100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting deel 1 fundament (de cel) $3.44   Add to cart

Summary

Samenvatting deel 1 fundament (de cel)

 378 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de cel.

Preview 2 out of 4  pages

  • October 13, 2015
  • 4
  • 2015/2016
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting deel 1 fundament
Cellen
 De kleinste eenheid in het lichaam.
 Menselijk lichaam bestaat uit zo’n
60.000.000.000.000.000 (60 miljoen x
miljard) cellen.
 Cellen zijn zowel de basisbouwstenen
(anatomische term) als de fundamentele
stofwisselingseenheden (fysiologische
term) van een organisme.

2.1 metabolisme
Bij metabolisme, ook wel stofwisseling
genoemd, worden alle biochemische reacties
bedoeld die in de cellen kunnen optreden. Er zijn
twee typen biochemische reacties:
 Anabole reacties:
De opbouw van grotere moleculen uit
kleinere moleculen. Het is onder andere
van belang voor groei, onderhoud en reparatie van het lichaam. Hiervoor is energie nodig.
Deze stofwisseling wordt ook wel assimilatie of opbouwstofwisseling genoemd.
Assimilatie: (gelijkmaking)
Assimilatie is de omzetting van lichaamsvreemde voedingsstoffen tot lichaamseigen stoffen,
zodat ze kunnen dienen als opbouwmateriaal voor de cellen. Assimilatie gebeurt in de
darmwand en in de lever.
 Katabole reacties:
De afbraak van grotere moleculen in kleinere moleculen. Hierbij komt energie vrij. Deze vorm
van energie is kinetische energie die wordt gebruikt bij het uitvoeren van allerlei processen in
het lichaam. Denk hierbij aan beweging en warmteproductie. Deze stofwisseling wordt ook wel
dissimilatie of afbraakstofwisseling genoemd.
Dissimilatie: (ontleding)
Dissimilatie is het verbranden van stoffen, waardoor warmte en energie ontstaat. Dissimilatie
gebeurd in de cellen. Als de assimilatie groter is dan de dissimilatie neemt het
lichaamsgewicht toe.

Aerobe dissimilatie: ook wel verbanding genoemd. Bij verbranding reageert een energierijke stof (de
brandstof) met zuurstof. Er is altijd zuurstof nodig, daarom wordt verbranding ook wel aerobe
dissimilatie genoemd. Gebeurd onder ander in de spieren als ze veel arbeid moeten verrichten.

Celademhaling: verbanding in de cel wordt celademhaling genoemd. Het doel van verbanding in de
cel is het vrijmaken van energie. Daarmee kan de ceel allerlei activiteiten uitvoeren. De brandstof voor
de verbranding in de cel is meestal glucose.

Stofwisselingsreacties vinden plaats met behulp van enzymen (eiwitten). Ze versnellen de reacties.

2.2 Bouw van de cel
Een cel is gevuld met cytoplasma ofwel protoplasma. Het cytoplasma bestaat uit een waterige
substantie (geleiachtige vocht), dat ook wel cytosol wordt genoemd, met daarin opgeloste stoffen,
onder meer eiwitten, koolhydraten, vetten en zouten. In het cytoplasma bevinden zich organellen:
structuren met een specifieke bouw en functie. Het cytoplasma en de meeste organellen worden
omgeven door een uiterst dun vliesje, de celmembraan.

2.2.1 De celmembraan
Het celmembraan vormt de celwand. Het belangrijkste kenmerk van het celmembraan is dat deze
semi-permeabel (halfdoorlaatbaar) is. De uiterst dunne celmembraan bestaat uit een dubbel laag
fosfolipiden en is vloeibaar en waterafstotend.
Een fosfolipiden is een vetmolecuul dat een kop- en een staartgedeelte heeft. Het kopgedeelte
bestaat uit een scheikundige verbinding waarin zich fosfor bevindt en wordt de fosfaatgroep genoemd.

, De fosfaatgroep is hydrofiel (wateraantrekkend). Het staartgedeelte is een vetverbinding (lipide) en is
hydrofoob (waterafstotend).

In de dubbele fosfolipidenlaag ‘dobberen’ eiwitmoleculen. Sommige steken er aan de buiten kant uit,
andere zitten kopje onder en steken uit in het cytoplasma. Weer andere steken aan weerskanten uit.
Deze laatste vormen afsluitbare kanaaltjes en worden membraan poriën genoemd. Ze dienen voor
het transport van stoffen van en naar het cytoplasma.
De eiwitmoleculen die of naar buiten of naar binnen steken dienen als een soort antennen voor het
ontvangen van boodschappen. Dit heet een receptoreiwit. Aan de buitenkant van het celmembraan
kunnen koolhydraten vastzitten. Zij hechten zich aan de eiwitten en vetten in de membraan en steken
relatief ver uit. Zo’n complex van moleculen wordt een glycocalix genoemd.

2.2.2 Transport via de celmembraan
Passief transport kost geen energie, stoffen kunnen op verschillende manieren de cel in en uit.
Sommige stoffen, zoals water en gassen, passeren de celmembraan zonder dat de cel daar een
actieve rol bij speelt.
 Diffusie beweging van stoffen van plaats met hoge concentratie naar plaats met lagere
concentratie van die stof.
 Osmose beweging van water door halfdoorlatende membraan van plaats met lagere
concentratie van stoffen naar plaats met een hogere concentratie. Gebeurt in leven cellen
uitsluitend met water; de plaats waar de hoogste concentratie opgeloste stoffen heerst, heeft
een zuigende werking op water. Deze kracht heet osmotische druk.
- Kristalloïd-osmotische druk is osmotische druk van een vloeistof waarin zouten zijn
opgelost.
- Colloïd-osmotische druk is osmotische druk van een vloeistof waarin grotere deeltjes,
zoals eiwitten, zijn opgelost

Actief transport kost wel energie, de meeste stoffen die een cel opneemt of afgeeft wordt actief
getransporteerd. Bij actief transport moeten deeltjes van een ruimte met een lage concentratie
opgeloste stoffen naar een ruimte met een hoge concentratie opgeloste stoffen gebracht worden.
 Enzymatische pomp stoffen worden met behulp van enzymen door de celmembraan
gesluisd. Deze enzymen worden transporteiwitten genoemd, zitten in de celmembraan.
 Blaasjestransport te transporteren stof wordt door membraaninsluiting binnen of buiten de
cel gebracht. Haalt de cel op deze manier stoffen naar binnen, noem je dat endocytose. Als
de opgenomen deeltjes een vaste stof vormen heet het fagocytose. Als het een vloeistof
wordt het heet pinocytose. Andersom kunnen via blaasjes ook stoffen de cel uitgewerkt
worden, dit noem je exocytose.

2.2.3 Organellen
De fysische en chemische activiteiten die zich in de cel afspelen, vinden meestal in gespecialiseerde
organellen plaats.
 Nucleus; de grootste organel van de cel en stuurt alle stofwisselingsactiviteiten in de cel aan.
Bevat DNA met erfelijke eigenschappen en met informatie voor de eiwitsynthese in de cel.
Ook verantwoordelijk voor de celgroei en de reproductie (voorplanting) van de cel.
Bestaat uit; nucleoplasma (een stroperige vloeistof die de chromosomen en nucleoli omvat,
ook wel kernplasma), omgeven door de kernmembraan (bestaat uit een dubbel laag
fosfolipiden.
 Ribosomen
Kleine bolvormige organellen die of los rondzweven in het cytosol of vastzitten aan een
membraansysteem, het endoplasmatisch reticulum. Bevatten een eigen RNA, dat ribosomaal-
RNA (rRNA) wordt genoemd. Spelen een essentiële rol bij eiwitsynthese.
 Endoplasmatisch reticulum
Betekent letterlijk; netwerk in het plasma. Twee typen endoplasmatisch reticulum;
- Gladde ER wordt zo genoemd omdat er geen ribosomen aan het buiten oppervlak
vastzitten, hierdoor heeft het en glad oppervlak. Betrokken bij productie van lipiden (vetten),
bouwstenen voor koolhydraatmetabolisme en het verwerken van drugs en toxische stoffen.
Daarnaast is het gladde ER ook betrokken bij calciumopslag en het metabolisme.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mell-l. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44
  • (0)
  Add to cart