Afwerking 2
1) Algemeen
Uitvoeringsfase tijdens de bouw:
Fase 1: Fundering en riolering (wordt als beschouwd)
Fase 2: Ruwbouw -> beton en metselwerk
Fase 3: Winddicht en waterdicht maken van een gebouw
Fase 4: Technieken en elektriciteit en leidingen
Fase 5: Afwerking
Binnen schrijnwerk -> ramen en deuren binnen het gebouw
Buitenschrijnwerk -> ramen en deuren buiten het gebouw
Dragende wanden zijn wanden die hun vloeren dragen. De wanden staan aan de kant
van de richting van de vloeren.
2) Hout
1. Inleiding
Hout wordt niet alleen gebruikt tijdens de verschillende fases in de bouw maar ook
als meubels, regenlatten…
Vele houtsoorten bezitten natuurlijke eigenschappen, die hen geschikt maken als
constructiemateriaal door:
• Grote sterkte bij relatief gering eigen gewicht
• Gemakkelijke bewerkbaarheid
• Fraai aspect
Elke toepassing stelt zijn eigen eisen:
• Structuren -> de sterkte
• Buitenschrijnwerk -> de duurzaamheid
• Plaatmateriaal -> de vormstabiliteit
• Meubelen -> de tekening, de kleur en de textuur
Hout is:
• Van nature hernieuwbaar
• CO2 neutraal
• Een energiezuinig materiaal
• Recycleerbaar
,Hout is een natuurlijk materiaal dat afkomstig is van levende wezens. De functie van
de boom is de groei, voortplanting en zelfbescherming, niet het leveren van hout aan
ons. De mens heeft geen enkele tussenkomst bij de groei van hout.
2. Opbouw van hout
1. Dwarsdoorsnede
• Merg: Wordt ook wel het hart genoemd
• Schors: Vormt de beschermlaag van de
boom
• Bast: Zorgt ervoor dat het water terug
naar beneden kan
• Cambium: Zorgt ervoor dat de boom
dikker kan worden -> De groeilaag
• Spinthout: De buitenkant wordt steeds
zachter. Het transporteert water. Het
heeft een hoger vochtgehalte.
(= hout dat nog niet verkernd is)
• Kernhout: Het geeft de boom
stevigheid. Kern wordt steeds harder -> Verkernen.
-> Spinhout en kernhout is hetzelfde maar in een andere fase
Het verschil in eigenschappen tussen kernhout en spinthout is opmerkelijk:
Kernhout Spinthout
Vochtgehalte Klein Hoog
Kleur Donker Lichter
Geur en Smaak Geur en smaak is minder Geur en smaak is sterker
sterk
Duurzamer (= hoe harder Heel duurzaam Minder duurzaam
het hout, hoe duurzamer)
Beschermbaarheid Het neemt het product Neemt product makkelijk
(Door verf, vernis…) niet makkelijk op, omdat op, omdat het poreus is
het minder poreus is
2. Celgroei
• Celwand: Voornamelijk samengesteld uit cellulose (celstof) en lignine (houtstof)
• Cellulose: Bestaat uit een draadvormige moleculen
• Lignine: Wordt beschouwd als natuurlijke “lijm” die de cellulosemoleculen
bijeenhoudt
Hout is anisotroop -> De vezels van het hout lopen niet in dezelfde richting. Dit is
afhankelijk van hoe je het hout zaagt
,3. Het houtweefsel of bestaandweefsel
De houtcel zal na enige tijd verhouten -> ze wordt een houtvezel.
Een groep van cellen vormt een houtweefsel.
4. Bijzondere groeiringen
Groeiringen zijn lagen die er bijkomen tijdens de groeiperiode. De groeiperiode is bij
ons 1 jaar, daarom noemen we ze jaarringen.
Bij naaldhout is de dikte van de laathoutzone constant. Dat betekent dat
schommelingen in de groeiringbreedten bij naaldhout hoofdzakelijk voorkomen als
gevolg van schommelingen in de dikte van de vroeghoutzone. Naaldhout me snelle
groei is dus minder sterk dan met langzame groei.
Bij loofhout is de dikte van de vroeghoutzone constant. Hoe breder de groeiringen en
hoe sneller de groei, hoe sterker het hout.
Hoe harder en zwaarder het hout, hoe dichter de ringen bij elkaar staan
Er is een duidelijk verschil tussen hout van loofbomen en hout van naaldbomen.
Naaldhout Loofhout
Verliezen geen bladeren in de herfst Verliezen bladeren in de herfst
Grenen, vuren, lorken, douglas… Beuken, eik en populieren…
Zachthout Hardhout
Constructiehout Schrijnwerkershout
Laathout (= zomerhout) Vroeghout (= voorjaarshout)
De ringen worden gemaakt in de zomer De ringen worden gemaakt in het
-> Smallere ringen voorjaar
-> Bredere ringen
Lichter Zwaarder
, 1. Vochtgehalte
Hout is hygroscopisch, dat wil zeggen dat hout vocht kan opnemen uit de omgeving
of vocht kan afstaan aan zijn omgeving.
Het is de verhouding van de totale hoeveelheid water aanwezig in een stuk hout
t.o.v. absoluut drooggewicht van dat hout (100% = evenveel vocht als drooggewicht).
0% -> drooghout
Vers gekapt hout heeft een vochtgehalte van ongeveer 50%
Spinthout bevat meer vocht dan kernhout:
Naaldhout Loofhout
Spinthout 150% Spinthout 100%
Kernhout 50-60% Kernhout 70%
Hout bevat 2 soorten water:
• Vrijwater: Bevindt zich in de celholten bevindt en tussen de cellen: 70%
• Gebonden water: Bevindt zich in de celwanden: 30%
• Vezelverzadiging: De grens waaronder de wijziging van het vochtgehalte ook de
afmeting van het hout doet veranderen door diffusie.
-> Bij 25 à 30%
• Diffusie: Vocht beweging bij drogen of bij vochtopname
-> Tussen 0-25% -> Daarna is het hut verzadigd
Kan er nog diffusie plaatsvinden als de vezelverzadiging plaats heeft gevonden?
Ja, dit kan maar dit zal zorgen voor mossen en algen. Het hout zal niet meer
veranderen.
Bij droging verdampt eerst het vrije water. Het vochtgehalte dat overeenstemt met
de verzadiging van de celwanden noemen we vezelverzadiging (gebonden water).
Vezelverzadiging is belangrijk omdat:
• De afmetingen van de vezel verandert bij het opnemen en afstaan van gebonden
water. Zo ontstaat zwellen en krimpen.
• Bij het afgeven van gebonden water gaan de meeste mechanische eigenschappen
vooruit en bij het opnemen vooruit.
• Hout met een hoge vezelverzadiging zal gemakkelijker door de zwammen
aangetast worden.
Het vochtgehalte kan snel maar minder nauwkeurig bepaald worden met elektrische
vochtmeters. De elektrische weerstand is praktisch slechts meetbaar van 7% tot aan
de vezelverzadiging zijnde 25 à 30% -> daarboven wordt hij zeer klein. Bij een
vochtgehalte lager dan 7% wordt de weerstand zeer groot. In beide gevallen vindt
men geen betrouwbaar verband. Men kan dus maar een vochtgehalte meten tussen
de 7 en de 25%, wat voor bouwkundige toepassingen bruikbaar is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElineG2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.73. You're not tied to anything after your purchase.