Levensloop H3 - de prenatale ontwikkeling: Uitgebreide samenvatting van boek, PPT en eigen nota's
2 views 0 purchase
Course
Levenslooppsychologie
Institution
Arteveldehogeschool (Artevelde)
Uitgebreide samenvatting van boek, PPT en eigen nota's. Te gebruiken als basis om verder te structureren en in te studeren. adhv deze samenvatting heb je een compleet zicht van de leerstof.
Embryonaal stadium
1. Infecties
1. Stress
Foetaal stadium 2. Medicijnen
3. Legale en illegale drugs 2. Attitudes t.o.v. het
4. Omgevingsfactoren kind
De zwangere vrouw 3. Verwachtingspatro
5. Verkeerde voeding
/ondervoeding nen van de ouders
6. Natuurlijke stoffen in het
moederlichaam
7. Leeftijd van de ouders
Geboorte À terme
Arbeidsfase baby Nazorg
Verlossingsfase Preterme
APGAR
Nageboorte baby
Postterme
1
,Biologische ontwikkeling van een ongeboren kind
1a. Hoe lang duurt een zwangerschap?
Voor dat een kind geboren wordt heeft het al een belangrijk ontwikkelingsperiode achter de
rug. In 9 maanden groeit er uit 1 enkele cel een baby.
Een zwangerschap duurt 266d = 38w = 9 maand – gerekend vanaf de bevruchting tot aan de
geboorte.
1b. Uit welke stadia bestaat een zwangerschap
De biologische periode van een zwangerschap bestaat uit 3 (in lengte ongelijke) stadia:
1. Germinale of kiemstadium : 0-14d
2. Embryonaal stadium : 14d – 8w
3. Foetaal stadium : 8w – 38w (geboorte)
1b1. Germinale stadium
Vrouwen om de 4 weken een eisprong > via eileider naar baarmoeder > eicel leeft 1
dag > onderweg bevrucht
Mannen ejaculeren miljoenen zaadcellen > honderden komen door > kunnen 6 dagen
in leven blijven
Zaadcel dringt eicel binnen, membraan wordt hermetisch afgesloten.
De celmassa vertoont geleidelijk een vruchtbeginsel:
(2 x 23 chromosomen)
De zaad- en eicel bevatten elk de helft van de hoeveelheid erfelijk materiaal. Beide
cellen brengen elk 23 chromosomen aan zodat de nieuw gevormde zygoot een
volwaardige cel met 46 chromosomen bevat.
(Het bevat evenveel erfelijk materiaal van de moeder als van de vader, toch is de
erfelijke invloed van de moeder iets groter dan die van de vader)
Celdeling (aanvankelijk traag, steeds sneller)
Ongeveer 20u na de bevruchting begint een zygoot zich te delen. Het blijft zich verder
delen tot een trosje.
In- nestelen placenta
Na een 5-tal dagen bereikt het trosje de baarmoeder en kan het zich innestelen.
2 soorten cellen vormen zich, de een voor de embryo, de ander voor de placenta
1b2. Embryonaal stadium
De komende weken ontwikkeld de vrucht zich tot een embryo waar eerst nog niets menselijks
te onderkennen valt om na 6 weken een herkenbaar mensenkind worden van +- 3 cm
Dit is een belangrijke periode, omdat de grondstructuur van het organisme wordt aangelegd.
Het is een zeer delicate periode. Schadelijke invloeden van buitenaf kunnen tijdens het
proces van organogenese (de verschillende organen vormen zich) de vrucht bereiken wat
blijvende afwijkingen kan veroorzaken.
De ≠ organen komen tot ontwikkeling:
Proces van organogenese = structurele uitbouw v/d verschillende organen en anatomie.
3 weken 4 weken 5 weken 6 weken 7
weken
Primitief hartje Neurale buis Primitieve mond Romp uitstulpingen
Verder differentiëren
Zenuwstelsel Ogen (ledematen)
(menselijke trekken)
Oren Motorische
reacties
Kloppen hart
2
,De zwangere vrouw:
• Het uitblijven van de maandstonden
• 30% spontaan afgebroken, defecten in vrucht aanwezig
• Nieuwe gewaarwordingen (borsten, plassen, misselijkheid, gedragsveranderingen)
1b3. Foetaal stadium
Organogenese:
Vorming van de geslachtsorganen > tot 6 weken loopt het parallel
Vanaf 7de week geslachtsdifferentiatie
Aan- of afwezigheid van Y-chromosoom > ontstaan van eierstokken of
teelballen > teelballen produceren onmiddellijk al mannelijke hormonen en
stuurt de ontwikkeling in mannelijke lijn.
Vanaf 3de maand differentiatie uitwendige geslachtsorganen
Toename in lengte en gewicht > vrucht krijgt de menselijke vorm
> structuuruitbouw: vanaf 4de maand ontstaat botweefsel. Aan de schedel ontstaat
beenderweefsel.
• eerste helft zwangerschap: kwadraatregel
• tweede helft zwangerschap: vermenigvuldigingsregel
Ontwikkeling van de hersenen
Functieontwikkeling centraal.
Een foetus van 3 maanden vertoont al enkele reflexen.
Van reflexen naar spontane beweging: Vanaf de 4 de maand is er een toenemende
spontane activiteit. Armen en benen strekken, vuistjes, buigen, hoofd draaien, mond
openen en sluiten en op vingers zuigen. Naarmate de baby groeit en de baarmoeder
vult zijn die bewegingen halfweg de zwangerschap voelbaar voor de moeder.
Tegen einde 5de maand beginnen de zintuigen te functioneren. Het reageert op plotse
geluiden en fel licht. Zowel de zuig als grijpreflex is nu goed ontwikkeld.
1c. Wat gebeurt er met de vrouw tijdens zwangerschap?
Fysieke veranderingen
1. Wegblijven maandstonden
2. Hormonenhuishouding
3. Zwangerschapskwaaltjes
4. Meer bloed
5. Lichaam wordt ronder en zachter
6. Afkeer of voorkeur geur, spijzen....
Psychische veranderingen
1. Nieuwe rol, levenswijze...
2. Grote verantwoordelijkheid...
3. Veranderingen...
3
, 4. Spanningen in de relatie...
5. Angstgevoelens...
6. Verwachtingen...
7. Blij
Prenatale omgevingsinvloeden
2a. Wat zijn prenatale ontwikkelingsinvloeden?
Een kind zit goed beschermd in de baarmoeder. Toch zijn er tal van factoren die storend
kunnen inwerken op de ontwikkeling. De effecten variëren naargelang de dosis en de leeftijd
van de foetus. Over de impact van de fysische factoren is veel informatie verzameld. De
invloed van de psychologische factoren is veel minder duidelijk.
2b. Fysische invloeden
Het is vooral de eerste 3 maanden dat het gevaar voor schadelijke invloeden reëel is.
Bepaalde organen zijn sterk onderhevig aan de nadelige milieu-invloeden.
Kiemstadium > Prenatale dood
1. Infecties
2. Medicijnen
3. Legale en illegale drugs
4. Omgevingsfactoren
5. Verkeerde voeding /ondervoeding
6. Natuurlijke stoffen in het moederlichaam
7. Leeftijd van de ouders
1/ Infecties
• Rubella: (rode hond) = virus die placenta kan binnendringen > vaccinatie
• Toxoplasmose: (kattenziekte) = ééncellig parasiet > immuniseren
• CMV-infectie: = virus via lichaamsvocht jonge kinderen > geen vaccinatie >
immuniseren
• HIV: (aids) = virus wordt doorgegeven aan het kind > remmende medicijnen
• Syfilis: (herpes) = virus en bacterie zorgt voor blijvende afwijkingen.
2/ Medicijnen
• Softenon: (kalmeringsmiddel) 4de en 6de week zwangerschap > geboorte misvorming
ledematen, hart en nieren.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Shera. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.