H6 - alleen voorbeelden milieuheffing + subsidies (p169-172)
H7 – kennen
H8 – kennen
H9 – NIET TE KENNEN
H10 – H16 kennen
Hoofdstuk 1: Wat is economie?
Economie: studie van keuzeproblemen (micro versus macro)
Onstaan keuzeproblemen:
- Behoeftes zijn onbeperkt
- Economische goederen zijn schaars & nuttig & hebben dus een prijs
(Grafisch voorstellen om toekomst te voorspellen)
Productiemogelijkhedencurve
Dia 5: opportuniteitscurve: dalend verloop
,Opportuniteitskost wat kost het als je het andere verbeterd bv. van punt D naar E: de
opportuniteitskost van graan is 4
Onderproductie & overproductie
Terechtkomen in punt U: meer produceren
Terechtkomen in punt Z: minder produceren
Centrale planning:
Keuze wordt gemaakt voor jou, er wordt bepaald hoeveel er geproduceerd moet worden
MAAR gebreken:
- Benodigde hoeveelheid productiefactoren mag beschikbare middelen niet
overtreffen, er mogen niet meer productiefactoren nodig zijn dan er middelen zijn
, - Tekort aan flexibiliteit
- Veel administratie, moeilijke informatiedoorstroming
- Gebrekkige motivatie WN’s & WG’s
- …
Vrije marktmechanisme:
Vragers & aanbieders bepalen de keuze, MAAR gebreken
- Wat vrager betaalt is inkomen v. aanbieder
- Prijs toont aan of een product schaars is of niet
- Stijgende prijzen = minder vragers, meer aanbieders
GEMENDE VORM = BETER, marktvorm met overheidsinterventie
Productiefactoren:
Technologie, kapitaal en arbeid
Hoofdstuk 2: Het marktmechanisme
De markt:
Confrontatie tussen vragers (consumenten) & aanbieders (producenten)
Marktwerking bestuderen 4 hypothesen:
Homogeen product
Veel vragers, veel aanbieders
Vrije toegang & uittreding tot markt
Info makkelijk verkrijgbaar
We kunnen spreken van PERFECTE (ZUIVERE) CONCURRENTIE
Marktvraag: V
= Totale hoeveelheid die alle consumenten bereid zijn te kopen rekening houdend met prijs,
inkomen etc.
Afhankelijk van:
o Prijs v. goed
o Prijs van substitutiegoed (ander goed in zelfde categorie die dezelfde behoefte
vervult bv. pizza/frieten)
o Prijs v. complementair goed (goed die je nodig hebt bij product bv. inkt bij printer),
o Consumentenvoorkeur
o Inkomen
o Aantal consumenten
o Weer, reclame…
Vraagcurve: dalend verloop, negatief verband = hoe hoger de prijs, hoe minder vraag en
omgekeerd
Waarom stijgt de vraag:
Stijging inkomen consumenten
Prijsdaling complementair goed
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JLRB. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.