100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting mens en maatschappij - deel tijd $11.49   Add to cart

Summary

Samenvatting mens en maatschappij - deel tijd

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van het deel tijd (zelfstudie - syllabus - didactiek)

Preview 4 out of 88  pages

  • May 25, 2022
  • 88
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Mens en maatschappij: deel tijd
1. Tijd: geschiedenis
1.1. Wat is geschiedenis?
 Def: geheel van menselijke handelingen die in het verleden plaatsvonden
o Maw het historisch proces
 Def: studie van het menselijk handelen in het verleden
o Of het onderzoek en beschrijving van het historisch proces
 Historische kennis
o = kennis van historische proces
o Historicus verzamelt en geeft deze kennis vorm door middel van onderzoek
 Elk menselijk handelen uit verleden is voorwerp voor historisch onderzoek
o Verleden niet meer aanwezig  enkel waarnemen via bronnen
o Via geschiedschrijving  historicus streven naar reconstrueren van objectief beeld
van het verleden
o Menselijk handelen in verleden  bronnen  historicus (=onderzoek van verleden)
 beeld van verleden (= reconstructie)
 Centraal in historisch onderzoek:
o Verhoudingen tss mensen & gemeenschappen
o Verhoudingen gemeenschappen onderling
 Geschiedenis niet enkel studie verleden !
o Historisch feit hangt samen met vroegere & hedendaagse feiten
o Historisch feit krijgt pas ware betekenis door de gevolgen die ie teveel brengt
o ! Verleden – heden – toekomst
 Nut geschiedenis
o Verwerven feitenkennis & inzichtelijke kennis van ontstaan maatschappelijke
krachtlijnen die naar moment vandaag toelopen
o Zonder deze kennis heden nauwelijks/ niet begrijpen

1.2. Bronnen
 Verleden is er niet meer
 Menselijk handelen (verleden) enkel tot uiting in wat ze hebben achtergelaten
 = getuigenissen van menselijk handelen
 = zijn vw uit verleden of getuigenissen over het leven die tot ons zijn gekomen
o 1ste categorie: overblijfselen
o 2de categorie: overleveringen
 Overblijfselen
o Vw die onderzoekers iets vertellen over het verleden
 Overleveringen
o Mondelinge of schriftelijke getuigenissen die eenvoudige of complexe
gebeurtenissen beschrijven, verhalen of becommentariëren
 Niet gemaakt voor nageslacht/ historicus
o Maar specifieke functie voor tijdsgenoten
o ! sommige bronnen bepaald doel gemaakt/ gekleurd
 Bv. de Bello Gallico van Julius Casear waardevolle bron over Gallische
oorlogen  door Julius geschreven om zichzelf in de verf te zetten

1

, 1.2.1.Indeling bronnen (zie extra p)
Eerste onderverdeling
 Geschreven bronnen
o Elk mogelijke tekst waar we nu over beschikken
o Bv. woord, afkorting, verhaal, sms, …
o Op wat de tekst geschreven staat niet van belang
 Ongeschreven bronnen
o Materiële bronnen
 Archeologische bronnen
 Alle materiële vw die spoor van menselijke activiteit in verleden zijn
 Bv. graven, dagelijkse vw, wegen, woningen, religieuze gebouwen, …
 Verborgen geraakt onder huidig aardoppervlak
 Archeoloog spoort & graaft deze bronnen op + bestudeert ze
 Belangrijk voor studie historische periodes
 Enige bronnen uit prehistorie
 Munten
 Geven info over handelsbetrekkingen, economische toestanden,
prijzen, personen, instellingen, technische ontwikkelingen, …
 Numismaticus: specialist die geschiedenis & vormen van geld &
andere betaalmiddelen bestudeert
 Met de hand vervaardigde afbeeldingen
 Bv. schilderijen, tekeningen
 Specialiteit van kunsthistoricus
 Mechanische afbeeldingen
 Foto, films, ..
o Immateriële bronnen
 Orale bron
 Mondelinge overleveringen
 Oude vorm: mythes, sagen & volksverhalen
 Nieuwe vorm: interview
 Andere
 Talen, dialecten, zegswijzen, namen, gerechten, kledij, …  ook
sporen verleden

Tweede onderverdeling
 Primaire bron
o Direct afkomstig persoon die betrokken was bij gebeurtenis, persoon of tijdsperiode
 Secundaire bron
o Bevat info gebaseerd op eerder doorgegeven info door één/ meerdere primaire
bronnen
 Ene niet beter dan andere
o Primaire bron kan gekleurd zijn (of omgekeerd)
o Secundaire bron correcter beeld geven door combinatie verschillende primaire
bronnen

Derde onderverdeling
 Bewuste bron
o Doel bron: verslag van gebeurtenis aan tijdsgenoten/ nageslacht


2

, Onbewuste bron
o Geen verslag gebeurtenis, geeft wel info om verleden te reconstrueren

1.2.2.Historische kritiek
 Historicus overblijfselen/ overleveringen kritisch benaderen  pas dan historische bron
 Uitwendige kritiek
o = bevraagt inhoudelijke boodschap bron niet rechtstreeks
 Wel omstandigheden waarin bron tot stand kwam
o Oorsprongskritiek
 Wie maakte de bron? Waar en wanneer werd de bron gemaakt
o Oorspronkelijkheidskritiek
 Is dit de authentieke versie van de bron?
o Ontleningskritiek
 Wordt er werk van anderen gekopieerd? Wordt er plagiaat gepleegd?
 Inwendige kritiek
o = bevraagt bron inhoudelijk & peilt naar boodschap & waarde bron
o Interpretatiekritiek
 Wat wilde de maker eigenlijk meedelen met de bron?
 Wat is zijn/ haar boodschap? Waarom werd de bron gemaakt?
o Gezagskritiek
 Is deze bron waardevol?
 3 deelonderzoeken
 Inlichtingskritiek
- Hoe heeft de maker van de bron kennis verworven van wat hij
via de bron te kennen heeft?
 Geloofwaardigheidskritiek
- In hoeverre is de maker subjectief/ objectief geweest bij het
weergeven van vertelde werkelijkheid?
 Waardebepaling
- Wat is de waarde van deze bron voor kennis van het verleden?

1.3. Het historisch referentiekader
 Historisch feit Kan men plaatsen in
o Tijd (wanneer?), in ruimte (Waar?) & maatschappelijke context
 Maatschappelijke domeinen
o Politiek, sociaal, economisch en cultuur domein

1.3.1.De tijdrekening
 Mens probeert grip te krijgen fenomeen tijd
 Als mens behoefte gebeurtenissen in tijd te ordenen  middel: tijdrekening
 = manier om tijd voor te stellen vanaf bepaald vertrekpunt
o Bv. vertrekpunt christelijke beschaving: geboorte Christus => christelijke tijdrekening
 !!! onafh van welk vertrekpunt  elke tijdrekening start bij jaar 1 NIET 0
 Belang voor inzicht & kennis  aantal jaartallen onthouden
o Door impact van gebeurtenissen op verdere verloop geschiedenis
o Helpt verleden te structureren
o Bv. 1789 Franse evolutie, …



3

, 1.3.1.1. De periodisering in de eindtermen
 Doelstelling basisschool: lln leren ordenen in tijd + omgaan soorten tijdslijnen
 Visueel tijd voorstellen mbv tijdsband
o Hierop feiten chronologisch weergegeven
 Geschiedenis structureren in periodes (tijdsvakken of tijden)
o Vormt een referentiekader dat als ankerplaats dient om nieuwe begrippen en
gebeurtenissen aan te hechten
 Doelstelling omtrent tijd:
o Ontwikkelen & vergroten tijdsbewustzijn
o Omgang dagelijkse (cyclische) tijd & historische (lineaire) tijd
 Doelstelling omtrent historisch tijdsbewustzijn
o Kinderen komen tot inzicht dat leven mens (ook eigen leven) beïnvloed wordt door
tijd waarin ze leven
o Kinderen zien eigen bestaand als historisch bepaald & bepalende
 De wereld van nu is bepaald door die van gisteren
 Wereld van nu bepalend voor wereld van morgen
 Basisschool: indeling in 4 grote periodes (Europese geschiedeis!)
o Prehistorie/ oudheid: tot ca. 500
o Middeleeuwen: ca. 500 – ca. 1500
o Nieuwe tijden: ca. 1500 – onze tijd
o Onze tijd: periode waarin kinderen nog levende getuigen kunnen ontmoeten
 Laat ruimte open voor nadere specificatie & voor vgl met andere culturen

1.3.1.2. De periodisering in de leerplannen lager onderwijs
 Katholiek onderwijs & OVSG: zelfde indeling als in eindtermen (zie hierboven)
 Gemeenschapsonderwijs: 5 perioden
o Prehistorie (tot ca. 3800 v.C.)
o Oudheid (ca. 3800 v.C. – ca. 500)
o Middeleeuwen (ca. 500 – ca. 1500)
o Nieuwe tijden (ca. 1500 – onze tijd)
o Onze tijd

1.3.1.3. De periodisering in de leerplannen secundair onderwijs
 Verdelen in 7 perioden
o Prehistorie (tot ca. 3500 v.C.)
o Oude nabije oosten (ca. 3500 v.C. – ca. 800 v.C.)
o Klassieke oudheid (ca. 800 v.C. – ca. 500)
o Middeleeuwen (ca. 500 – ca. 1500)
o Vroegmoderne tijd (ca. 1500 – ca. 1800)
o Moderne tijd (ca. 1800 – 1945)
o Hedendaagse tijd (1945 - …)

1.3.2.Het ruimtelijk referentiekader
 West-Europese ruimte  Europese bril  kleurt blik op verleden
 Blik altijd verruimen naar mondiaal !

1.3.3.Het maatschappelijke referentiekader
 Maatschappelijke domeinen
o Politiek domein

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Naiodenoose. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75619 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.49
  • (0)
  Add to cart