Samenvatting Propedeutica: Stomatologie Hond en Kat (3e Ba DGK UA)
20 views 1 purchase
Course
Propedeutica
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
In deze samenvatting staat overzichtelijk alles weergegeven van de online les van prof. Verhaert. Zie mijn andere documenten voor andere samenvattingen van Propedeutica.
Onderzoek van de mondholte bij hond
en kat
Propedeutica 2021-2022
De tand
De tand van hond en kat is brachyodont = relatief korte kroon met echte wortels. We hebben altijd 1-
3 wortels.
Glazuur (blauw) = bedekt de kroon. Het bestaat uit dood, acellulair weefsel en kan zich dus niet
herstellen. Hoogstens is er mogelijkheid tot wat oppervlakkige remineralisatie.
Cement (geel rond wortel) = wordt het hele leven lang aangemaakt en bestaat uit avasculair
botachtig weefsel.
Pulpa (bruin) = weke deel van de tand. Het bestaat uit
gespecialiseerd bindweefsel. In de kroon spreken we van de
pulpakamer, in de wortel van het wortelkanaal. Hierin lopen
ook de bloedvaten, zenuwen en lymfevaten.
Dentine (wit) = hoofdbestanddeel van de volwassen tand. Het
bevat veel kanalen die van de pulpa naar het tandoppervlak
lopen. Hierin lopen uitlopers van odontoblasten die het herstel
van dentine verzorgen. Er zijn verschillende soorten dentine:
- Primair: aanwezig bij doorkomen van tand
- Secundair: heel het leven aangemaakt
- Tertiair: wordt gemaakt bij milde irritatie van de tand
Dentine is bij een jonge tand nog gering aanwezig en de kanalen zijn nu ook nog veel groter.
Pulpa en dentine samen heten het endodontium.
Ontwikkeling van de tand
Een doorgebroken tand is nog niet klaar met
ontwikkelen. De wortelpunt is nog open en de wortel zelf
nog erg dun. Met ouder worden wordt de dentine dikker
en de pulpa smaller en zal de wortelpunt dichten,
behalve voor bloedvaten en zenuwen.
Periodontium zorgt voor fixatie van de tand en bestaat
uit gingiva, cement, alveolair bot en parodontaal
ligament (tussen cement en alveolair bot) = fixatie in
tandkas.
Er is een stuk vrij, maar ook vaste gingiva. Bij honden dieper dan bij katten. In deze kleine holte bij
het vrije gingiva worden gingivaal vocht en neutrofielen uitgescheiden. Dat is fysiologisch. Dieper
hebben we de vastgehechte gingiva.
Mucosa overgang naar gingiva. Hiertussen ligt de mucogingivale lijn. De mucosa ligt nog wel tegen de
kaak aan, maar ligt veel losser dan de gingiva.
, Gebit van de hond
Eerste tandjes komen door bij 3-5 weken. Op 8 weken zijn alle tanden doorgekomen (maar er zijn
wel rasverschillen). Het melkgebit van een hond is per kaakhelft: 3 snijtanden, 1 hoektand en 3
premolaren (28 in totaal).
Wisselen start rond de 3-4 maanden. Pas op 5 maanden gaan de molaren doorbreken (geen
melkvoorganger). Hier zijn ook weer rasverschillen, maar ook individuele verschillen. Dit is het enige
moment om te kunnen schatten hoe oud een hond is. Als eenmaal het gebit helemaal volwassen is,
kan je dit niet meer doen.
Volwassen gebit per kaakhelft: 3 snijtanden, 1 hoektand, 4 premolaren, boven 2 molaren en onder 3
molaren. Scheurkiezen zijn de 4e premolaar boven en de 1e molaar onder.
3 wortels alleen in de bovenkaak te zien (4 e P of 1-2-3 M).
Er is een speciale manier van tellen: Triadan systeem. Hierbij heeft elke kaakhelft een nummer (RB1,
LB 2, LO 3, RO 4) en nummer je de tanden van binnen naar buiten toe.
Occlusie of beetrelatie bij de hond
Scharend: in principe vallen de bovensnijtanden over de ondersnijtanden heen. De hoektanden van
onder komen eerst, dan de hoektanden van boven. De kiezen zijn interdigiterend (zigzag) waarbij de
P1 in de onderkaak als eerste komt.
Het gebit is ook afhankelijk van de vorm van de schedel van de hond. Een ‘normale schedel’ noemen
we ookwel een mesocephale schedel. Dan heb je nog de brachycephale rassen (mopshondjes) en de
doligocephale rassen (windhonden).
Gebit van de kat
Tussen 2-3 weken komen de tandjes door en rond 6 weken is alles doorgekomen. Melkgebit van een
kitten per kaakhelft: 3 snijtanden, 1 hoektand, 3 premolaren boven en 2 onder = totaal 26 tanden.
Rond 3 maanden start het wisselen. Molaren komen door tussen de 4-6 maanden. Er zijn weer
verschillen, maar wel kleinere verschillen dan bij de hond.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller koetjesUA. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.