Atletiek
Methodische opbouw:
Arrangementen en leervoorstellen.
Waarop geef je les en waarom?
Mogelijke hulp, beïnvloeding.
Hoe maak je het leuk?
Biomechanische en atletiek-specifieke kennis:
Wisselmethoden
Volgorde leervoorstellen:
1. 1e serie leervoorstellen:
- Oriëntatie op organisatie en accommodatie.
- Hantering en introductie in het bewegingsprobleem.
e
2. 2 serie leervoorstellen:
- Laag tempo, gunstige richting van bewegen.
3. 3e serie leervoorstellen:
- Hoger tempo, eerst afwerptempo: heup uitdraaien, dan aanlooptempo: 1 ½ draai.
4. 4e serie leervoorstellen:
- Uitkomen, op de …… afzet voor de ……
,Estafette
Bewegingsprobleem:
Lopend verplaatsen.
Wisselen met behoud van tempo.
Boeken van ruime winst.
Leerlijn:
1. Half stilstaand naar vliegend.
2. Tegemoetkomend naar elkaars verlengde.
3. Op zicht (omkijken) naar blind.
4. Arm voortijdig naar achter op signaal.
5. Met aanraken naar met overgeven.
Makkelijk naar moeilijk:
Laag hoog tempo.
Groot wisselvlak klein wisselvlak.
Visuele wissel blinde wissel.
Half vliegende wissel vliegende wissel.
Tegemoetkomende wissel wissel in elkaar verlengde.
Wissel met aantikken wissel met overgeven.
Onderhandse wissel bovenhandse wissel.
Gebruik oriëntatieteken alleen op zicht.
Lopers met gelijk loopniveau lopers met niveauverschil.
In de sport:
Jeugd: 4x40m, 4x60m, 4x80m en 4x100m.
Volwassene: 4x100m.
Wisselvakken en wisselhaken:
Wisselhaak: geeft het begin en eind van het wisselvak weer. Elke afstand heeft een
eigen kleur. 4x100m is wit.
Wisselvak: vak waarbinnen je moet wisselen. Sinds 2017 vak van 30m.
Wissels:
Links op rechts of rechts op links:
In elkaars verlengde.
Voorkom op de hakken pakken.
Onderhandse wissel:
Eenvoudig, maar nauwelijks ruimtewinst.
Vaak bij beginners.
Bovenhandse wissel:
Complex, meer ruimte winst.
Vaak bij gevorderden en topsport.
Wisselmethodes atletiekbaan:
Buitenwissel methode: loper wisselt aan de buitenkant:
Voordeel: eenvoudig, minder complex voor jongeren.
Nadeel: overpakken en wisselt altijd aan de buitenkant = extra meters.
Frankfurter wisselmethode: binnen wissel methode: binnen, buiten, binnen, buiten
Voordeel: niet overpakken naar de andere hand.
Nadeel: minder eenvoudig.
, Sprinten
Bewegingsprobleem:
Lopend verplaatsen mbt. Halen van een zo hoog mogelijk tempo.
Overbruggen van een afstand in een zo snel mogelijke tijd.
Kwetsbaar:
Atletiek is meetbaar: tijd in centimeters.
Atletiek is competitief: verder is beter.
Snelle leerwinst, maar vergt veel training om beter te worden.
Bij turnen is dit ook het geval, net als balverlies bij spel.
Omgaan met kwetsbaarheid:
Primair achterstand beperken door:
krachtig onderwijs en vroegtijdige (extra) hulp.
Ontken resterende achterstand niet en vergroot ook niet door:
zorgvuldig en brede niveau differentiatie.
Pas nu valt er voor iedereen iets te beleven.
Betekenisonderkenning (voelen wat je doet)
Betekenisvol deelnemen (geen rol buiten de zijlijn)
Belevenisvol deelnemen (met plezier mee doen)
Dit samen zorgt voor ingevoegd blijven en raken.
Basisprincipes sprintspelletjes:
Betekenisvol voor alle deelnemers:
Beide sprinters moeten kunnen winnen:
Speelbaar binnen grote niveauverschillen.
Uitkomst kan twee kanten op.
Gericht op eigen verbetering en prestatie:
Progressie van oriëntatie ipv win oriëntatie.
Hoe geef je les, waar valt les op te geven:
Spelenderwijs activiteiten aanbieden, ervaren wat de essentie van sprinten is.
Accelereren, hoe kom je snel op gang.
Beter leren starten.
Evt. basale loopaspecten, armen mee, knieën omhoog.
Waarom niet/niet relevant:
Zeer specifieke looptechnieken.
Specifieke loopscholing:
Weinig/ geen rendement op korte termijn.
Langdurige oefentrajecten.
Word vaak als saai ervaren in de beleving.
Jonge kinderen vinden dit niet betekenisvol.
Te veel op het leef gericht.
Starten van de sprint:
Staande sprint
Driepunt start
Starthouding uit startblok
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zola99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.49. You're not tied to anything after your purchase.