economie samenvatting europa (valutamarkt en wisselkoersen)
4 views 1 purchase
Course
Economie
Level
HAVO
De samenvatting is gemaakt aan de hand van de methode "LWEO". De samenvatting bevat ook plaatjes en eventuele voorbeelden. Joost Olsthoorn maakt uitlegfilmpjes die aansluiten op de samenvatting. In deze samenvatting gaat het vooral over de valutamarkt, de wisselkoers en de samenwerking tussen versc...
Economie LWEO
Boekje 5: Europa
Waar produceren?
1. Er zijn veel mensen die door de EU, en uit het oosten komen, zich vrij mogen vestigen in heel
Europa. Hierdoor komen er Polen, Bulgaren en Roemenen hier werken omdat ze hier veel
meer verdienen. Dit heeft wel gevolgen:
tekort aan arbeidskracht op sommige gebieden wordt opgevuld (met lage lonen)
een deel van het geld besteden de mensen in Nederland waardoor het bbp steigt
de loonprijs is laag omdat de lonen ook laag zijn
het welvaartsniveau steigt in het land van herkomst
veel geschoolde mensen verlaten het land waardoor dit op lange termijn invloed kan
hebben
2. Landen drijven internationale handel, dit wil zeggen dat ze producten verkopen aan het
buitenland of inkopen uit het buitenland. Dit doen ze omdat de producten dan een betere
kwaliteit hebben of goedkoper zijn. Als een land veel met het buitenland handelt zeggen we
dat de economie van dit land open is. Deze landen zijn wel afhankelijk van de groei van de
economie van andere landen.
de concurrentiepositie is wel erg belangrijk. Deze positie geeft aan in welke mate het bedrijf
in staat is het product beter of goedkoper te produceren. De prijs van een product hangt af
van de loon-, machine- en productiekosten. Veel landen specialiseren zich in een bepaald
product. Hierdoor neemt internationale handel toe. Belangrijke oorzaken voor specialisatie
zijn:
natuurlijke omstandigheden
kwaliteit en loonkosten per product
infrastructuur
stabiliteit
de loonkosten per product hangt af van de loonkosten en de arbeidsproductiviteit, want als
een persoon een lage loon heeft, maar weinig produceert zijn de loonkosten per product
alsnog redelijk hoog. Loonkosten per product = loonkosten / arbeidsproductiviteit
Hiernaast is de infrasturctuur ook van belang. Er moeten bijvoorbeeld grondstoffen
aangevoerd worden en ook stabiliteit is van belang. Het is niet kandig als er veel
maatschappelijke tegenstellingen zijn.
3. Vrije internationale handel lijd tot specialisering waardoor veel landen deel kunnen nemen
aan de internationale handel. Binnen de EU is er vrij verkeer van personen goederen
diensten en kapitaal. Dit vergroot de concurrentie waardoor de welvaart voor burgers
toeneemt.
protectionisme zorgt voor de bescherming van binnelandse markt. Dit doen ze door middel
van allerlei maatregelen. Zoals tarifaire maatregelen:
invoerrechten (importheffingen), de importproducten komen hierdoor duurder op
de markt
, exportsubsidies, producenten kunnen hun producten dan tegen een lage prijs
exporteren
ook zijn er non-tarifaire maatregelen (deze hebben geen invloed op de prijs):
invoercontigenten, dit is een beperking op de hoeveelheid van de import
kwaliteitseisen, hierdoor moeten de importprooducten aan bepaalde eisen voldoen.
Zo’n maatregelen worden toegepast met door om verschillende redenen, zoals:
om nieuwe industrieën, bijv. in ontwikkelingslanden, te beschermen
er is meer werkgelegenheid als er meer bedrijven zijn in het binnenland
antidumpingsargument, dumping is het exporteren van producten tegen een erg lage
prijs wat invloed kan hebben op de markt van een ander land.
Soms wordt er een vrijhandelsverdrag opgesteld. Dit is een verdrag waarin staat dat er
handel plaatsvindt.
Samenwerken in Europa
1. De luchtvervuiling van bijvoorbeeld Duitsland heeft ook invloed op de Nederlandse en
Belgische lucht. De enige manier om er iets aan te doen is door er afspraken over te maken.
2. In Europa wordt er veel samengewerkt. Hierdoor is er makkelijk te handelen via Europese
bedrijven. Er wordt bijvoorbeeld een beleid opgesteld voor milieu en asiel. Om zo’n beleid te
laten slagen moeten er regels opgesteld worden en er moet een collectieve dwang zijn om
iedereen zich aan die regels te laten houden.
Er is hierbij namelijk sprake van een gevangenendilemma. Iedereen wil dat het beleid
uitgevoerd wordt maar het is voor alle landen makkelijker en goedkoper om er zelf niet aan
mee te doen en alleen andere landen zich aan de regels te laten houden. Maar als iedereen
zich opstelt als meelifter dan voert niemand het beleid uit. Er is dus een collectieve dwang
nodig zodat niet iedereen voor het individuele belang kiest (dominante strategie) maar voor
de meest gewenste uitkomst.
Stabiliteits- en groeipact
1. De EMU-landen hebben een norm afgesproken over de overheidstekorten, 3% van het bbp,
en over de staatschuld, 60% van het bbp. EMU-landen hebben allemaal de euro als
betaalmiddel.
2. Als het overheidstekort de 3% van het bbp overschrijd krijgt het land een waarschuwing, en
hierna een boete. Ze moeten namelijk het geld dat er tekort is lenen. Hierdoor stijgt de
staatsschuld (max. 60%). Deze wordt hoger als de overheid moet lenen en wordt lager als hij
wordt afgelost. Zo’n overheidstekort ontstaat doordat de uitgaven van de overheid groter
zijn dan de inkomsten. Dit zijn stroomgrootheden.
De overheid leent geld op de vermogensmarkt. Hierbij wordt spaargeld van bijv. banken
aangeboden. De vragers is bijvoorbeeld de overheid of particulieren die geld willen lenen. De
overheid leent haar geld door obligaties uit te geven. Dit is een bewijs dat de overheid geld
heeft geleend. De vermogensmarkt wordt ook wel de financiële markt genoemd. De
staatsschuld wordt op een bepaald moment gemeten en is dus een voorraadgrootheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudvesters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.