PS1: Wat zijn specifieke fobieën?
LD:
1. Definitie
2. Vragen beantwoorden
3. Epidemiologie
4. Comorbiditeit
5. Soorten
6. Waarom is een bloedfobie anders dan andere?
7. Behandeling? (bloedfobie t.o.v andere)
PS2: Etiologie
LD:
1. Leertheorie
2. Vragen beantwoorden
3. Preparedness theory
4. Model van Davey
5. Tweefactorenmodel van Moewer
6. Waarom kunnen oude leertheoretische modellen fobieën niet verklaren
7. Welke huidige leertheoretische modellen er zijn. Wat verklaren deze wel
1. Definitie
Angst conditionering in kinderen zou de fobie op volwassen leeftijd kunnen verklaren. Het zou
in dat geval mogelijk moeten zijn om conditioneringsprincipes toe te passen om angsten te laten
verdwijnen.
2. Vragen beantwoorden
Do both cases have an official diagnoses according to the DSM-IC criteria?
Joanne niet. Ze heeft een onredelijke angst die ze probeert te vermijden. Echter deze angst
beperkt haar niet in het dagelijks functioneren. (Zowel ze wel wordt belemmerd, dan heeft ze
waarschijnlijk een specifieke fobie van het diertype. Mariska heeft wel een angst die haar
beperkt in het dagelijks functioneren. Deze specifieke fobie is van het bloed-injectie-verwonding
type.
Why are the physiological responses so different?
Bloed-injectie-verwonding fobie is anders als andere fobieën en wordt gedomineerd door een
parasympathische reactie. Zo wordt er niet alleen met intense angst op gereageerd maar is er ook
een kans dat de persoon misselijk wordt of zelfs flauwvalt (100%). Er zijn twee evolutionaire
verklaringen die deze reactie uitleggen:
- Verdedigingsmechanisme: Zoals in dieren, kan het zijn dat het zien van bloed
geassocieerd wordt met dood en bedreiging. Door zich als dood voor te doen, kan men
gevaar ontwijken.
, - Aanpassingsmechanisme: Door het flauwvallen wordt de bloedcirculatie vertraagd. Dus
indien een individu gewond is (en dus bloed ziet) valt deze flauw om bloedverlies te
voorkomen.
Why are so many people afraid of spiders and blood and not for guns or knives?
Vanuit het evolutionaire perspectief wordt er gesteld dat deze fobieën een overlevingswaarde
hebben of zelfs genetisch bepaald zijn. Er zijn drie evolutietheorieën die deze specifieke fobieën
verklaren:
- De eerste focust alleen op bloed-injectie-verwonding fobie. Zoals ik al zei is dit de enige
fobie waarbij mensen een ernstig fysiologische reactie hebben: misselijkheid en
flauwvallen. Dit kan evolutionair gezien goed verklaard worden aan de hand van dieren
die zich ten tijde van bedreiging als dood voordoen. Ook kan het de bloedcirculatie
vertragen waardoor een dier bij een wond minder snel bloed verliest.
- Milde angsten zijn vanzelfsprekend in de jeugd. Het zou kunnen zijn dat een subgroep
van deze kinderen zich niet ontdoen van deze angsten waardoor ze chronisch worden en
zich gedurende de volwassenheid nog aanhouden. Volgens sommige zijn deze
ontwikkelingsangsten geprogrammeerd om te ontstaan bij het zien van bepaalde cues.
Deze angst zou de kans op overleving moeten vergroten. Dus een specifieke fobie
reflecteert ontwikkelingsangsten die op hun beurt weer afgeleid zijn van
geprogrammeerde angst voor bepaalde bedreigende stimuli. Dit zou een verklaring
kunnen dienen voor de niet-random distributie van fobieën.
- Preparedness theory: Non-random distributie wordt verklaard door een evolutionaire
predispositie. Individuen reageren angstig op stimuli die in de prehistorie als bedreigend
werden ervaren. Hierbij moet gezegd worden dat deze angsten zich niet standaard
bevinden in het individu maar dat het voor bepaalde stimuli makkelijker is een angst te
ontwikkelen dan andere stimuli. Dit combineert in principe de evolutionaire (adaptionist)
perspectief met de Pavloviaanse kijk. Hierbinnen is het predator-defense mechanisme te
vinden en het social-submissive mechanisme. Vier predicties kunnen van de preparedness
theory afgeleid worden. De eerste is dat de meeste fobieën gericht zijn op stimuli die
vroeger als gevaarlijk werden gezien. De tweede predictie is dat angst voor deze stimuli
makkelijk verkregen wordt omdat deze geassocieerd worden met negatieve ervaringen.
De derde is dat ze non-cognitief zijn en bestand zijn tegen extinctie. Voorbeeld: Een
vrouw keek tijdens het krijgen van een ongeluk naar een plaatje van een slang. Daarna
ontwikkelde ze een fobie voor slangen, en niet auto’s..
3. Epidemiologie
Van de Nederlandse volwassenen tot 65 jaar heeft 7,9% ooit in het leven een specifieke fobie
gehad. Bij vrouwen (10,3%) komt de specifieke fobie bijna dubbel zo vaak voor als bij mannen
(5,5%). In de afgelopen 12 maanden had 5,0% van de volwassen Nederlandse bevolking tot 65
jaar een specifieke fobie (mannen 3,5%, vrouwen 6,6%). In totaal hadden ongeveer 527.300
inwoners van Nederland in de afgelopen 12 maanden een specifieke fobie.
4. Comorbiditeit
Op jaarbasis heeft 22% van alle mensen met een specifieke fobie ook een depressie in
engere zin (d.w.z. de depressie wordt niet afgewisseld met hyperactieve/ manische
perioden) en heeft 14% ook dysthymie. Van de mensen met zowel een specifieke fobie
als een depressie in engere zin, gaat bij ruim 70% de fobie vooraf.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wrieter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.