijven geven obligaties uit, maar ook overheden (die geld nodig hebben). Als dat de
Belgische staat is, spreekt men over staatsobligaties. Obligaties uitgegeven door overheden hebben dezelfde
kenmerken als obligaties van bedrijven. Dat u elk jaar de vaste overeenkomen rente ontvangt en dat u op de
eindvervaldatum u het geleende kapitaal terugkrijgt van de overheid. Ook daar is er een risico. Een bedrijf kan
failliet gaan, een overheid kunnen hun betalingen staken. Bv: Argentinië heeft zijn terugbetalingen van
obligaties gestaakt en heeft dus de obligaties niet afgelost. Hoe hoger de rente een land bereid is te betalen,
hoe hoger het risico. Landen die in slechte papieren zijn, moeten een hogere rente aanbieden om investeerders
te vinden. Wanneer u in een overheidsobligatie zit met hoge rentevoet zit, krijgt u ook een risicopremie.
Opmerking obligaties 2: bij uitgifte van obligaties door overheden of grote bedrijven wordt er meestal door een
ratingagentschap een rating toegekend. Ze onderzoeken de solvabiliteit van de onderneming/overheid en
onderzoekt hoe groot de kans is dat de onderneming niet in staat zal zijn om aan haar betalingsverplichtingen
van rente en op de einddatum van kapitaal te voldoen. Dat ratingsagenschap geeft een quotering. Dit gaat van
drie A’s (heel solvabel) naar tot bij de D (de kans groot is dat het slecht met de onderneming/overheid gaat).
Obligaties met een zeer slechte rating noemt me junk bonds (rommelobligaties). Dit zijn obligaties met een
hele grote rentevoet, maar met een grote risico dat u niet gaat u geleend kapitaal en beloofde interesten
betaald gaat krijgen. Hoe slechter de rating, hoe groter het risico. Er zijn 3 ratingsbureaus die het gross van alle
ratings doen. Die drie bureaus hebben een quasi monopolie. Moody's, Fitch Ratings, Standard & Poor's
die een quasi monopolie hebben. In dat systeem zit een fundamentele fout, want de onderneming/overheid
die obligaties uitgeeft. Het is de emittent die het ratingbureau vergoed, dit is niet goed! De beleggers moeten
het ratingbureau betalen! In 2008 bij de financiële crisis, werd er rommelobligaties uitgegeven met een goeie

, rating. Eigenlijk is het systeem niet logisch dat de emittent degene die de obligaties op de markt brengt betaald
voor die rating.

Opmerking obligaties 3: obligaties kunnen uitgeven worden en terugbetaald worden a pari boven pari of
beneden pari. A pari wil zeggen dat u honderd moet betalen voor een obligatie van honderd. U leent honderd
uit aan de vennootschap, dus krijgt een obligatie van honderd. Als een obligatie boven pari wordt uitgegeven
moet u 101/102 betalen voor een obligatie van honderd. Dat weegt op uw rendement, want u rentevoet wordt
berekend op 100. Als een obligatie onder pari wordt uitgegeven moet u maar 98/99 betalen voor een obligatie
van honderd. De rente die u krijgt wordt op honderd berekend. Bij uitgifte van een obligatie moet u op 3 zaken
letten: 1)de looptijd, 2)wat is de jaarlijkse rentevoet die je krijgt en 3)bij de uitgifte voorwaarde: hoe wordt
deze obligatie uitgeven (a pari, boven pari, beneden pari).

Een obligatiehouder is een gewone schuldeiser (chirografaire schuldeiser).
2 uitzonderingen:
-er zijn bevoorrechte obligaties. Obligaties waar een voorrecht aan gekoppeld is. Dan bent u een bevoorrechte
schuldeiser. U wordt dan voor de chirografaire schuldeisers betaald.
-achtergestelde obligaties. Het zijn obligaties die na de gewone schuldeisers pas wordt betaald. Men plaats u
helemaal achteraan in de rij. De enige die nog achter u staan zijn de aandeelhouders. Als u hiervoor intekent,
loopt u een risico! Grote kans dat u niets of hele kleine gedeelte van het geleende kapitaal recupereert.
Gemiddeld krijgt u op een achtergestelde obligaties gemiddeld 2% meer interest dan op een gewone obligatie.
Als de onderneming verkeerd loopt zal u als laatste van de schuldeisers uitbetaald worden. Die hogere rente
houdt dus eigenlijk een risicopremie in. Een beloning voor het risico dat u neemt.

Als een vennootschap failliet gaat wie wordt dat eerst betaald? Aandeel of obligatiehouders?
De bevoorrechte en hypothecaire schuldeisers zullen eerst betaald worden en dan komt pas de niet
chirografaire schuldeisers. De aandeelhouders staan helemaal achteraan in de rij. Aandeelhouders blijven over
met lege handen... (achtergestelde schuldeiser). Bij faillissement lopen aandeelhouders een groot risico van
hun volledige investering te verliezen. Bij obligaties is het naargelang hoe diep de put is, zal die
fractiekleiner/groter zijn. Je hebt nog een kans op een gedeelte van je geleend kapitaal terug te krijgen. Een
aandeelhouder die helemaal vanachter staat is meestal alles kwijt.


Obligatiehouders komen voor de aandeelhouders
Als een vennootschap ontbonden wordt, dan vindt er een vereffening plaats, is er nog iets over, wordt het over
de aandeelhouders verdeeld naar hun aandeel.
Een aandeelhouder heeft inspraak in de vennootschap, kan jaarlijks naar de algemene vergadering gaan, daar
vragen mag stellen, en mag stemmen.

2. Converteerbare obligaties en obligaties met intekenrecht

Dit is een effect dat de brug slaat tussen obligaties en aandelen en dus een aantal voordelen biedt voor
beleggers. Bellegers die niet onmiddellijk in aandelen willen beleggen. Goed instrument om in te stappen en
mogelijk over te stappen in aandelen.

Het begrip
Wat zijn converteerbare obligaties?
Dit is een obligatie die op verzoek van de houder van de obligatie (belegger) binnen een vooraf bepaalde
periode tegen vooraf vastgestelde voorwaarde kan worden omgezet in een of meerdere aandelen van dezelfde
onderneming.

1)Het is een obligatie, als u intekent op een converteerbare obligatie, dan start u als obligatiehouder en heeft u
alle rechten en plichten die een gewone obligatiehouder heeft.
2)De keuze van omzetting (keuze om over te stappen van obligatie naar aandeel) rust bij de obligatiehouder. U
kunt dus ook beslissen om niet te converteren en dat blijft u gewone obligatiehouder.
3) Dit conversierecht niet kan worden losgekoppeld van de obligatie. Het conversierecht is niet afzonderlijk
verhandelbaar. Bij obligaties met intekenrecht, het intekenrecht van de obligatie wel afzonderlijk
verhandelbaar is. Die omzetting moet gebeuren tijdens een vooraf bepaalde periode. In de

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jennadesmet. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.16
  • (0)
  Add to cart